‘Zonnepanelen blijven interessant’
Wie vandaag zonnepanelen laat plaatsen, heeft gedurende 25 jaar groene stroom tegen een lage, vaste prijs, zegt Jo Neyens bij de Organisatie voor Duurzame Energie.
In Vlaanderen is de overheidssteun voor zonnepanelen sinds midden 2015 grotendeels weggevallen. Zijn zonnepanelen dan nog wel een interessante investering? Jo Neyens, projectleider PV van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE), vindt van wel.
Hoeveel kosten zonnepanelen?
JO NEYENS. “Je moet rekenen op gemiddeld 1400 à 1500 euro per kilowattpiek (kWp) voor de aankoop van de zonnepanelen en de installatie. Sommige prijsoffertes van groepsaankopen gaan tot 1200 euro per kWp, al vindt de sector dat die prijzen niet leefbaar zijn.
“Een gemiddeld gezin verbruikt volgens de VREG 3500 kilowattuur (kWh) per jaar. Dat komt overeen met iets minder dan 4 kWp. Voor een doorsneegezin heb je een oppervlakte van ongeveer 25 vierkante meter nodig. Dat komt neer op een investering van ongeveer 6000 euro.”
In Vlaanderen worden voor zonnepanelen geen groenestroomcertificaten meer toegekend. In Wallonië is er een beperkte overheidssteun. Zijn er andere stimuli?
Onrechtstreeks wordt wel nog steun toegekend
NEYENS. “Onrechtstreeks wordt wel nog steun toegekend. Door zonnepanelen te installeren bij een nieuwbouw of grondige renovatieprojecten, verlaag je het energiepeil van je woning met 20 punten. Als je daardoor onder het E-peil van 20 zakt, krijg je in Vlaanderen een premie van de netbeheerder. Die bedraagt 1800 euro voor een E20. Voor elk punt dat je verder verbetert, krijg je 50 euro extra.
“Voor een E-peil van 30 geeft de federale overheid bovendien een korting van 50 procent op de onroerende voorheffing gedurende vijf jaar. Voor een E-peil van 20 stijgt die korting tot 100 procent. Dat levert nog altijd een mooie som op.”
Er moet nu wel een prosumententarief worden betaald.
NEYENS. “Als de consument een terugdraaiende teller heeft, kan hij overdag energie op het net zetten en er ‘s avonds evenveel afhalen, zodat hij op nul uitkomt. Hij maakt daarvoor gebruik van het net, maar het was niet billijk dat hij daarvoor niets betaalde. Afhankelijk van de netbeheerder moet de prosument (de consument die zelf een deel van zijn energie opwekt, nvdr) daarom nu zo’n 81 à 113 euro per kW afdragen. Dat betekent dat voor de installatie van 4 kWp een tarief van 323 tot 452 euro per jaar betaald moet worden.
“Onze kritiek is dat het een forfaitair bedrag is. Je kunt dat slimmer maken, bijvoorbeeld door de eigenaars van zonnepanelen ertoe aan te zetten ‘s middags hun wasmachine te laten draaien. Misschien komt daar in 2018 verandering in, als de VREG de samenstelling van de energietarieven grondig hervormt.”
Mag je overtollige stroom verkopen aan een buurman?
NEYENS. “Nee. Je mag geen rechtstreekse lijn leggen. Alles moet via de distributienetbeheerder lopen.”
Zijn er gevolgen voor de brandverzekering?
NEYENS. “Nee. Onderzoek in Duitsland heeft uitgewezen dat zonnepanelen bijna nooit rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van een brand. Ze verhogen het risico voor de verzekeraar dus niet, zodat de premie niet moet worden opgetrokken. Sommige verzekeraars verhogen wel de premie voor zonnepanelen op een plat dak als die niet verankerd zijn aan de constructie, maar enkel vastliggen met ballast.”
Met welke terugverdientijd moet je rekening houden?
NEYENS. “We gaan nu uit van een terugverdientijd van zowat tien jaar in Vlaanderen. Met het prosumententarief erbij is het iets meer. Al vind ik dat niet zo belangrijk: doorslaggevend is dat je gedurende 25 jaar groene stroom hebt tegen een vaste prijs van gemiddeld 14 cent per kWh. Dat is zowat 9 cent minder dan het huidige stroomtarief. In Wallonië wordt de terugverdientijd door de subsidies op acht jaar geraamd.”
Heb je voor zonnepanelen een stedenbouwkundige vergunning nodig?
NEYENS. “Je hoeft geen bouwvergunning meer aan te vragen om zonnepanelen te plaatsen, maar er zijn enkele uitzonderingen. Zo is er een vergunning voor een plat dak nodig, als de installatie meer dan 1 meter boven de dakrand uitkomt. Ook voor het plaatsen van panelen op een beschermd monument heb je een vergunning nodig.
“Wel moet je na het installeren van je zonnepanelen de distributienetbeheerder verwittigen. Overdag zetten de panelen energie op het net, die er ‘s avonds wordt afgehaald. De netbeheerder moet weten wat er op zijn laagspanningsnet verandert.”
Moet je dak in een bepaalde richting staan of een bepaalde hellingsgraad hebben?
Een dak met een helling van 35 graden dat op het zuiden is gericht, is in theorie het beste. Maar je hoeft je daar niet op vast te pinnen
NEYENS. “Een dak met een helling van 35 graden dat op het zuiden is gericht, is in theorie het beste. Maar je hoeft je daar niet op vast te pinnen. De helft van de energie komt uit diffuus licht, dat uit alle richtingen komt. Zelfs als de zon niet schijnt, wordt dus energie opgewekt. Als je dak op het oosten en het westen is gericht, krijg je nog altijd 80 procent van energie in vergelijking met een op het zuiden gericht dak. En een hoek tussen 20 en 60 procent is ook goed.”
Hoe weet je dat je panelen van goede kwaliteit zijn?
NEYENS. “Ik wil af van de traditionele opdeling dat Duitse panelen goed zijn en Chinese slecht. Er zijn ook Chinese panelen van uitstekende kwaliteit. Zonnepanelen moeten voldoen aan de internationale IEC61215-norm. Dat betekent dat ze veilig zijn, dat ze kunnen weerstaan aan temperaturen van -20 graden tot + 80 graden, en dat ze bestand zijn tegen normale hagelinslagen. Daarnaast moet je kijken naar de kwaliteit van de connectoren, die de verbinding tussen de zonnepanelen leggen, en naar de omvormers, die ervoor zorgen dat de gelijkspanning in de panelen wordt omgezet in wisselspanning. Europese connectoren en omvormers scoren daar goed in.
“Op zonnepanelen krijg je doorgaans een fabrieksgarantie van 25 jaar. Die houdt in dat de producent waarborgt dat je er over 25 jaar nog altijd 80 procent van de oorspronkelijke energie mee kunt opwekken. Het gaat om een contractuele waarborg. Op de omvormers heb je een kortere garantie van doorgaans tien jaar.
“Erg belangrijk is ook de kwaliteit van de installateur. We hebben al vastgesteld dat sommige dakdekkers dat werk er gewoon bij namen, maar niet noodzakelijk de kennis bezaten om de aansluitingen goed te maken. Daarom kijk je het beste uit naar een installateur die werkt volgens het kwaliteitslabel Quest & Construction Quality. Dat schrijft onder meer voor welke informatie de installateur moet verstrekken en aan welke werkwijze hij zich moet houden. PV-installateurs kunnen ook een opleiding volgen om het RESCert-certificaat van bekwaamheid te halen.
“Er is een verplichte keuring als de installatie in gebruik wordt genomen, maar die controleert enkel of de elektrische aansluiting en de aarding correct zijn aangebracht.”
Waar moeten we dan over 25 jaar heen met het afval van de zonnepanelen? Volgt dan de rekening?
NEYENS. “Glas maakt 90 à 95 procent van het gewicht van de zonnepanelen uit. In Lommel is een firma die dat materiaal recupereert. Daarnaast wordt ook het aluminiumkader volledig gerecycleerd. Het silicium en de zilveren strips van de zonnecellen kun je ook recupereren, maar voorlopig zijn de aangeboden hoeveelheden te klein om dat rendabel te doen op een industriële schaal. Het wordt opgeslagen voor latere verwerking.
“In Vlaanderen beginnen we dit jaar met een verplichte terugname van afgedankte zonnepanelen. Tegen de zomer zal die wellicht rond zijn. De procedure zal gelijkenissen vertonen met die voor de recuperatie van tl-lampen via Recupel. Bij de aankoop van zonnepanelen wordt een kleine heffing aangerekend die de factuur met 1 procent doet stijgen. In ruil daarvoor mogen consumenten hun afval later gratis inleveren.”
Johan Van Geyte
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier