Hoe rechtvaardig is het pleidooi voor het behoud van de Vlaamse energielening?
De Oppositiepartijen sp.a en Groen en de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) pleiten voor het behoud van de Vlaamse energielening (voor iedereen). Maar hoe relevant is zo’n lening nog in tijden van lage rentes?
Dit is een update van een tekst die eerder al op onze site verscheen. Naar aanleiding van een reactie van de Vlaamse Confederatie Bouw laten wij nogmaals ons licht schijnen over de Vlaamse energielening.
Wie vandaag energiezuinig wil renoveren, kan aankloppen bij een energiehuis – de vroegere Lokale Entiteit – voor een energielening. Afhankelijk van het energiehuis van je gemeente krijg je een tarief tussen 0 en 2 procent. En dat voor een lening van maximaal 15.000 euro (sinds 1 januari 2017), die je over acht jaar kunt terugbetalen. Je kunt zo’n lening onder meer gebruiken om zonnepanelen te plaatsen of je dak te isoleren. Al kan niet iedere Vlaamse inwoner zo’n energielening afsluiten. Zo zijn er twee gemeenten in Vlaanderen – Linkebeek en Wezenbeek-Oppem – die geen energiehuis hebben. Ook niet-commerciële instellingen(vzw’s, scholen, ziekenhuizen, …) en coöperatieve vennootschappen kunnen zo’n lening afsluiten. Zij betalen 1 procent rente.
Ondanks de lage tarieven verliest de energielening aan populariteit. Cijfers die CD&V-politica Valerie Taeldeman en N-VA-energiespecialist Andries Gryffroy onlangs hebben opgevraagd bij Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) leren dat er vorig jaar 4.215 energieleningen zijn aangevraagd. Dat zijn er 6,7 procent minder dan de 4.520 energieleningen in 2015. Ook het aantal toegekende leningen is licht gedaald.
Sommige gemeenten verlagen de tarieven om de Vlaamse energielening opnieuw aantrekkelijk te maken. Gent is daar een van. De stad verlaagde begin februari het tarief van de energielening van 2 naar 1 procent. Tine Heyse, de Gentse schepen van Milieu, voerde die verlaging naar eigen zeggen door om de ambitieuze klimaatambities van haar stad waar te maken. “We willen Gentenaars stimuleren te investeren in energiezuinige huizen en hernieuwbare energie”, liet ze toen weten.
Al blijft het de vraag of zo’n verlaging niet meer is dan een slag in het water. Tommelein heeft inmiddels al aangekondigd dat het de bedoeling is dat de energielening vanaf 2019 enkel nog beschikbaar zal zijn voor de kwetsbare doelgroepen. Zij kunnen vandaag al zo’n lening afsluiten tegen 0 procent. Tot die groep behoren onder meer de mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds of die een jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden hebben die lager of gelijk is aan 18.002,48 euro. Dat bedrag wordt verhoogd met 3.332,74 euro per persoon ten laste.
Banken in vaarwater Vlaanderen
Wat de privésector even goed – of nog beter – kan, hoeft de overheid inderdaad niet te doen
Vandaag lijkt een afschaffing van zo’n lening meer dan relevant. Nu de rente nog altijd historisch laag staat, verlagen banken niet alleen de tarieven op de renovatie- en energieleningen. Tijdens de Vlaamse klimaattop in december in Gent hebben drie banken te kennen gegeven dat ze de rente op een energielening onder 2 procent zouden laten zakken.
Momenteel hebben twee banken zich aan die belofte gehouden: ING en BNP Paribas Fortis. Zij bieden een tarief aan van 1,95 procent. Enkel bpost bank lijkt de boot nog even af te houden. Op de site afficheert de bankenpoot van het Belgische postbedrijf een tarief van 4,8 procent. “We herzien ons volledige kredietaanbod op dit moment, en tegen midden 2017 zal de energielening onder 2 procent worden aangeboden”, laat Wouter Baelde, de woordvoerder van bpost bank weten.
Ondertussen heeft ook de staatsbank Belfius het tarief verlaagd naar 1,9 procent. De absolute prijsbreker op de markt blijft CPH Bank. Wie bij die bank een energielening afsluit, betaalt 1,69 procent rente.
Dat verklaart onder meer waarom sommige steden zoals Gent eveneens het mes zetten in het prijskaartje van de Vlaamse energielening. Sinds de banken de tarieven hebben verlaagd, hebben zij de energiehuizen uit de markt geprijsd. Waardoor de geloofwaardigheid van de door de overheid gesubsideerde lening in het gedrang kwam. Een verlaging zat er hoe dan ook aan te komen.
Tommelein reageert weliswaar positief op de renteverlaging bij de banken. “De banksector engageert zich duidelijk om mee de schouders te zetten onder de energieomslag. Wat de privésector even goed – of nog beter – kan, hoeft de overheid inderdaad niet te doen”, reageert hij. “Alle initiatieven die ervoor zorgen dat mensen meer in energie-efficiëntie investeren, kunnen we alleen maar toejuichen.” Volgens de minister is het dan ook een logische stap dat de Vlaamse energieleningen vanaf 2019 worden toegekend aan specifieke doelgroepen.
Is Vlaamse energielening nog relevant?
Al lijkt niet iedereen die mening te delen. Onder meer de oppositiepartijen sp.a en Groen en zijn bang voor wat de toekomst brengen zal. “Door de Vlaamse Energieleningte beperken, zal investeren in energie-efficiëntie minder aantrekkelijk worden”, voorspellen Vlaamse Parlementsleden Rob Beenders (sp.a) en Johan Danen (Groen). Voorts benadrukken ze dat de gratis begeleiding van de Energiehuizen wegvalt. “Commerciële bankinstellingen zijn geen volwaardig alternatief”, luidt hen pleidooi.
Die lening is in het leven geroepen om de kwetsbaren in onze maatschappij een financieel duwtje in de rug te geven”
De oppositiepartijen krijgen in hun verweer steun van CD&V, coalitiepartner van Open VLD, en Vlaamse Confederatie Bouw (VCB). CD&V-parlementslid Robrecht Bothuyne zei vorige maand in een interview met Het Belang van Limburg dat hervorming in het regeerakkoord er vooral kwam op aandringen van N-VA. “Dat was een compromis, waarvan nu blijkt dat het vooral negatieve effecten heeft.”
Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is de kans dan weer groot dat dat de rente in 2019 gemiddeld boven de 2 procent zal uitkomen. “Dan zal een energielening met een standaardtarief van 2 procent voor een groter aantal gezinnen belangrijk worden om nog een woningrenovatie te kunnen financieren”, klinkt het.
Ook de Gentse schepen Heyse blijft geloven in de relevantie van de overheidsgesubsidieerde lening. “Die lening is in het leven geroepen om de kwetsbaren in onze maatschappij, zoals senioren en eenoudergezinnen, een financieel duwtje in de rug te geven. Voor hen is het nu eenmaal moeilijker een lening af te sluiten. Of ze krijgen minder gunstige voorwaarden”, maakt Heyse zich sterk. Wie aan een aantal voorwaarden voldoet, kan een energielening afsluiten tegen 0 procent.
Toekomst energielening
De Heyse blijft er, net zoals oppositiepartijen in de Vlaamse regering, van overtuigd dat de energiehuizen een streepje voor hebben op de banken. “Gezien de zeer duidelijke tarieven, de langere looptijd van de leningen en de uitgebreide advisering zijn we ervan overtuigd dat de energielening voor een grote groep van mensen zeer interessant is”, reageert ze. Zo blijft de renteloze lening voor de kwetsbare doelgroep wél duidelijk in de lift zitten. Het aantal aanvragen is in 2016 gestegen van 933 naar 1.180, een toename met ruim een kwart, en het aantal toegekende leningen van 869 naar 1.182, een stijging met ruim een derde.
Tommelein blijft er hoe dan ook van overtuigd dat de aanpassing een stap in de juiste richting is. De aanpassing van de energielening in 2019 is een duidelijk signaal dat Vlaanderen ervan overtuigd is dat ook privéspelers de Vlaming kunnen aanmoedigen om energiezuinig te renoveren. Dat terwijl de overheid haar verantwoordelijk blijft opnemen voor bepaalde groepen binnen onze maatschappij. Banken kunnen op hun beurt een deel van het kapitaal dat ze anders tegen verlies in Frankfurt stallen in de reële (en groene) economie pompen. Al zal de schreeuw om goedkope energieleningen weliswaar luider en luider klinken wanneer de rentes opnieuw gaan stijgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier