Honderdduizenden energieklanten zitten met een slapend elektriciteits- of aardgascontract: contracten die niet langer actief worden aangeboden op de markt. Dat maakt het onmogelijk om prijzen te vergelijken, waarschuwt de federale energieregulator Creg.
Het gaat om contracten voor aardgas en elektriciteit die niet langer in het aanbod van de leverancier zitten, of producten die in naam nog dezelfde zijn maar die intussen zijn aangepast. Het gaat dan om variabele producten waarvan bijvoorbeeld de prijscoëfficient is aangepast. “De gevaarlijkste groep”, luidt het bij de Creg.
“Een echt probleem”
Slapende contracten kunnen vandaag onmogelijk worden vergeleken met wat de markt te bieden heeft”
Dergelijke slapende contracten kunnen vandaag onmogelijk worden vergeleken met wat de markt te bieden heeft, en vormen dan ook “een echt probleem”, aldus Creg-directeur Laurent Jacquet. Soms zijn slapende producten duurder dan het duurste aanbod op de markt.
De leveranciers overtreden geen enkele wet door variabele producten aan te passen, maar het zorgt er wel voor dat consumenten moeilijker kunnen vergelijken. De Creg gaat daarom de regering adviseren om een oplossing uit te werken voor de slapende contracten in het nieuwe consumentenakkoord, dat de regelgeving en bescherming voor consumenten organiseert.
Tegen de zomer is de federale energieregulator ook van plan om een benchmarking-instrument te lanceren op de site: een instrument waarmee consumenten kunnen controleren hoe hun huidige contract zich verhoudt tot het aanbod op de markt.
De omvang van de problematiek is immens. Zo telt één slapend product alleen al een miljoen elektriciteit- en aardgasklanten. Het gaat om een aanbod van Luminus. Na contact met de Creg heeft die wel op eigen initiatief de slapende producten opnieuw vergelijkbaar gemaakt.
Belg moet beter vergelijken
De slapende contracten verstoren de transparantie op de markt. Blijven vergelijken is meer dan ooit de boodschap, benadrukt Creg-voorzitster Marie-Pierre Fauconnier. Ook al wisselen de Belgen in vergelijking met de rest van Europa vlot van leverancier -België kent één van de hoogste switchgraden van Europa- het kan altijd nog beter. “De consument moet nog beter vergelijken, en niet zomaar op het eerste beste aanbod springen. Daarom moet de vergelijkingsbasis zo breed mogelijk zijn”, aldus Fauconnier.
De consument moet nog beter vergelijken, en niet zomaar op het eerste beste aanbod springen”
Dat vergelijken loont, bewijst een nieuwe studie van de regulator, waarbij de energiecomponent -dus zonder allerhande heffingen en taksen- van de verschillende producten van de leveranciers onder de loep werd genomen. Daaruit blijkt dat het marktaandeel van de tien duurste producten op de elektricteits- en gasmarkt vandaag vele malen groter is dan dat van de tien goedkoopste. En er dus een enorm besparingspotentieel is.
Concreet hebben de tien duurste elektriciteitscontracten op de Belgische markt voor de gezinnen een marktaandeel van 63 procent (toch zowat 2,5 miljoen klanten), tegen 3 procent marktaandeel voor de tien goedkoopste producten. Overschakelen van het duurste naar het goedkoopste contract kan hier een besparing opleveren op jaarbasis tot 174 euro, op een gemiddelde jaarfactuur van 815 euro. Voor aardgas gaat het om een besparing die kan oplopen tot 393 euro (op een jaarfactuur van 1.300 euro).
Kmo’s
Ook op de markt voor kmo’s is vandaag het marktaandeel van de duurste contracten veel groter dan van de goedkoopste contracten, en is het besparingspotentieel navenant.
Het aanbod van de verschillende leveranciers uitpluizen en vergelijken kan dus grote besparingen opleveren, benadrukt Jacquet. Leveranciers verbinden aan de contracten ook allerlei diensten, zoals callcentra en onderhoudscontracten. De consument moet zich afvragen of hij gebruik zal maken van die diensten, die de prijs opkrikken, adviseert de Creg. (Belga/NS)
