De Vlaamse regering wil een einde maken aan de dubbele krotbelasting in Vlaanderen. De Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) steunt dat principe, maar heeft wel een reeks bedenkingen.
In een brief aan Vlaams minister van Begroting Bart Tommelein (Open Vld) noemt de organisatie de invoering “veel te snel” en dringt men aan op een overgangsperiode.
De VVSG verwijst naar een ontwerpdecreet waarmee de Vlaamse regering een einde wil maken een de bestaande dubbele heffing op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen. Nu bestaat er namelijk een Vlaamse krotbelasting en kunnen ook gemeenten nog een heffing opleggen.
Bedoeling is om een einde te maken aan de dubbele heffing en het beleid rond verwaarlozing toe te vertrouwen aan de steden en gemeenten. Zo wil de gewestelijke overheid bijvoorbeeld ‘terugtreden’ in gemeenten waar er al een lokale belasting is.
De VVSG formuleert in een brief aan begrotingsminister Bart Tommelein een reeks “bedenkingen, opmerkingen en vragen” bij die Vlaamse plannen. Op zich staat de organisatie wel achter de redenering om het beleid rond verwaarlozing te decentraliseren en om de dubbele heffing te vermijden. “Naar de burger is dit het meest duidelijk”, staat in de VVSG-brief.
Te snel
Maar de datum van de inwerkingtreding – januari 2017 – is volgens de VVSG “veel te snel”. “Een januari 2017 is niet realistisch om te verwachten dat gemeentebesturen op die korte tijd een lokaal inventarisatie- en heffingsreglement opmaken. Een duidelijke overgangsperiode is aangewezen”, luidt het.
Daarnaast moet het volgens de VVSG mogelijk blijven dat gemeenten die zelf geen heffing hebben opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing. De gemeenten vragen daar alvast duidelijkheid over.
Verder moeten lokale besturen het bedrag van de lokale heffing op het niveau kunnen brengen van de som van de huidige dubbele heffing. De logica daarachter is dat belastingplichtigen niet mogen “bevoordeeld” worden door het wegvallen van de gewestelijke heffing. (Belga/NS)
