Mag je een huurder buitenzetten als je kind wilt intrekken in je woning?
Als je zoon of dochter in je huis wil gaan wonen, kan je je huurder om die reden opzeggen. Je kind moet het huis vervolgens dan wel minstens twee jaar betrekken.
Je kan een woninghuurovereenkomst die voor negen jaar werd aangegaan altijd opzeggen als je kind in het huis komt wonen mits je een opzegtermijn van zes maand naleeft. Op die regel bestaat een uitzondering als je anders overeenkwam in het huurcontract.
De opzegmogelijkheid bestaat niet alleen voor jezelf en voor je kinderen maar ook voor je bloedverwanten (of de bloedverwanten van je echtgenote) tot in de tweede graad. Ze geldt dus ook bijvoorbeeld voor je kleinkinderen, je broer of zus en diens meer.
Voor bloedverwanten in de derde graad bestaat een beperking. Voor hen mag de opzeg namelijk niet aflopen voor het einde van de eerste driejarige periode van het huurcontract.
Hoe deel je het mee?
Je moet hiervoor een aangetekende opzegbrief sturen aan je huurder. Heb je meer dan één huurder, stuur dan aan elk een aparte aangetekende brief. Hetzelfde geldt als je huurder getrouwd is of wettelijk samenwoont.
In de opzegbrief geef je aan waarom je de huur opzegt, wie er in het huis of appartement trekt en welke verwantschap je met die persoon hebt. Een model van opzegbrief vind je hierna.
De verplichtingen van je zoon
Je zoon moet vervolgens zijn intrek nemen in het huis of appartement binnen het jaar na het einde van de huur. Bovendien moet hij de woonst minstens twee jaar persoonlijk en werkelijk betrekken. Doet hij dat niet, dan kan je gewezen huurder een schadevergoeding van jou vragen. Die is fors en bedraagt maar liefst 18 maand huur.
Op die regel bestaat een uitzondering als je buitengewone omstandigheden kan aantonen. Deze worden slechts zelden aanvaard. Voorbeelden van zo’n omstandigheden zijn een zware ziekte of ongeval, een overlijden en diens meer. (JR)
Dit is een model van een opzegbrief
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier