Kinderbijslag: Vlaamse regering zet sector van uitbetalers op zijn kop
Sinds 1 januari kunnen Vlaamse gezinnen vrij kiezen bij welk kinderbijslagfonds ze hun gezin willen aansluiten. De Vlaamse regering kondigde in het regeerakkoord echter aan dat ze maar één kinderbijslagfonds wil overhouden.
Vlaanderen doopte op 1 januari 2019 de kinderbijslag om tot het groeipakket en sindsdien kunnen de ouders van pasgeboren kinderen in Vlaanderen kiezen bij welke uitbetaler ze willen aansluiten. Voordien waren de werkgevers aansloten bij een kinderbijslagfonds, niet de werknemers.
Sinds 1 januari 2020 mogen de ouders in Vlaanderen voor hun hele gezin – of er nu een pasgeborene is of niet -kiezen bij welk kinderbijslagfonds ze willen aansluiten. Wallonië volgt met een jaar vertraging. In Brussel zijn de ouders pas vanaf 1 januari 2022 volledig vrij om eender welk kinderbijslagfonds te kiezen voor hun gezin.
“Er is bewust gekozen voor een stapsgewijze invoering van die keuzevrijheid, omdat de overheid een aardverschuiving wilde vermijden. Er verandert al zo veel tegelijk dat het voor de uitbetalers van het groeipakket al een huzarenstukje was om alles rond te krijgen”, zegt Leen Du Bois van het Vlaams Agentschap Uitbetaling Groeipakket dat controle uitoefent op de uitbetalers.
“Als ouders geen keuze maken, komen ze bij FONS terecht”, vervolgt Du Bois. FONS is de uitbetaler van de Vlaamse overheid die in de schoot van het Agentschap Uitbetaling Groeipakket zit ingenesteld. “De mensen krijgen wel een bericht dat de overheid voorlopig de betalingen doet, en dat ze nog altijd kunnen overstappen naar een van de vier private uitbetalers: Infino, Kidslife, MyFamily of Parentia.”
Toen waren ze nog met vier
In 2018 waren er nog twaalf kinderbijslagfondsen in ons land: elf private en één publiek. De overheid besliste dat er maar vier private en één publieke uitbetaler per regio mochten overblijven. Behalve FONS is er nog Famiris, het publieke kinderbijslagfonds van Brussel, en Famiwal, het publieke fonds van Wallonië.
Die beslissing van de overheid leidde tot een gedwongen consolidatie in de sector, die nog niet voorbij lijkt. Want in het Vlaamse regeerakkoord lezen we de volgende intentie van de regering-Jambon: “Voor alle ouders en kinderen evalueren we het nieuwe systeem van de kinderbijslag, boeken we maximaal efficiëntiewinsten en evolueren we naar één uitbetalingsactor.”
Het kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Gezin, Volksgezondheid en Armoedebestrijding, Wouter Beke (CD&V), laat weten dat nog niet vaststaat of die ene actor FONS wordt. In de Duitstalige Gemeenschap werd er bij de hervorming van de kinderbijslag in 2019 meteen voor gekozen de uitbetalingen door een overheidsdienst te laten doen. Het gaat natuurlijk om een beperkt aantal gezinnen, maar in die deelstaat runt de overheid alles wat met kinderbijslag te maken heeft.
Enkel MyFamily, dat het grootste kinderbijslagfonds in Vlaanderen was, ging na de hervorming van 2019 op eigen kracht door. Het fonds is enkel in Vlaanderen actief. De andere fondsen zijn in de verschillende regio’s actief. “Een op de drie kinderen die in 2019 werden geboren, zijn bij ons terechtgekomen”, zegt woordvoerder Céline Englebert.
Englebert wijst erop dat 75 procent van het Vlaamse groeipakket door private kinderbijslagfondsen wordt uitbetaald. Voor de gezinnen die moesten kiezen in 2019, omdat ze een kindje verwachtten, ligt het aandeel van de private uitbetalers zelfs nog hoger. “Omdat we zwaar hebben geïnvesteerd in informatiecampagnes, weten de meeste ouders dat ze voor hun kind een fonds moeten kiezen.”
Voor de kinderbijslagfondsen is het moeilijker het verschil te maken dan voor de ziekenfondsen. “Alle uitbetalers moeten hetzelfde bedrag op hetzelfde moment uitbetalen”, benadrukt Englebert. Marc Ertveldt, directeur van Parentia: “In tegenstelling tot bij de ziekenfondsen zijn er bij de kinderbijslagfondsen geen verschillen in de betalingen van aanvullende voordelen.” Parentia ontstond uit de fusie van Partena, Attentia en Mensura Kinderbijslag en is vandaag de grootste uitbetaler in Vlaanderen, groter dan FONS, volgens het aangesloten aantal kinderen.
De fondsen proberen het verschil te maken in de communicatie met de klanten: snel en eenvoudig antwoorden. En ze zetten in op hulp bij de gezinsadministratie. “Het is goed dat de concurrentie speelt. Dat houdt ons scherp en doet ons innoveren. We zijn bijvoorbeeld sinds vorige week een avond per week tot 20 uur open”, zegt Céline Englebert.
“Het is dan ook een bittere pil dat we in het regeerakkoord lezen dat we naar één uitbetalingsactor moeten, zonder concrete informatie. De werking met een beperkt aantal uitbetalers is pas in 2019 gestart”, voegt Marc Ertveldt eraan toe.
Englebert treedt haar collega bij en zegt dat de actoren “verwonderd” zijn over de demarche.
De uitbetalers verwijzen ook naar de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), die in 2019 nog heeft gewaarschuwd dat de uitbetaling door één agentschap niet per se de beste oplossing is omdat de concurrentie een positief effect kan hebben op de dienstverlening, de kostenefficiëntie en innovatie.
Besparingen in Vlaanderen
Vlaanderen bespaart de komende jaren op de werkingskosten van de private uitbetalingsactoren, zoals de kinderbijslagfondsen officieel heten. “De werkingsmiddelen van de private uitbetalingsactoren bedroegen in 2019 ongeveer 62,5 miljoen euro”, zegt Céline Englebert van MyFamily. Voor 2020 is er een besparing van 3,125 miljoen euro gepland. Vanaf 2021 stijgt die jaarlijkse besparing naar 4,688 miljoen euro en vanaf 2022 naar 6,250 miljoen euro ofwel 10 procent van de huidige werkingsmiddelen. “Wij moeten dus de dossiers van 1,2 miljoen kinderen in Vlaanderen sowieso met minder middelen beheren.”
Op het kabinet van minister Beke klinkt het dat alle beheersorganen een efficiëntie-oefening moeten doen. “Er is bij de opstart van het groeipakket gekozen voor een maximale administratieve vereenvoudiging en sterk geïnvesteerd in digitalisering. Daardoor kunnen die efficiëntiewinsten nu worden gerealiseerd.”
Voor 2020 voorziet de Vlaamse overheid in een budget van 3,856 miljard euro voor de uitbetalingen van het groeipakket, tegenover 3,938 miljard euro voor 2019. “Dat budget is redelijk stabiel”, zegt Marc Ertveldt van Parentia. Er zijn wel enkele kleinere besparingen gepland. Zo zal de indexering van de kinderbijslag voor iedereen later op het jaar worden doorgevoerd dan vroeger: in september 2020. “We volgen niet langer de overschrijding van de spilindex, maar indexeren jaarlijks op een vast moment. In vergelijking met de spilindex, zal dat de ene keer vroeger zijn, en de andere keer later”, stipt het kabinet van minister Beke aan.
De leeftijdstoelagen en het bedrag voor het derde en de volgende kinderen zullen in het oude systeem vijf jaar lang niet worden geïndexeerd. “Door de indexering van oude bedragen uit te stellen, wil de nieuwe regering voorkomen dat het verschil met de nieuwe bedragen, voor een gezin met drie of meer kinderen, nog hoger oploopt”, klinkt het.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier