‘Als we kunnen, kiezen we voor een Belg’: getuigenissen over discriminatie op de Vlaamse huurmarkt
Wie het debat over discriminatie ten gronde wil voeren, moet het standpunt van alle betrokken partijen durven innemen. Enkele getuigenissen vanuit verschillende hoeken van de huurmarkt.
Na jarenlang te hebben vertrouwd op zelfregulering lijkt de Vlaamse regering nu toch te luisteren naar aanbevelingen van experts om discriminatie op de huurmarkt terug te dringen. Meer informatie over die koerswijziging vindt u hier.
Discriminatie gebeurt lang niet alleen op basis van etniciteit en neemt doorgaans subtiele vormen aan. Toch halen vooral de flagrante gevallen, waarbij sprake is van uitgesproken racisme, de media. Daardoor wordt het maatschappelijke debat dikwijls aangezwengeld in een gepolariseerde en bitse sfeer.
In een context waarin discriminatie al snel wordt verward met racisme, is het veilig om de kant van de slachtoffers te kiezen. Maar wie het debat ten gronde wil voeren, moet ook het standpunt van de tegenpartij durven innemen.
Hieronder leest u getuigenissen van verschillende betrokken partijen.
‘Mensen zeiden dat ze niet verhuren aan vluchtelingen. Alsof wij geen mensen zijn!’
Karima vluchtte samen met haar vier kinderen voor de oorlog in Afghanistan. Toen ze bij haar eerste huisbaas, een eigenaar van zo’n vijftig appartementen, klaagde over wateroverlast, was dat het begin van een lijdensweg op de Belgische huurmarkt. “In mijn oude appartement betaalde ik aanvankelijk 630 euro per maand. We moeten als gezin van vijf rondkomen van mijn leefloon. De huurprijs woog dus al erg zwaar op mijn budget”, begint Karima haar verhaal. “Na een tijdje kregen we te maken met wateroverlast, waardoor mijn kinderen en ik ziek werden. Toen ik mijn huisbaas daarop wees, liet hij hier en daar wel enkele herstellingen uitvoeren, maar plots verhoogde hij ook de maandelijkse huurprijs met zo’n 50 euro per maand.”
“Omdat het appartement zo te duur werd en de vochtproblemen aanhielden, begon ik uit te kijken naar iets anders. Ik schreef me in bij een sociaal verhuurkantoor en ging ook zelf op zoek op de private huurmarkt. Terwijl het mijn kinderen, die perfect Nederlands spreken, wel lukte om afspraken te maken, waren verhuurders tegen mij soms ronduit agressief. Wanneer we een woning mochten bezoeken, werden we dikwijls afgewezen omdat we met een leefloon rondkomen of omdat ons gezin te groot was. Zulke reacties doen je natuurlijk de moed verliezen, maar nog veel erger was het gevoel dat we kregen wanneer mensen zeiden niet te verhuren aan vluchtelingen. Alsof wij geen mensen zijn!”
“Ook mijn vorige huisbaas was ronduit racistisch. Opdat hij geen inkomsten zou mislopen, hadden we afgesproken dat ik zelf nieuwe huurders zou zoeken. ‘Maar het mogen geen Marokkanen of andere Afrikanen zijn. Die zijn niet proper en maken te veel ruzie’, zei hij.”
“Sommige dingen, zoals de houding van die man, zijn totaal onaanvaardbaar en hadden nooit mogen gebeuren”, vervolgt Karima. “Maar sinds mijn aankomst in België had ik ook heel wat positieve ervaringen en kwam ik ook warme en begripvolle verhuurders tegen.”
Dankzij het puntensysteem voor erg kwetsbare huurders van het sociaal verhuurkantoor kreeg Karima uiteindelijk een huurwoning aangewezen die net binnen haar budget valt. Toch behoren haar problemen nog niet tot het verleden. Haar oude huisbaas weigert niet alleen haar huurwaarborg terug te betalen, hij is ook een rechtszaak tegen haar begonnen wegens contractbreuk. Hoewel ze al twee keer gelijk kreeg van de vrederechter, hangt haar nu toch een grote boete boven het hoofd.
“Mijn huisbaas ging in beroep, waardoor we allebei opnieuw in de rechtbank verwacht werden. Op hetzelfde moment had ik met mijn zoon een afspraak op de school over zijn studiekeuze voor volgend jaar. Ik had afgesproken met mijn ex-huisbaas om de afspraak te verzetten, maar hij is toch gegaan en ik werd bij verstek veroordeeld tot een geldboete die ik onmogelijk kan betalen. Ik begrijp niet hoe de rechtbank tot zo’n uitspraak kan komen.”
Zowel in haar zoektocht naar een woning als tijdens haar rechtszaak merkt Karima hoezeer er misbruik wordt gemaakt van haar kwetsbare positie. “De houding van zowel de verhuurders die mij afwezen wegens mijn afkomst als mijn huisbaas, die zich op de kap van kwetsbare personen wil verrijken, geeft mij enorm veel stress, in de eerste plaats voor mijn kinderen. Zij zien hoe slecht gedrag onbestraft blijft of wordt beloond. Zo wil ik hen niet opvoeden.”
(Dit is een anonieme getuigenis. Karima is een fictieve naam.)
‘Als we kunnen kiezen tussen een Belgische huurder of een niet-Belg, kiezen we voor de eerste’
“Afgelopen maand was het weer zover: een van onze huurders, van Indiase afkomst, liet zijn appartement achter als een vuilnisbelt en vertrok naar het buitenland. De huurwaarborg volstond volstrekt niet om de aangerichte schade te dekken. Een andere Indiër verbrak vroegtijdig zijn contract, maar weigerde de verbrekingsvergoeding en de kosten voor de laatste maand te betalen. En een Egyptische huurder weigerde een plaatsbeschrijving bij uittrede en wilde bovendien zijn sleutels pas teruggeven na de volledige huurwaarborg te hebben gerecupereerd.”
“Die drie opeenvolgende incidenten illustreren een probleem waar wij als verhuurders van een aanzienlijke vastgoedportefeuille helaas dikwijls mee worden geconfronteerd: niet-Belgische huurders, niet zelden universitairen of onderzoekers, die na hun verblijf in ons land opnieuw naar het buitenland trekken, zijn in de praktijk onaantastbaar – en ze weten dat ook.”
“En dus ben je als verhuurder volledig overgeleverd aan de goodwill van zo’n niet-Belgische huurder. Vertrekt die vroegtijdig, met een huurachterstand, onbetaalde kostenafrekeningen of na zelfs schade te hebben aangericht, dan sta je als verhuurder machteloos. Een rechtszaak aanspannen is duur en heeft weinig zin. Met uitzondering van de vrijgave van de huurwaarborg is het vonnis meestal toch waardeloos: ga je geld maar eens terughalen in pakweg Bulgarije, Kenia of China. De kosten die daarmee gepaard gaan, liggen veel te hoog.”
“Als je dat meermaals hebt meegemaakt, is het niet meer dan normaal dat je daar bij de selectie van je huurders rekening mee gaat houden. Ons huurdersbestand omvat mensen van meer dan twintig nationaliteiten en bestaat voor meer dan de helft uit niet-Belgen. Maar als we kunnen kiezen tussen een Belgische huurder of een niet-Belg, dan kiezen we voor de eerste. Dat heeft niets te maken met racisme, maar alles met de vaststelling dat we onze rechten niet kunnen doen gelden ten aanzien van niet-Belgen die hun contractuele verplichtingen niet nakomen.”
Dit is een anonieme getuigenis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier