Waarom de Fed paniek veroorzaakt op de beurs

Jerome Powell op Wall Street © reuters
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Er is steeds meer sprake van dat de Amerikaanse centrale bank haar soepele geldbeleid zal terugschroeven. Dat laat de financiële markten niet onberoerd. Wat zou die terugschroefpolitiek kunnen betekenen en waarom ontstaat daardoor paniek op de beurzen?

Donderdag gingen de beurzen wereldwijd in het rood nadat de notulen van de vergadering van de Fed, de Amerikaanse centrale bank, bekend waren geraakt. Daaruit bleek dat een grote meerderheid van de Fed-bestuurders verwacht om dit jaar het soepele geldbeleid – het fameuze quantitative easing-programma of QE – terug te schroeven.

Wat is tapering?

In Fed-jargon heet dat terugschroeven taperen. Na de financiële crisis van 2008 zijn de centrale banken wereldwijd, de Fed op kop, massaal obligaties en verpakte hypotheken beginnen opkopen op de financiële markten. In eerste instantie was dat om het gevaar voor deflatie na de crisis af te weren en de economische relance een zetje te geven.

Die opkoopprogramma’s hielden de rente laag en zorgden voor veel liquiditeit op de financiële markten. Critici omschrijven QE als een dopinginfuus waar de economie onnodig lang aan heeft gehangen. Andere analisten en economen zien het als cruciaal om de deflatoire krachten, die sinds 2008 nooit zijn weggeweest, tegen te gaan.

In 2008 was de balans van de Fed goed voor net geen 1000 miljard dollar aan activa. Sindsdien heeft ze die aangedikt met meer dan 7000 miljard dollar aan overheidsobligaties, bedrijfsschulden en verpakte hypotheken. In Europa zien we hetzelfde. Begin 2008 was de balans van de Europese Centrale Bank (ECB) goed voor 1500 miljard euro. Nu bedraagt die 7000 miljard euro. Als je de opkoopprogramma’s van de Bank of England en de Bank of Japan daarbij optelt, hebben de voornaamste vier centrale banken de afgelopen jaren voor meer dan 30.000 miljard dollar aan financiële activa, vooral overheidsobligaties, opgekocht.

Hoewel die opkoopprogramma’s oorspronkelijk bedoeld waren om de onmiddellijke effecten van de financiële crisis op te vangen, zijn de centrale banken er niet mee gestopt. Na het eerste QE-programma van de Fed in 2009 volgden QE2 in 2010, QE3 in 2012 en QE4 in 2013. Sindsdien grappen analisten over QE-infinity. In Europa begon de ECB er pas in maart 2015 mee.

Begin 2020 rees almaar meer twijfel over de noodzaak om die opkopen voort te zetten, maar toen brak de coronapandemie uit en verhoogden de centrale banken het maandelijkse tempo van hun QE-programma’s. Momenteel koopt de Fed maandelijks voor 120 miljard dollar op. De ECB koopt elke maand voor zo’n 100 miljard euro op.

Voor het eerst in jaren lijken er bij de Fed concrete plannen te zijn om die opkopen dit jaar nog te beginnen afbouwen. Een groot deel van de Fed-bestuurders is voorstander om dit jaar nog te taperen, bleek uit de notulen.

Vanwaar de taper-paniek?

De financiële markten schoten in een kramp. Dat hoeft nauwelijks te verrassen. Ze zien een grote steunpilaar wegvallen, die hen de afgelopen jaren heeft gestut. QE heeft een grote impact gehad op de markten. Vooral aandelen zijn er goed bij gevaren. De koersen zijn sinds 2009 alleen maar gestegen. De meeste beursindexen staan op recordniveaus, die vaak een verveelvoudiging zijn van hun niveaus van twaalf jaar geleden.

Met QE hebben de centrale banken de rente heel die tijd laag kunnen houden. De spaarders zagen het rendement op hun spaarboekjes en termijnrekeningen verdwijnen, en de beleggers haalden steeds lagere rendement op veilige beleggingsinstrumenten zoals overheidsobligaties en ander schuldpapier. Aandelen daarentegen kregen er een serieuze boost mee, maar ook andere risicodragende activa, zoals vastgoed, goud en private equity. Die activaklassen zagen steeds meer geld van spaarders en voorzichtige beleggers toestromen.

QE heeft ook de wereldwijde obligatiemarkten gestut. Centrale banken zijn daarin de laatste tien jaar de belangrijkste opkopers geworden, vooral van staatsobligaties.

Nu het einde van QE in zicht komt, en op termijn misschien zelfs rentestijgingen, worden obligaties en geldmiddelen plots weer interessanter dan de afgelopen jaren, en dreigen de aandelenmarkten het geld dat hun de afgelopen jaren massaal is toegestopt, weer zien weg te vloeien. De obligatiemarkten zien dan weer de voornaamste opkoper van staatspapier verdwijnen, en daarmee ook de hoge vraag en liquiditeit.

Welke impact heeft taperen op de markten?

In 2013 zei toenmalig Fed-voorzitter Ben Bernanke tijdens een hoorzitting voor het Amerikaanse parlement dat ze er bij de Fed aan dachten de obligatie-opkopen terug te schroeven. De economie had het ergste leed van de financiële crisis verwerkt, de arbeidsmarkt stond er goed voor, net als de financiële markten. De financiële markten reageerden onverwacht heftig. De aandelenmarkten daalden in korte tijd meer dan 5 procent, en de rente op de Amerikaanse overheidsobligaties op tien jaar steeg van 1,8 tot 3 procent. Rentes op obligaties stijgen wanneer de koersen ervan dalen.

Na die taper-paniek borg de Fed zijn voornemen om QE terug te schroeven op, en sindsdien zijn analisten en marktspelers nog alerter voor al wat de bank en haar bestuurders erover zeggen. In elke speech of persconferentie worden de woorden van de Fed-bestuurders door de markt gewikt en gewogen op zoek naar ook maar enige verwijzing naar mogelijk taperen. De Fed is sindsdien nog voorzichtiger in haar woordkeuze en formuleringen.

Zal de Fed deze keer echt taperen?

Net zoals in 2013 komen er de laatste maanden vanuit Fed-kringen steeds meer berichten dat ze denken aan de afbouw van QE, maar de onzekerheden daarover zijn even groot als toen. Enerzijds is de economie aan een sterk herstel bezig en zijn er tekenen van inflatie, een belangrijke graadmeter voor de Fed. Anderzijds is de Amerikaanse arbeidsmarkt nog niet op het niveau van voor corona en kan de delta-variant van het coronavirus de economische relance in de kiem smoren.

De laatste weken hebben enkele Fed-bestuurders in toespraken en interviews gezegd dat er bij de Fed over nagedacht wordt om binnenkort een gesprek te houden over de mogelijkheid om te taperen. Meer voorwaardelijkheid kan een mens niet uitstralen. Fed-voorzitter Jerome Powell zei onlangs dan weer dat hij eerst een sterker herstel van de arbeidsmarkt wil zien.

Als het economische herstel in de VS onder stoom blijft, de werkloosheid daalt en de huidige inflatie-opstoot blijft kleven, dan zal de Fed sneller taperen dan verwacht, maar beleggers mogen er zeker van zijn dat de Fed dat lang genoeg op voorhand zal aankondigen, zodat de financiële markten kunnen wennen aan het idee.

Alle ogen zijn daarom gericht op het jaarlijkse economische symposium van de Fed in Jackson Hole eind volgende week, of op de volgende reguliere Fed-vergadering in september. Sommigen verwachten dat de Fed zal aankondigen om in oktober of eind dit jaar zijn opkopen terug te schroeven. Anderen zien nog te veel economische onzekerheden en denken dat het voor later zal zijn.

Zal de ECB dan ook taperen?

Van de Amerikaanse onrust over taperen is in Europa geen spoor, omdat het Europese economische herstel achterloopt op het Amerikaanse. De Europese inflatiecijfers zijn ook nog niet zo fel gestegen als in de VS en de arbeidsmarkten in de 27 lidstaten hebben nog een weg richting volledige tewerkstelling af te leggen. De ECB is dus nog helemaal niet toe aan het terugschroeven van haar opkoopprogramma’s. Die zullen nog minstens tot eind 2022 lopen, klinkt het in de bestuurskamers in Frankfurt.

De Europese beurzen zijn evenwel niet immuun voor de Amerikaanse taperpaniek, zoals we gisteren zagen. De voornaamste Europese indexen verloren aanzienlijk terrein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content