‘Afrikapitalisme heeft zijn succes al bewezen’
“Het Afrikapitalisme maakt bedrijven op termijn winstgevender”, gelooft de Nigeriaanse zakenman Tony Elumelu. Een gesprek over de troeven van een duurzame business, de foute focus op een kleine elite en de combinatie van business en ontwikkelingshulp.
De een ziet Afrikapitalisme als een nieuwe filosofie, de ander gelooft dat de visie al jaren bestaat, maar nu van onder het stof wordt gehaald. In ieder geval lijkt het Afrikapitalisme nu momentum te krijgen. Vooral sinds de globale financiële crisis en het einde van de grote Afrikaanse grondstoffenwinsten rijpt het idee dat de Afrikaanse privésector een leidende rol kan en moet spelen in de ontwikkeling en de transformatie van het continent.
Een van de belangrijkste voortrekkers van die filosofie is de Nigeriaanse zakenman Tony Elumelu. De econoom en Harvard-alumnus trad voor het voetlicht in 1997. Toen leidde hij een groep investeerders bij de overname van een kleine verlieslatende bank in Lagos, het economische hart van Nigeria. Een paar jaar later was de bank rendabel en in 2005 volgde een fusie met de United Bank of Afrika. Die bankengroep heeft intussen filialen in een twintigtal Afrikaanse landen, in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. In 2010 ging Elumelu solo met de oprichting van Heirs Holding, een Afrikaans investeringsbedrijf dat de Afrikaanse ontwikkeling stuurt met langetermijninvesteringen in sleutelsectoren. In diezelfde periode richtte hij de Tony Elumelu Foundation op. De stichting promoot het Afrikapitalisme in de eerste plaats onder Afrikaanse ondernemers, onder meer met de lancering van het Tony Elumelu Foundation Entrepreneurship Programme. Het programma investeert de komende tien jaar liefst 100 miljoen dollar in de identificatie, de training en de financiering van tienduizend Afrikaanse ondernemers. Het doel is de creatie van 10 miljard dollar winst en een miljoen banen. “Doorheen het programma zie ik hoe jonge Afrikanen de combinatie van het Afrikapitalisme en de moderne technologie als een hefboom gebruiken voor innovatie in de landbouw, de financiëledienstverlening, de nijverheid en de gezondheidszorg.”
Wat houden de principes van het Afrikapitalisme precies in?
TONY ELUMELU: “Afrikapitalisme gaat ervan uit dat de zakenwereld niet enkel naar economische rijkdom streeft, maar ook naar ontwikkeling en sociale rijkdom in de landen waar ze werkt. De toepassing van het Afrikapitalisme maakt bedrijven op lange termijn winstgevender, omdat de gemeenschappen waar ze werken uitgroeien tot gezonde, opgeleide werknemers en consumenten, die op hun beurt leveranciers en dienstverleners kunnen worden.”
Wat onderscheidt het Afrikapitalisme van het westerse kapitalisme. Staan beide tegenover elkaar?
ELUMELU: “Afrikapitalisme plaatst het conventionele kapitalisme voor een aantal uitdagingen, in het bijzonder als het over Afrika gaat. Het klassieke kapitalisme legt sterk de klemtoon op de belangen van het bedrijf. Het Afrikapitalisme vraagt om een bredere kijk. Het gaat op zoek naar manieren om voordeel te creëren voor de grote meerderheid van de bevolking in plaats van voor enkelingen. Dat doen we door de investeringen niet los te zien van de lokale omgeving en te gaan voor een financieel én een sociaal dividend. Het Afrikapitalisme pleit voor langtermijninvesteringen in strategische sectoren die een katalysator voor de ontwikkeling kunnen vormen.”
Kunt u een voorbeeld van zo’n investering geven?
ELUMELU: “Investeringen in de energiesector kunnen een enorme impact hebben. Via investeringen in Transcorp Power (Transnational Corporation of Nigeria PLC, Elumelu is voorzitter, nvdr) hebben we bijvoorbeeld elektriciteit geleverd aan huizen, scholen en ziekenhuizen. Onze krachtcentrale in Ughelli, een stad in Zuid-Nigeria, is nu de grootste thermische elektriciteitsgenerator van het land. Dankzij die investering krijgen we winstgevende en tegelijk duurzame energie bij zo veel mogelijk mensen.”
Afrikapitalisme wil dat Afrika zijn ontwikkeling meer zelf in handen neemt. Kunnen bedrijven die werken volgens het Afrikapitalisme de ontwikkelingshulp vervangen?
ELUMELU: “Afrikapitalisme stelt dat we de maatschappelijke ontwikkeling niet alleen kunnen overlaten aan onze overheden, aan donorlanden en filantropische organisaties. Integendeel. Ook de private sector moet zich met de ontwikkelingsbusiness inlaten. De traditionele oplossing voor de Afrikaanse problemen is ‘gratis’ geld, via hulp en liefdadigheid. Liefdadigheid heeft veel goeds gedaan voor de voedselveiligheid, de gezondheidszorg, de noodhulp en het onderwijs, maar haar grootste zwakte is dat de resultaten niet duurzaam zijn. Afrika heeft behoefte aan een omgeving – politiek, economisch, sociaal – waarin mensen zelfvoorzienend kunnen zijn. De ervaring leert dat een verbinding van de private sector met economische ontwikkeling de meest effectieve manier is om lokaal rijkdom en middelen te creëren en duurzame ontwikkeling te verzekeren.”
Welke rol kan ontwikkelingshulp dan nog spelen?
ELUMELU: “Waarom zouden we het geld niet gebruiken om het risico voor investeerders die de ontwikkelende markt betreden, te beperken? Bijvoorbeeld door samen te werken met de gemeenschap en de oprichting van privébedrijvente ondersteunen. Private financiers willen wel risico nemen, maar zijn vaak beducht voor de grote risico’s in ontwikkelende regio’s. Filantropische dollars kunnen de bedrijven op verschillende manieren op weg helpen, via co-investeringen met de private sector, gedeeltelijke subsidiëring van de werkzaamheden tot de business winstgevend en duurzaam wordt, financiering van managementtraining.”
Heeft het Afrikapitalisme zijn succes al bewezen?
ELUMELU: “Zeker, kijk maar naar iemand als Hamza Ben Arbia, de oprichter van Fab Lab. Fab Lab is de eerste multifunctionele werkruimte (1500 m2) in Tunesië voor digitaal ontwerp en prototyping. Leden kunnen gebruikmaken van digitale ontwerptools, een elektronicalab en hebben er toegang tot educatieve workshops, marketingevenementen en een netwerk van gelijkgestemde ondernemers. Fab Lab helpt individuen en bedrijven bij hun kennisontwikkeling rond digitale technologieën, 3D-printen en duurzame ontwerptechnieken. Zo werkt het aan de uitbouw van de technologische basis van Tunesië en de autonomie van lokale technologische ondernemers.
“Iemand anders is de Congolese Benedicte Mundele Kuvuna, de oprichtster van Surprise Tropicale, een cateringbusiness in Kinshasa. Suprise Tropicale promoot een gezonde levensstijl en verkoopt lokaal geteelde voeding. Tegelijk tracht het bedrijf de boeren-leveranciers verder te emanciperen via trainingen rond beste praktijken die hen hogere inkomens en voedselstabiliteit kunnen garanderen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier