‘Vennootschapsbelasting moet dalen tot 20 procent’
De Belgische ondernemingen willen af van de hoge vennootschapsbelasting. Dat leert de ‘Tax Competitiveness Survey’ van KPMG.
Indien de Belgische overheid de huidige vennootschapsbelasting blijft hanteren is het voor Belgische onderneming onmogelijk om competitief te blijven met internationale concurrenten. Dat is een van de voornaamste conclusies van Tax Competitiveness Survey’, een studie die werd uitgevoerd bij 115 Belgische en buitenlandse bedrijven die in België actief zijn.
Meest competitieve landen
Enkel Duitsland doet het even slecht als België op vlak van een competitief belastingsysteem. Beide landen moeten de duimen leggen voor de koplopers Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Nederland. Ook op de lijst voor meest aantrekkelijke buitenlandse investeringen staat België achteraan terwijl opnieuw het viertal Ierland, Zwitserland, Luxemburg en Nederland de spits afbijt.
Voorts ervaren de ondernemingen de complexiteit en instabiliteit van het belastingsysteem als negatieve factoren. Om aan competitiviteit te kunnen winnen, geven de bedrijven daarom aan dat het basistarief voor de vennootschapsbelasting moet dalen tot of onder het niveau van de ons omringende landen en dat het ingewikkelde kluwen van fiscale aftrekposten moet vereenvoudigd worden.
De studie toont aan dat 39 procent van de respondenten pleit voor een vennootschapsbelasting tussen 15 en 20 procent. 38 procent van de bevraagde ondernemingen vraagt een tarief tussen 20 en 25 procent. Ze respondenten vinden het voornamelijk belangrijk dat de verlaging in een stap gebeurt.
Competitiviteit België
Een verlaging van het tarief naar 20 procent of lager is een noodzaak wil België internationaal nog competitief blijven
“Een verlaging van het tarief naar 20 procent of lager is een noodzaak wil België internationaal nog competitief blijven”, zegt Koen Maerevoet, managing partner van KPMG Belastingconsulenten. “We zien immers dat het tarief van de vennootschapsbelasting in de meeste andere Europese landen drastisch gedaald is. Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zwitserland en Luxemburg bijvoorbeeld hebben – of evolueren naar – een belastingtarief in de buurt van of lager dan 20 procent.”
Uit het onderzoek blijkt eveneens dat de Belgische ondernemingen op dezelfde lijn zitten met Johan Van Overtveldt (N-VA), minister van Financiën. De minister pleit ook voor een verlaging van de vennootschapsbelasting, en net zoals de ondernemingen wil hij daarvoor het mes zette in de andere fiscale aftrekken. De respondenten willen enkel de aftrek voor octrooi-inkomsten en andere maatregelen die onderzoek en ontwikkeling stimuleren behouden. Daarnaast liggen ook een minimum belasting en een verhoging van de indirecte taksen binnen de belangrijkste mogelijkheden.
Uit het KPMG-onderzoek blijkt dat op het vlak van de fiscale aftrekposten de notionele interestaftrek het frequentst gebruikt wordt (83,34%), gevolgd door de aftrek van fiscale verliezen (62,5%) en het regime van de definitief belaste inkomsten (66,67%). (NS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier