Duurzaam beleggen dringt langzaam door

© Petmal (iStock)

Twee onderzoeken bevestigen de opmars van maatschappelijk verantwoorde beleggingen. Maar er is nog werk aan de winkel.

Duurzame of maatschappelijk verantwoorde beleggingen (MVB) winnen terrein bij de Belgische beleggers. Zo is het erg moeilijk geworden aan institutionele investeerders nog producten te verkopen die niet voldoen aan duurzaamheidscriteria. Bij particulieren is die trend minder uitgesproken, maar twee recente onderzoeken bevestigen de doorbraak van dat soort beleggingen. CBC Banque & Assurances, de Franstalige poot van KBC, publiceerde onlangs de resultaten van zijn vierde spaaronderzoek in België.

Naast het rendement (genoemd door 64% van de respondenten) en de risico’s (48%) heeft ook duurzaamheid (19%) zijn intrede gedaan in de lijst van criteria die beleggers voor ogen houden als ze een financieel product kopen. “Dat is duidelijk nieuw tegenover de vorige jaren”, zegt Xavier Falla, die verantwoordelijk is voor de particulierenmarkt bij CBC Banque.

‘De voorbije vijf jaar hebben duurzame fondsen beter gepresteerd dan traditionele fondsen’ – Wim Nagler, Schroders

Toch wijst hij erop dat een groot deel van de Belgen nog altijd niet op de hoogte is van het bestaan van duurzame producten (56% van de respondenten). De overige 44 procent is vaak wel vertrouwd met het concept, maar weet er in veel gevallen lang niet alles over. “Duurzame beleggingen worden vaak geassocieerd met het milieu. Het aandeel van maatschappelijk verantwoord beleid en deugdelijk bestuur zijn minder bekend.”

Dat resultaat stemt overeen met het onderzoek van Schroders Global Investors bij 530 Belgische beleggers die beschikken over 10.000 euro om te beleggen in de komende twaalf maanden. “Tot onze verrassing kon slechts 4 procent de belangrijkste drie vormen van maatschappelijk verantwoord beleggen noemen: de uitsluiting van sectoren zoals tabak en wapens, best-in-classselecties en de keuze voor bedrijven met een proactief ecologisch en sociaal beleid”, zegt Wim Nagler, verkoopdirecteur bij Schroders in België. “49 procent van de beleggers heeft ook een gebrek aan informatie, wat een rem zet op beleggingen in die producten.”

Beter rendement

Volgens CBC Banque weerspiegelt dat gebrek aan kennis zich ook in het rendement dat beleggers verwachten. Niet minder dan 44 procent zegt geen precies idee te hebben van de prestaties van duurzame fondsen. 16 procent denkt dat duurzame fondsen minder goed presteren dan klassieke beleggingen. Dat cijfer komt overeen met de bevindingen van het onderzoek van Schroders, waar 20 procent van de beleggers denkt dat het rendement van een MVB-fonds lager is dan dat van een klassiek fonds.

Wim Nagler wijst erop dat “het veronderstelde gebrek aan rendement van die producten veel beleggers jarenlang heeft afgeschrikt. Maar de voorbije vijf jaar hebben duurzame fondsen juist beter gepresteerd dan traditionele fondsen. Dat komt door de slechte prestaties van de olieaandelen en de goede gezondheid van de technologiesector, die sterk vertegenwoordigd is in MVB-fondsen. Al kunnen we daaruit niet concluderen dat duurzame fondsen ook op lange termijn beter presteren.”

Marie Lambert, hoogleraar financiën aan HEC Liège, onderstreept dat beleggen in bedrijven met een goede duurzaamheidsrating in theorie wel betere prestaties oplevert voor beleggers. “Maar voor beleggingsfondsen brengt duurzaam beleggen kosten mee, die een impact hebben op de prestaties. Naarmate de activa van die producten toenemen, zullen duurzame fondsen systematisch beter renderen”, verwacht ze.

Sterke opmars

Het onderzoek van CBC Banque benadrukt ook dat meer dan de helft van de beleggers veel belang hecht aan de duurzame insteek van hun beleggingen. “Ze geloven zelfs dat die fondsen op termijn tot 45 procent van de activa uitmaken”, zegt Xavier Falla. Ter vergelijking: eind 2017 bedroeg het aandeel duurzame fondsen bij de cliënten van CBC Banque slechts 6,5 procent.

Dat optimisme vinden we ook terug in het onderzoek van Schroders. 67 procent van de Belgische respondenten stelt dat de duurzaamheid van beleggingen veel aan belang heeft gewonnen in de afgelopen vijf jaar. Meer dan de helft van de beleggers heeft zijn posities in duurzame fondsen opgetrokken. “Bij jonge mensen is die trend nog sterker dan bij oudere beleggers.”

Volgens Marie Lambert vinden veel Belgen het moeilijk hun spaargeld te verdelen in functie van een beleggingshorizon en parkeren ze daarom vaak een groot deel van dat geld in producten die ze als veilig beschouwen, zoals de spaarrekening. “Dat verklaart de nog beperkte aanwezigheid van particuliere beleggers in duurzame fondsen.” Een ander obstakel is gelegen in de sterke toename van het aanbod van de duurzame fondsen in de afgelopen jaren. Die evolutie is niet altijd duidelijk voor particulieren zonder kennis van zaken.

Ook Febelfin gaat voor duurzaam

Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, ontwikkelt een duurzaamheidslabel om duurzame producten transparanter te maken. De invoering was gepland in 2019. Het gaat uit van een negatieve screening, waardoor bedrijven die ingaan tegen de Global Compact-doelstellingen van de Verenigde Naties worden uitgesloten. Dat zijn onder meer ondernemingen die wapens, tabak, steenkool of niet-conventioneel gas of olie produceren. Bovendien krijgen fondsen die de conventionele olie- en gasindustrie uitsluiten het bijkomende label ‘fossielvrij’ toegekend. Er is ook een verplichte transparantie tegenover de cliënten. De posities van de beheerders moet gedetailleerd worden opgelijst.

Bij CBC Banque zegt Xavier Falla dat hij hoge verwachtingen heeft van het werk dat de werkgroepen van Febelfin leveren. “Er is een reële vraag naar de invoering van dat label. Er zijn te veel verschillen tussen de duurzame kwaliteiten die de verschillende instellingen aanbieden. Het is belangrijk te garanderen dat we over hetzelfde praten.” Johan Thijs, de CEO van KBC, is de voorzitter van Febelfin en een van de drijvende krachten achter het label.

Bij Schroders, een internationale beheerder, klinkt een ander geluid. “Wij zijn meer te vinden voor de invoering van een algemeen Europees label, niet voor een verschillend label in elk Europees land”, zegt Wim Nagler. “Ons belangrijkste themaproduct heeft het duurzaamheidslabel in Frankrijk en Oostenrijk gekregen, maar het zou dat in België misschien niet halen.”

Het is volgens Nagler voor internationale spelers moeilijk hun beleggingsbeleid aan te passen aan de specifieke kenmerken van de verschillende lokale labels. Dat zou hun kosten ook fors in de hoogte kunnen stuwen. “Wij veranderen het beheer van onze producten niet om het Belgische label te krijgen. Dat label riskeert vooral te worden gebruikt door beheerders die alleen aanwezig zijn op de lokale markt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content