Hoe verzoenen we de burger met de fiscus? Expert Michel Maus licht zijn stappenplan toe
De relatie tussen de belastingadministratie en de belastingplichtigen verzuurt meer en meer. We merken het aan het stijgend aantal columns op de pagina’s van Moneytalk, waarin fiscale advocaten klagen dat de belastinginspectie hun cliënten als criminelen behandelt. Maar de fout ligt niet alleen bij de fiscus.
“Belastingplichtigen doen er alles aan om minder belasting te betalen, omdat ze het systeem onrechtvaardig vinden. Heel wat Belgen staan tolerant tegenover belastingontduiking en nog toleranter tegenover belastingontwijking. Belastingplichtigen zoeken meer en meer de grenzen van het toelaatbare op. Ze botsen daarbij op een koele administratie, die het conflict opzoekt”, vindt Michel Maus, partner bij het advocatenkantoor Bloom Law en voorzitter van de actiegroep Fiscaal Ideaal. Hij heeft een stappenplan om de relatie tussen de burgers en de fiscus te verbeteren.
STAP 1 Minder uitzonderingen
Internationale organisaties adviseren ons land al jaren om de belasting op arbeid te verlagen en belastingen te verschuiven op vermogen, vervuiling en consumptie. “De hoge belastingdruk en de ongelijke verdeling van de belasting zorgt ervoor dat mensen bijvoorbeeld aan de ruitenwasser vragen een deel van de kosten uit de factuur te houden. Een kmo kan die kosten aftrekken als beroepskosten, particulieren niet. Daaruit ontstaat frustratie en een onrechtvaardigheidsgevoel die worden onderschat.” Volgens Maus zal de ‘vervennootschappelijking’ uitdoven als de belasting op arbeid daalt. Vandaag is het soms interessanter een vennootschap op te richten om een deel van de inkomsten als loon uit te keren en een deel als winstuitkering of dividend.
Belastingplichtigen zoeken meer en meer de grenzen van het toelaatbare op. Ze botsen daarbij op een koele administratie, die het conflict opzoekt
Net zoals in de vennootschapsbelasting zou in de personenbelasting het algemene tarief naar beneden kunnen, als enkele fiscale gunstregimes zouden sneuvelen. De veelheid aan vrijstellingen en verminderingen maken de personenbelasting complex en voedt het onrechtvaardigheidsgevoel. Door uitzonderingen te schrappen kon het tarief van de vennootschapsbelasting in verschillende fases van 33,99 naar 25 procent in 2021. “We moeten ook de personenbelasting opkuisen en eenvoudiger maken”, vindt Maus.
In het regeerakkoord staat dat deze regering een hervorming van de personenbelasting moet voorbereiden. Veel verwacht Maus daar niet van. “Ik vermoed dat ze vooral een aantal in het oog springende systemen, zoals dat van de verloning via de auteursrechten, zal hervormen.”
STAP 2 Sterkste schouders, zwaarste lasten
Kort na de Eerste Wereldoorlog werd de basis gelegd voor ons huidige belastingstelsel, met een progressieve belasting van de beroepsinkomsten. “Het hoogste tarief bedroeg toen ongeveer 27 procent”, zegt Maus. “Enkel wie meer dan 1 miljoen Belgische frank bezat, omgerekend naar geld van vandaag 1,5 miljoen euro, betaalde op het deel boven dat plafond het hoogste tarief. Vandaag is het toptarief 50 procent en dat betaal je al vanaf een inkomen van meer dan 41.360 euro bruto per jaar. Wie 1 miljoen per jaar verdient, wordt daar verhoudingsgewijs niet meer op belast dan wie 100.000 euro per jaar verdient. Bovendien zijn er een heleboel inkomsten, zoals roerende inkomsten, die tegen een vast in plaats van een progressief tarief worden belast. In de loop der jaren is het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, sterk verwaterd.” Maus heeft het ook over de belastinghervorming in 1962, toen alle inkomsten in één grote pot werden gegooid. “Zo krijg je inkomensneutraliteit, waarbij alle inkomsten op dezelfde manier worden belast, ongeacht of ze uit arbeid of uit vermogen voortkomen. Door de belasting op inkomsten uit vermogen te verhogen, kun je de belasting op arbeid drastisch terugdringen.” Ook met het duaal belastingsysteem uit het programma van CD&V, waarbij de inkomsten uit arbeid in één pot komen en de inkomsten uit vermogen in een andere, kan die doelstelling worden bereikt.
STAP 3 Geen haastwerk bij nieuwe belastingen
In het regeerakkoord staat: “Er worden geen nieuwe belastingen ingevoerd behalve in het kader van budgettaire discussies.” Helaas klopt de regering tijdens begrotingsbesprekingen vaak in de late uurtjes nieuwe belastingen af. “Het recentste voorbeeld is de inschepingstaks”, zegt Michel Maus. Sinds 1 april betalen passagiers 10 euro voor vluchten van minder dan 500 kilometer, 2 euro voor vluchten van meer dan 500 kilometer binnen de Europese Unie, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk, en 4 euro voor alle andere vluchten van meer dan 500 kilometer. “Die taks druist in tegen het Verdrag van Chicago. De Raad van State heeft in 2005 Zaventem al teruggefloten, toen de gemeente zo’n vliegtaks wilde invoeren. De juridische basis van die wet is wankel is en kan worden aangevochten.”
Wie 1 miljoen per jaar verdient, wordt daar verhoudingsgewijs niet meer op belast dan wie 100.000 euro per jaar verdient
Het Grondwettelijk Hof heeft de voorbije jaren heel wat belastingwetten vernietigd, nadat de regering de adviezen van de Raad van State had genegeerd. Het is niet uitzonderlijk dat nieuwe fiscale wetgeving aan het eind van het jaar door het parlement wordt gejaagd in een programmawet, om op 1 januari van het volgende jaar van kracht te worden. “Er zou een redelijk termijn moeten worden gerespecteerd tussen de publicatie van een wet en de invoering, zodat belastingplichtigen de tijd krijgen die informatie tot zich te nemen. Er moet ook beter over worden gecommuniceerd.”
In een ideale wereld wordt de impact van nieuwe belastingen op voorhand in kaart gebracht en worden alle betrokkenen geconsulteerd. Belastingexperts zouden op die manier ook kunnen meewerken aan een robuuste wetgeving in plaats van achteraf kritiek te geven en de achterpoortjes op te zoeken.
STAP 4 Verduidelijk onduidelijke wetten
Beleggers kennen mogelijk al een voorbeeld van een onduidelijke wet: de meerwaarde die ze realiseren op aandelen en andere roerende activa is vrij van belasting, als het om een ‘normaal beheer’ van een privévermogen gaat en niet om speculatie. Maar wat is normaal beheer?
Het Grondwettelijk Hof vindt dat die terminologie duidelijk genoeg is, maar voor de burger is dat allerminst zo. “Voor de een is het heel normaal geld in cryptomunten te investeren, voor de ander is dat gokken. Je kan ook speculeren met kunst of aandelen. Nu beslist de rechter wat normaal is. Je zou die onduidelijkheid kunnen wegwerken door een termijn in de wetgeving te zetten: zeg bijvoorbeeld dat een aan- en verkoop binnen zes maanden speculatie is. Bij onroerend vermogen weet je dat de winst na kosten wordt belast tegen 33 procent bij een aan- en verkoop binnen vijf jaar en tegen 16,5 procent bij een aan- en verkoop binnen acht jaar.”
STAP 5 Meer preventie
Maus vindt dat er te weinig mogelijkheden zijn voor belastingplichtigen om te checken of ze hun belastingaangifte correct hebben ingevuld. “Bij nieuwe ondernemingen zou bijvoorbeeld na één jaar een preventieve controle kunnen gebeuren, om te corrigeren en te coachen. Bij de rulingdienst in Brussel kunnen belastingplichtigen wel een akkoord sluiten over de manier waarop een nieuwe of complexe activiteit moet worden belast. Dat neemt veel tijd in beslag en je moet ervoor naar Brussel. Waarom organiseert de rulingdienst geen lokale zitdagen?”
De rulingdienst is goed, maar mensen kunnen er niet terecht voor hun alledaagse problemen en over principiële dossiers, zoals onlangs met de e-sporters, kan de rulingdienst niet beslissen, maar moet de politiek zich uitspreken. Dat zou nog beter kunnen.
STAP 6 Investeren in knowhow bij de fiscus
De regering investeert in arbeidskracht voor de strijd tegen de fiscale fraude. Extra inspecteurs brengen via belastingverhogingen en minnelijke schikkingen geld in het laatje. Maus: “Maar het ambtenarenkorps slankt jaar na jaar af. De meeste mensen met een goede kennis van de btw bijvoorbeeld, die in 1970 is ingevoerd, zijn al met pensioen. In de opleiding van nieuwe mensen wordt te weinig geïnvesteerd.”
De belasting van fondsen is nog zo’n voorbeeld. Die fondsenfiscaliteit is zo complex dat we al vaak hebben gehoord van fiscale advocaten dat zij de belastingcontroleurs moeten uitleggen hoe de wetgeving in elkaar zit.
STAP 7 Gelijke behandeling belastingplichtigen
Maus verdedigde een 82-jarige, die een tijd na het overlijden van zijn vrouw nog obligaties op zolder had gevonden. De man ging met zijn obligaties naar de bank en toen hij stond te wachten aan het loket, viel de cavalerie binnen. Maus: “Die bejaarde man werd veroordeeld voor een successiefraude van 3.874 euro. Hij kreeg een boete van 250 euro én een strafblad. In diezelfde maand sloot de fiscus een minnelijke schikking met het Antwerpse diamantbedrijf Omega Diamonds voor 160 miljoen euro. Waarom kreeg mijn cliënt niet de kans een minnelijke schikking te sluiten? Er is geen transparant en duidelijk sanctionerend beleid.”
Voor de advocaat is de uitleg dat de parketten overwerkt zijn, onvoldoende. “Iedereen weet dat de kans op vervolging bij het parket van Brussel kleiner is dan bij het parket van Brugge bijvoorbeeld. Dat voelt heel onrechtvaardig aan. Het sanctiebeleid van de fiscus en het parket steunt op willekeur. In Nederland zit er meer lijn in dat beleid. Boven een bepaald bedrag mag een minnelijke schikking niet meer worden voorgesteld. Tot een bepaald bedrag blijft het altijd bij een administratieve sanctie en geen strafrechtelijke. De redelijkheid en de proportionaliteit zijn in België vaak zoek.”
STAP 8 Maak werk van bemiddeling
Er is sinds 2007 een fiscale bemiddelingsdienst, maar daar zijn twee problemen mee. “De bemiddelingsdienst kan pas tussenbeide komen als de belasting is gevestigd en er een bezwaar is ingediend door de belastingplichtige. Waarom laat je de bemiddelingsdienst niet in een eerdere fase tussenbeide komen? In die fase is er al een soort stellingenoorlog uitgebroken tussen de belastingplichtige en de belastingcontroleur, waarin nog moeilijk te bemiddelen valt. Bovendien zitten er enkel mensen van de belastingadministratie in de bemiddelingsdienst, en die zijn per definitie partijdig. Waarom maak je daar geen paritair comité van?” vraagt Maus zich af. Bemiddeling werkt en er zijn voldoende mensen opgeleid en erkend als bemiddelaar. “We moeten daar meer gebruik van maken”, vindt hij.
STAP 9 Overleg jaarlijks met het middenveld
Er is wel overleg, benadrukt Maus, maar niet structureel. “Er is nooit een allesomvattend overleg. Er is een soort schrik bij de fiscus om die stap te zetten.” Dat is natuurlijk begrijpelijk, want belastingcontroleurs moeten soms opboksen tegen een leger dure advocaten van vermogende families. Dat voelt af en toe aan als een strijd van David tegen Goliath.
“Ik heb het omgekeerde ook al meegemaakt”, zegt Maus. “Een delegatie van veertien mensen van de belastingdienst, die aan één dossier van een kleine horecazaak werkten. Omdat de belastingdienst en de parketten onderbemand zijn, kunnen zij niet anders dan er zaken uitkiezen. Ze willen daarmee vaak een voorbeeld stellen.”
STAP 10 Werk aan een mentaliteitswijziging aan beide kanten
Volgens Maus kun je via nudging al veel bereiken. Daarbij worden mensen onbewust aangemoedigd een bepaald gedrag te stellen, zoals correct belastingen betalen en geen werken in het zwart laten doen. “Andere landen staan daar verder in. Een stom voorbeeld is de kleur van de enveloppe van de belastingaangifte. In Nederland verstuurt de fiscus de papieren aangiftes in blauwe enveloppen, wat een veel zachtere kleur is dan de bruine enveloppen die België gebruikt.” We moeten ervan af dat belastingplichtigen het normaal vinden de kantjes eraf te lopen en dat de belastingcontroleurs bij elke vergeetachtigheid uitgaan van de kwade wil van de belastingplichtige.
Dit weekend is Michel Maus te gast in Trends Talk op Kanaal Z.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier