De psychologie achter de inflatie: ‘Hoe meer we erover horen, hoe meer we het zien’
Inflatie is niet enkel een economisch spel van vraag en aanbod. Het heeft een belangrijke psychologische dimensie waarin perceptie, verwachtingen en gedrag elkaar beïnvloeden. “De voornaamste psychologische impact is dat mensen er zich slecht door voelen.”
‘Inflation is always and everywhere a monetary phenomenon‘ – ‘Inflatie is altijd en overal een monetair fenomeen’. Zo luidt de beroemde uitspraak van de econoom Milton Friedman. Hij bedoelde daarmee dat inflatie altijd te wijten is aan de hoeveelheid geld en de omloopsnelheid ervan in de economie. Te veel geld dat achter te weinig goederen aan zit, is nog zo’n gezegde dat inflatie tot een zuiver economisch fenomeen herleidt.
Behalve een spel van vraag, aanbod, geldhoeveelheid en prijszetting, is inflatie ook een psychologisch fenomeen. Als de economie rustig voortkabbelt, halen de inflatiecijfers het nieuws niet en beseffen de meeste mensen amper dat hun loonbrief wordt geïndexeerd. Maar als prijzen abnormaal stijgen, nestelt de inflatie zich ook in de hoofden van de mensen en passen ze hun uitgaven en investeringen daaraan aan.
Op vrijdag 25 februari stonden heel wat wagens aan de benzinestations aan te schuiven. Er stonden rijen van zeven tot acht auto’s aan elke pomp. De reden? Een dag later gingen de brandstofprijzen met 7 à 8 eurocent omhoog. “De dag voor zo’n sterke prijsverhoging zien wij het bezoek aan onze stations verdubbelen tot verdrievoudigen”, vertelt Kristof Gabriëls van Gabriëls Brandstoffen.
‘Dat mensen prijsstijgingen opmerken, is een eerste teken van de psychologische dimensie van inflatie’
De oorlog in Oekraïne heeft nog andere producten onder het inflatievoetlicht gebracht. Omdat Oekraïne een belangrijke exporteur van granen en plantaardige oliën is, verwachten mensen zich aan prijsstijgingen of tekorten. Het resultaat: paniekaankopen en hamstergedrag. Verschillende supermarktketens hebben al beperkt hoeveel pakken bloem of flessen olie iemand per winkelbezoek mag meenemen.
Verder is volgens Google-trends de zoekterm ‘inflation‘ in het afgelopen anderhalf jaar verviervoudigd in populariteit. “Dat mensen prijsstijgingen opmerken, is een eerste teken van de psychologische dimensie van inflatie. De lage inflatie van de afgelopen decennia werd niet opgemerkt, maar ze was er wel”, zegt Werner De Bondt, professor gedragseconomie aan DePaul University in Chicago.
Inflatieperceptie
De psychologie van inflatie draait rond twee zaken: inflatieperceptie en inflatieverwachtingen. Volgens Rob Ranyard, onderzoeker economische psychologie aan Leeds University Business School, zijn er drie bronnen die de inflatieperceptie van mensen voeden. Ten eerste de prijsveranderingen die ze in hun dagelijkse leven ervaren. Als ze merken dat brood plots 20 cent duurder is, wordt dat het symbool voor hoe sterk de inflatie van dat moment is. Het zogenoemde beschikbaarheidseffect of recency bias speelt daarin een belangrijke rol, zegt Marc Buelens, emeritus aan de Vlerick Business School en psycholoog. “Wat ons het meest recent is overkomen, weegt zwaarder. ‘Als mijn recente aankopen 20 procent duurder waren, zal alles 20 procent duurder zijn’, denken mensen”, legt hij uit.
Daarnaast kunnen de media het inflatiespook bevestigen, versterken of verzwakken, volgens de analyse van Ranyard. In het geval van oplopende inflatie werkt berichtgeving meestal versterkend. “Door de media-aandacht merk je de prijsstijgingen veel makkelijker op. Er zijn ook goederen en diensten waarvan de prijzen minder stijgen, maar dat merk je minder op”, stelt Siegfried Dewitte, professor consumentengedrag aan de KU Leuven.
‘Elk bericht over schaarste wakkert onnodige paniekaankopen aan’
In de afgelopen weken hebben Trends-redacteurs verschillende keren vanuit grootwarenhuisketens de boodschap gekregen dat we de inflatieperceptie bij mensen onnodig aanwakkeren door te berichten over prijsstijgingen en tekorten. “Elk bericht over schaarste wakkert onnodige paniekaankopen aan”, klonk het. Onderzoek uit Zweden wijst ook uit dat het effect van de media groter is in periodes van hoge en volatiele inflatie.
De officiële inflatiecijfers, zoals de gezondheidsindex, dragen bij aan die perceptie, maar die wegen minder zwaar dan de eigen ervaringen en de mediaberichten. Dat zorgt er dan weer voor dat mensen de inflatie vaak erger inschatten dan ze in werkelijkheid is.
Een stijgend prijzenpeil wordt evenwel niet door iedereen gelijk ervaren, merkt Siegfried Dewitte op. “De reële inflatie varieert sterk van persoon tot persoon. Sommige mensen voelen die bijna niet wegens hun consumptiegedrag, maar door de brede aandacht ervoor kan ook bij hen de perceptie van hogere prijzen ontstaan”, stelt hij.
Inflatieverwachtingen
De perceptie sijpelt vervolgens door tot in de inflatieverwachtingen. Daar ligt dezelfde psychologische valkuil op de loer als bij de perceptie, zegt Marc Buelens. “Wij kijken naar de hoge inflatie en gaan ervan uit dat die zich gewoon zal voortzetten”, legt hij uit. Onderzoek van de Europese Centrale Bank (ECB) bevestigt dat mensen het toekomstige prijzenpeil structureel overschatten.
De inflatieverwachtingen verschillen ook sterk naargelang de socio-economische status van de ondervraagden. Kort gezegd, hoe hoger het inkomen en hoe vermogender, hoe lager de inflatieverwachting. Huishoudens aan de onderkant van de loon- en vermogensschalen hebben vaker losgeslagen inflatieverwachtingen.
Verder helpt het niet dat het al zo lang geleden is dat we nog inflatie hebben gehad. “Slechts een kwart van de Amerikanen is 55 jaar of ouder. Weinig mensen hebben een levendige herinnering aan de inflatieschok van de jaren zeventig”, schrijft Pascal Blanqué, hoofdeconoom van de vermogensbeheerder Amundi, in een recente analyse. Het ontbreekt ons aan collectief geheugen en levenservaring om de prijsstijgingen van de afgelopen maanden naar waarde te schatten. “Ik heb mijn eerste loon gekregen in 1973, een jaar waarin er negen indexverhogingen waren”, vertelt Marc Buelens. “Daarmee heb ik een soort aards besef of bewustzijn van inflatie.”
Kuddegedrag
De perceptie en de verwachtingen lokken op hun beurt de paniekaankopen en het hamstergedrag uit aan de pomp en in de supermarkt. Dat gedrag zouden we in eerste instantie als irrationeel bestempelen omdat het afwijkt van de norm van de afgelopen jaren, maar is in het licht van de perceptie en de verwachtingen perfect rationeel. “Met het vooruitzicht van hogere prijzen slaan mensen een voorraad in. Dat is op zich heel rationeel. Ze kopen nu, omdat het morgen duurder is”, legt Werner De Bondt uit.
Maar dat is een eerste reactie, die vrij snel wegdeemstert. “De voornaamste psychologische impact van inflatie is dat mensen er zich slecht door voelen. Ze vinden het oneerlijk dat de prijzen stijgen, ze weten niet goed hoe ermee om te gaan en daardoor worden ze voorzichtiger, wat tot een economische terugval kan leiden”, zegt De Bondt. “Als mensen hogere prijzen verwachten, stellen ze bepaalde uitgaven of investeringen uit”, voegt Siegfried Dewitte toe.
Ook verkopers kunnen op de rem gaan staan. “Bij een oplopende inflatie vermindert de prikkel om te verkopen omdat je product in waarde zal stijgen”, stelt Alain Van Hiel, professor sociale psychologie aan de UGent. “Daar komt nog het zogenoemde eigenaarseffect bij, waardoor mensen de dingen die ze bezitten hoger in waarde schatten louter en alleen omdat ze ze bezitten.”
‘Hoe meer we erover praten, lezen en horen, hoe meer we het zien. Dat heet sociale versterking’
Op een bepaald moment versterken de inflatieperceptie, de inflatieverwachtingen en het gedrag elkaar. “Hoe meer we erover praten, lezen en horen, hoe meer we het zien. Dat heet sociale versterking”, zegt Siegfried Dewitte. Marc Buelens spreekt van sociale beïnvloeding. “Die kan ervoor zorgen dat de perceptie afwijkt van de werkelijke cijfers”, stelt hij.
Kopieergedrag is perfect normaal, zeker in een context die niet bekend is, merkt Alain Van Hiel op. “We weten niet meer hoe met inflatie om te gaan of hoe erop te reageren. Het is normaal dat we dan in onze omgeving kijken naar wat andere mensen doen en zo elkaar besmetten.”
Ook Erik Buyst, economisch historicus aan de KU Leuven, spreekt van een zelfversterkend effect. “Mensen en bedrijven calculeren de inflatieverwachtingen in en verhogen hun prijzen gewoon omdat het in de geesten zit. Zo verspreidt zich dat”, stelt hij.
Ook al gedraagt ieder van ons zich op zich rationeel door huishoudolie of graanproducten in te slaan en aan te schuiven aan de pomp, de opeenstapeling van individuele rationaliteit kan het systeem wel onder druk zetten. “Het is een typisch voorbeeld waar individuele en collectieve logica met elkaar in conflict raken”, zegt Alain Van Hiel. “Wanneer individuen prijsrationeel handelen en enkel naar hun eigen belang kijken, kan dat ontwrichtend zijn voor het hele systeem.”
Maar macro-economische modellen waarin iedereen louter rationeel handelt, houden geen rekening met die mogelijke ontwrichting. “Vanuit psychologisch standpunt is het normaal dat mensen voorzichtiger en terughoudender zijn in periodes van inflatie, maar dat past niet in de macromodellen”, zegt Werner De Bondt.
Soms wakkeren niet-economische randfenomenen het inflatiebesef bij mensen aan, ook al zijn die op zich niet doorslaggevend voor het prijzenpeil. “In de jaren zeventig was het olie-embargo zo’n trigger. Nu is dat de oorlog in Oekraïne. Dat zijn eerder politieke gebeurtenissen die een bepaald klimaat scheppen waarin mensen plots meegaan”, legt Erik Buyst uit.
Hoe de inflatiepsychologie keren
Het psychologische inflatietij keren is niet makkelijk. “In zo’n situatie moet je een beroep doen op het collectieve inzicht en geweten van mensen, maar dat is niet vanzelfsprekend, zeker niet in onzekere tijden zoals nu. Mensen hebben covid nog maar amper verteerd en nu krijgen ze een oorlog op hun bord”, zegt Siegfried Dewitte. “Het is een open deur intrappen, maar de rust bewaren in zulke situaties helpt om de verwachtingen en de perceptie niet uit de hand te laten lopen.” Vertrouwen is volgens Werner de Bondt het hoofdingrediënt waarmee centrale bankiers en overheden de oplopende inflatie kunnen aanpakken.
De paniekaankopen en de voorraaddrang van mensen zijn mogelijke kiemen van een psychologische inflatiespiraal, maar zo ver zijn we nog lang niet. Ook vanuit economisch oogpunt loopt de inflatie niet uit de hand. Daarvoor zouden de lonen even sterk moeten stijgen als de prijzen en dat is over het algemeen nog niet het geval. Toch deed de gouverneur van de Britse centrale bank, Andrew Bailey, in een interview in februari een beroep op het collectieve geweten van de Britse werknemers door hen te vragen geen loonsverhogingen te eisen om de inflatie niet te verergeren.
Volgens Erik Buyst helpt maar één ding om de psycho-economische spiraal te doorbreken. “Een serieuze economische crisis, zoals die begin jaren tachtig is uitgelokt door de centrale banken”, zegt hij. “Wanneer mensen zien dat de economische groei wordt stilgelegd en het moeilijker wordt om steeds hogere prijzen door te rekenen, dan keert de dynamiek.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier