Aangiften voor Vlaamse fiscale regularisatie mogelijk vanaf 6 maart
Wie gebruik wil maken van de tijdelijke Vlaamse fiscale regularisatie zal vanaf 6 maart aangifte kunnen doen. Na de krokusvakantie gaat namelijk het decreet dat de Vlaamse regering daarover heeft goedgekeurd van kracht.
Wie zich spontaan meldt bij de fiscus, kan rekenen op een eenmalige regularisatie. De gunstmaatregel geldt tot 31 december 2020. Minister van Financiën en Begroting Tommelein wil met de opbrengst de erfbelasting hervormen. “De huidige tarieven lopen op tot 65 procent. Billijkere tarieven zullen leiden tot minder belastingontwijking”, aldus Tommelein.
Na de federale overheid voert dus ook Vlaanderen een eigen fiscale regularisatie door. De Vlaamse regularisatie zal beperkt zijn tot sommen waarop zuiver Vlaamse belastingen zijn ontdoken. Voor gemengde bedragen is in december 2016 een samenwerkingsakkoord afgesloten met de federale overheid en de gewesten.
In de praktijk zal de Vlaamse regularisatie vooral over erfbelastingen gaan, al kan ze theoretisch ook van toepassing zijn op registratiebelastingen (verkooprecht, verdeelrecht, schenkbelasting).
De aangifte moet worden ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel). Het aangifteformulier is intussen al beschikbaar op de site van Vlabel.
Vlaamse fiscale regularisatie : aangiften mogelijk vanaf 6 maart https://t.co/lzIaGOxwq3
— Bart Tommelein (@Barttommelein) 24 februari 2017
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Tijdelijke regularisatie
Vlaanderen kiest voor een tijdelijke regularisatie, met name tot 31 december 2020. Enkel spontane aangiften zullen in aanmerking komen. Van zodra de Vlaamse Belastingdienst of het gerecht stappen heeft gezet of sancties heeft opgelegd, is regularisatie onmogelijk. De aangever geniet fiscale en strafrechtelijke immuniteit. Men zal slechts eenmaal een ontdoken som kunnen regulariseren. Bezwaar maken tegen een berekende heffing is onmogelijk.
De Vlaamse regering hanteert vlakke tarieven voor de regularisatie. Ze maakt ook een onderscheid tussen verjaarde en niet-verjaarde bedragen. Voor niet-verjaarde ontdoken erfbelasting geldt een tarief van 35 procent voor de rechte lijn en 70 procent voor alle andere. Voor andere niet-verjaarde belastingen is het tarief 20 procent. Voor alle verjaarde bedragen betaalt de aangever 37 procent in 2017. Jaarlijks komt daar één procent bij om te eindigen op 40 procent in 2020.
De opbrengst van de regularisatie wil minister Tommelein graag gebruiken voor de geplande hervorming van de erfbelasting. Die wil Tommelein “billijker” maken. Tommelein: “De huidige tarieven tussen broers en zussen, neven en nichten of ooms en tantes lopen op tot 65 procent. Dergelijke hoge tarieven stimuleren belastingontwijking omdat ze als confiscatie worden ervaren. We zullen daarom werk maken van een meer rechtvaardige en faire fiscaliteit”, aldus de Open Vld-minister.