Tweede zit voor de taks op effectenrekeningen
De regering heeft de taks op effectenrekeningen bijgestuurd, nadat de Raad van State zich vernietigend had uitgelaten over het eerste wetsontwerp.
De regering heeft de belasting van 0,15 procent op effectenrekeningen waarop voor meer dan 500.000 euro aan effecten staat, naar eigen zeggen ingevoerd “met het oog op een meer rechtvaardig fiscaal beleid”. Een ‘rechtvaardig fiscaal beleid’ is het afgelopen jaar weleens gebruikt als codetaal voor extra belastingen voor de allerrijksten van ons land.
De regering wilde naar eigen zeggen met de taks op effectenrekeningen dan ook enkel de gegoede burgers treffen. “Als het erom gaat de gegoede burger te belasten, lijkt een uitsluiting van effecten op naam allesbehalve evident”, citeerde De Standaard op 12 oktober uit het advies van de Raad van State.
De Raad van State had om ongeveer dezelfde reden ook een probleem met het onderscheid tussen natuurlijke personen en vennootschappen. “Alle rechtspersonen zonder onderscheid van de taks uitsluiten lijkt onevenredig in het licht van het doel van de maatregel en bijgevolg niet in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel.”
CD&V lanceerde vorige week in de krant De Tijd een tegenvoorstel. De partij zou in de taks op de effectenrekeningen wel aandelen op naam betrekken, maar niet die van familiale aandeelhouders, en ook wel niet-beursgenoteerde aandelen van grote ondernemingen, maar niet die van kmo’s. Maar de regeringspartners zagen dat niet zitten.
De regering stuurt nu het wetsontwerp bij, na lange onderhandelingen, maar de aandelen op naam blijven buiten schot en de aandelen aangehouden in een vennootschap eveneens. De regering voegt wel een anti-ontwijkingsbepaling toe, die moet vermijden dat natuurlijke personen nog snel een vennootschap oprichten om er hun aandelen in onder te brengen. Critici wijzen erop dat de rijkste families van ons land, zoals de families achter Solvay of AB InBev, hun aandelen op naam en/of via een vennootschap aanhouden. De regering zal de motivering voor die discriminatie sterker maken.
De regering besliste dus uiteindelijk enkel iets te doen met een opmerking van de Raad van State over het willekeurige onderscheid tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen. In de optelsom van de effecten zullen dus zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde aandelen meetellen. Ook trackers en certificaten worden in de berekening meegenomen. Als de som boven 500.000 euro uitkomt, dan is de taks van 0,15 procent op de hele effectenportefeuille verschuldigd.
Die belasting moet, in tegenstelling tot de speculatietaks, wel degelijk geld in het laatje brengen. De regering mikt op 254 miljoen euro, daar waar de opbrengst van de speculatietaks op 34 miljoen euro was begroot. We zetten nog eens alle modaliteiten op een rij, om verwarring te vermijden. De Raad van State krijgt dertig dagen om een nieuw advies te formuleren. De vraag is of de aanpassingen van de regering voldoende zijn om de Raad van State nu wel te overtuigen.
1.Wie moet de taks betalen?
Enkel natuurlijke personen moeten de taks op effectenrekeningen betalen en ze moeten die taks enkel betalen als ze 500.000 euro of meer aan effecten bezitten. Het is de titularis van een effectenrekening, die betaalt voor zijn aandeel in de effecten. De wetgever gaat bij de inning van de taks ervan uit dat verschillende titularissen van eenzelfde rekening even grote delen bezitten. Als een titularis zijn aandeel in het geheel kleiner is, dan moet hij of zij de teveel betaalde belastingen achteraf terugvragen aan de belastingen.
Als er op een effectenrekening vruchtgebruik wordt ingehouden, dan wordt de vruchtgebruiker beschouwd als de enige titularis, ongeacht of de rekening op naam staat van de naakte eigenaar, vruchtgebruiker of beiden.
Inwoners van België moeten betalen op binnen- en buitenlandse effectenrekeningen. Niet-inwoners met een effectenrekening bij een Belgische financiële tussenpersoon moeten eveneens de taks betalen.
2. Welke effecten tellen mee, en welke niet?
Beursgenoteerde én niet-beursgenoteerde aandelen tellen mee. Voor fondsen doet het er niet toe of ze beursgenoteerd zijn, of niet. Fondsen vallen sowieso binnen de groep van effecten waarop u de taks moet betalen, tenzij het gaat om pensioenspaarfondsen of om fondsen die in een jasje van een tak23-levensverzekering gestoken zijn. Mocht er nog enige twijfel over bestaan hebben, trackers of beursgenoteerde fondsen zijn ook betrokken.
Ook voor obligaties maakt het niet uit of ze beursgenoteerd zijn, of niet. Kasbons zijn onderworpen aan de taks, termijnrekeningen niet. Nochtans zijn kasbons en termijnrekeningen zeer vergelijkbare producten. Er is ook een onderscheid tussen warrants, die wel onderworpen zijn aan de taks, en opties, die niet onderworpen zijn. Beiden zijn rechten om gedurende een bepaalde looptijd een actief te kunnen kopen (call) of verkopen (put) aan een vooraf bepaalde prijs. Er is dit weekend ook verduidelijkt dat certificaten eveneens in het vizier lopen.
3. Zijn effecten op naam onderworpen aan de taks?
Er wordt enkel rekening gehouden met belastbare financiële instrumenten die op de effectenrekeningen staan. Aandelen op naam van zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde bedrijven vallen buiten de toepassing van deze nieuwe belasting. De aandelen op naam worden in een register bij het bedrijf bijgehouden. Ook deelbewijzen van fondsen zoals de Luxemburgse SICAV-SIF die niet op een effectenrekening staan, maar in een soortgelijk register als bij de aandelen op naam, zijn niet onderworpen aan deze taks.
4. Hoeveel taks moeten beleggers betalen?
Het tarief bedraagt 0,15 procent op de volledige waarde van alle effecten, die onderworpen zijn aan de taks op de effectenrekeningen (zie bovenstaande vraag).
5. Wanneer wordt de taks ingevoerd?
Het zou nog altijd de bedoeling zijn dat de taks op 1 januari 2018 van kracht wordt. Dat riskeert wel krap te worden, want de Raad van State heeft 30 dagen tijd om een advies te formuleren over het nieuwe wetsontwerp.
6. Hoe wordt de taks berekend?
De referentieperiode loopt telkens van 1 oktober tot 30 september van het volgende jaar. De gemiddelde waarde van de effecten wordt bepaald aan de hand van de waarde op de laatste dag van elke driemaandelijkse periode, op basis van de laatste slotkoers van het financiële instrument of de laatste publiek beschikbare netto-inventariswaarde voor fondsen. Voor 2018 zal er voor een keer een gemiddelde waarde berekend worden op basis van 1 januari, eind maart, eind juni en eind september. Bij een opening, sluiting of wijziging van de titularis van de effectenrekening wordt de dag van de verandering een meetpunt. Bij een gelijktijdige verhuis van de effectenrekening én de titularis naar het buitenland, wordt de taks ingehouden in verhouding tot het aantal dagen van het jaar dat al verstreken is.
7. Wat moeten beleggers zelf doen?
In principe zullen de Belgische banken op 1 oktober een bevrijdende taks op effectenrekeningen inhouden, de aangifte doen en het geld doorstorten naar de schatkist. Ze zullen een overzicht maken voor de fiscus van de bedragen op de effectenrekeningen en de taks die werd ingehouden.
Belgische beleggers met een effectenrekening in het buitenland zullen zelf een aangifte moeten doen en de taks betalen, ten laatste op de twintigste dag van de derde maand na het einde van de referentieperiode, tenzij ze kunnen bewijzen dat de buitenlandse tussenpersoon de taks al heeft ingehouden, aangegeven en betaald.
8. Wat als beleggers meerdere effectenrekeningen hebben?
Als een titularis meerdere effectenrekeningen heeft, en vermoedt dat hij of zij boven de grens van 500.000 euro komt, dan moet hij een verklaring tot inhouding doen. Hij of zij geeft op die manier toestemming aan zijn tussenpersoon om de taks in te houden.
9. Welke boetes riskeren vergeetachtige beleggers?
Niet aangifte, laattijdige, onnauwkeurige of onvolledige aangifte of laattijdige betaling kunnen bestraft worden met een boete van 10 tot 200 procent, naar gelang de ernst van de overtreding. Enkel wanneer er geen kwade trouw was, kan de wetgever de boete laten vallen.
10. Wat als beleggers te veel taks hebben betaald?
Wanneer er meerdere titularissen voor een effectenrekening zijn, dan kan het best zijn dat u in werkelijkheid een kleiner aandeel heeft in het totaal van alle effecten op de rekening dan u werd toegedicht. De belegger moet dan een “aanvraag tot teruggaaf” zenden naar het kantoor waar de aangifte in de taks op de effectenrekening werd ingediend. De titularis moet dan wel met bewijsstukken komen die zijn wettelijk aandeel in het geheel bewijzen. Er moet nog een koninklijk besluit komen om het model van de aanvraag te bepalen. De terugbetaling moet gevraagd worden binnen de twee jaar nadat de taks is ingehouden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier