Hoe correct je Airbnb-inkomsten aangeven?
De fiscus gaat binnenkort gerichte acties organiseren tegen verhuurders die hun Airbnb-activiteiten niet correct aangeven. Wat moet je weten voor je je belastingbrief invult?
De belastingdienst gaat binnenkort gerichte acties organiseren tegen verhuurders die hun inkomsten uit Airbnb-activiteiten niet aangeven. Dat zegt Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën, dinsdag in De Tijd. Overtreders riskeren boetes tot 1.250 euro of belastingverhogingen tot 200 procent op de ontdoken belasting.
Airbnb telt naar eigen zeggen 12.500 actieve verhuurders in België, die gemiddeld 2.000 euro per jaar extra verdienen. Zij moeten al hun belastbare inkomsten aangeven, maar tot nu toe was de kans klein dat verhuurders gecontroleerd werden. Lokale belastingdiensten beslisten namelijk zelf of ze individuele controles uitvoerden.
Maar daar komt nu verandering in. Belastingcontroleurs moeten binnenkort systematisch speuren naar verhuurders op Airbnb en gelijkaardige websites. De fiscus maakt daarbij gebruik van intelligente dataminingprogramma’s, die websites automatisch screenen. De fiscus wil ook rechtstreeks bij Airbnb verhuurgegevens opvragen. “Happig of niet, Airbnb moet meewerken”, zegt Adyns. “We verwelkomen elke discussie met beleidsmakers over hoe hosts hun belastingen gemakkelijker kunnen betalen”, reageert Airbnb-woordvoerder Bernard D’heygere.
Hoe wordt Airbnb belast?
Wie vanaf 1 maart een centje bijverdient via de deeleconomie, geniet van een voordelig belastingtarief. In het Staatsblad is vorige maand een koninklijk besluit gepubliceerd dat voorziet in een bedrijfsvoorheffing van 10 procent voor de sector van de deeleconomie.
Alleen voor wie een kamer verhuurt via een platform zoals Airbnb is de situatie wat complexer. De fiscus houdt namelijk met drie zaken rekening wanneer hij dergelijke inkomsten belast: de roerende inkomsten, de onroerende inkomsten en de inkomsten die je haalt uit dienstverleningen zoals ontbijt. Enkel die laatste inkomsten worden belast tegen het gunsttarief. Je kan de werkelijke inkomsten bewijzen, of een forfait inbrengen. Doorgaans is dat 20 procent.
Voor de overige inkomsten kijkt de fiscus naar de inkomsten die je haalt uit de verhuur van roerende en onroerende goederen. Onder roerende goederen verstaan we het verhuur van meubels, en onder onroerende goederen het verhuur van het gebouw. De fiscus gaat er doorgaans van uit dat 60 procent van de inkomsten onroerend zijn, en 40 procent roerend.
De belasting op onroerende goederen berekent de fiscus als volgt: hij vermenigvuldigt het kadastraal inkomen met de indexering en factor 1,4. Dat wordt nog eens vermenigdvuldigd met het aantal dagen dat je je woning hebt verhuurd. Dat bedrag deelt hij vervolgens door 365 dagen. Wie een kamer verhuurt moet een schatting maken van hoe groot die kamer is in verhouding met de totale woning: bijvoorbeeld 10 procent van de totale oppervlakte.
Voor het roerende deel van de inkomsten mag je een forfaitaire aftrek voor de kosten van 50 procent in rekening brengen.