Door de verhoging van de roerende voorheffing van 25 naar 27 procent verdwijnen enkele fiscale voordelen, zoals die voor de volkslening, van de kaart. Ongehoord, klinkt het bij de spaarders.
De volkslening werd in 2014 door Johan Vande Lanotte in het leven geroepen om projecten met een maatschappelijke meerwaarde te financieren. Belgische spaarders die op zo’n lening intekenenden, betaalden 15 procent roerende voorheffing in plaats van de gebruikelijke 25 procent.
Tot nu , want de regering-Michel heeft met de verhoging van de roerende voorheffing naar 27 procent enkele voordeeltarieven van tafel geveegd. De regering heeft onder andere beslist dat vanaf 2016 de volksleningen onder het nieuwe tarief van 27 procent vallen.
Veel misnoegde spaarders uitten hun ongenoegen op verschillende fora. Onder meer omdat andere beleggingen zoals de Leterme-staatsbon gevrijwaard blijven van de tariefverhoging. Het nieuwe tarief is bovendien ook van toepassing op lopende volksleningen. Spaarders ontsnappen met andere woorden niet aan het verhoogde tarief omdat ze verplicht zijn de volksleningen minstens vijf jaar bij te houden. Wie die toch vroeger wil verkopen, moet dat doen via Expert Market.
Uit het aanbod schrappen
Het uitstaande bedrag aan volksleningen is 2,1 miljard euro. Volgens Bankshopper.be brengt de beste volkslening 1,25 procent brutorente op. Nu resulteert dat nog in een nettorendement van 1,06 procent. Vanaf volgend jaar zakt dat verder tot 0,93 procent.
“Dit betekent het einde van de volkslening”, reageert Patrice Dutranoit, de oprichter van Bankshopper.be. “De spaarders hebben geen enkele reden meer om zo’n product te kopen. De intresten van de volksleningen stonden al een tijdje op gelijke voet van die van de kasbons en termijnrekeningen. Nu de regering het gunsttarief heeft afgeschaft, biedt de volkslening geen enkel voordeel meer voor de spaarders.”
Volgens Dutranoit zal het dan ook niet lang duren vooraleer de banken het product schrappen uit hun aanbod. Zo hebben verschillende banken al hun interesse verloren voor de kasbons. Onder meer BNP Paribas Fortis, Fintro en Argenta bieden het product niet langer aan.
Ook Sven Sterckx, voorzitter van de beleggersvereniging VFB, reageert verontwaardigd. “Deontologisch vind ik dit niet kunnen”, zegt hij in De Standaard. “Er zijn met de bevolking duidelijke afspraken gemaakt. Dit straalt af op de geloofwaardigheid van de overheid. Wie zal de volgende keer nog durven te investeren als de volgende regering het zomaar kan terugdraaien?”
Naast de volksleningen zien ook residentiële vastgoedvennootschappen hun uitzonderingsregimes verdwijnen. Zo zullen de dividenden van Aedifica, Home Invest Belgium en Care Property vanaf volgend jaar onderworpen worden aan 27 procent roerende voorheffing.
