Nationale Bank maant banken aan tot voorzichtigheid met woonleningen
De Nationale Bank heeft maatregelen genomen zodat sommige banken voorzichtiger zouden omspringen met woonleningen. Gouverneur Jan Smets wil ‘niet dramatiseren’, maar ziet wel kwetsbaarheden. Banken moeten daarom meer geld opzij zetten voor hun leningen. Als gevolg daarvan zou lenen bij sommige banken duurder kunnen worden.
Concreet is begin mei ingevoerd dat de Belgische bankensector een extra kapitaalbuffer van 1,5 miljard euro moet aanhouden. Maar de maatregel is zo opgesteld dat banken met een risicovollere portefeuille aan hypothecaire kredieten verhoudingsgewijs een hogere kapitaalvereiste krijgen opgelegd. ‘De impact zal dus verschillen van bank tot bank’, legt Smets uit. ‘Bij sommigen zal zich dat misschien vertalen in een hoger tarief. Maar als een bank een weinig risicovolle portefeuille heeft, zal dat misschien niet het geval zijn.’
De maatregel volgt na een analyse waaruit is gebleken dat de banken – in een klimaat van hevige concurrentie – vorig jaar makkelijker leningen toekenden, daarbij soms erg kleine marges hanteerden en ook weer langere contracttijden aanvaardden. Na de financiële crisis waren looptijden van meer dan 20 jaar stelselmatig zeldzamer geworden, maar die trend is omgekeerd. Een derde van de leningen in 2017 had een looptijd van meer dan 20 jaar. Bovendien neemt het kredietbedrag ook sterk toe. De verhouding van de schuldenlast van de huishoudens tegenover hun inkomen stijgt dan ook opnieuw.
Het zijn signalen die de Nationale Bank doen besluiten dat er meer kwetsbaarheid komt in de portefeuille hypothecaire kredieten van de Belgische banken. Maar gouverneur Smets wil de kredietverstrekking ook niet helemaal lam leggen, benadrukt hij. ‘We moeten ervoor zorgen dat de banken beter gewapend zijn voor het geval er alsnog een correctie zou komen van onze vastgoedmarkt, met een prijsverlaging en terugbetalingsproblemen. Het mag niet gebeuren dat banken binnen een paar jaar geen leningen meer kunnen geven. Zo’n ‘stop-and-go’ zien we niet graag.’