‘Airco’s warmen steden nog meer op’
In Spanje mag de airco in de zomer voortaan alleen nog aan als het warmer is dan 27 graden. In de winter mag de verwarming pas aan als de temperatuur onder 19 graden zakt. “De airco’s die je overal tegen de gevels ziet, kunnen ook in België hitte-eilanden in de steden verergeren”, zegt Dirk Vanhoudt, senior researcher thermische energiesystemen van VITO – EnergyVille.
Spanje kondigde vorige week zijn plan aan om, net als de rest van Europa, te besparen op energie. Premier Pedro Sánchez liet zijn stropdas achterwege op de persconferentie, waar hij onder meer aankondigde dat het gebruik van airco in overheidsgebouwen aan banden wordt gelegd. Als iedereen zich wat lichter kleedt, hoeft die airco niet volop te draaien, was de boodschap. Behalve energiebesparing zijn er nog goede redenen om voorzichtig om te springen met de airco.
Is er een betere oplossing om het hoofd koel te houden?
DIRK VANHOUDT. “Een airco is vaak een klassieke warmtepomp op buitenlucht, waarmee je in de winter je woning kunt verwarmen en ze in de zomer kunt koelen. Tijdens een hittegolf naar de airco grijpen is om twee redenen een slechte oplossing. Ten eerste onttrekt de airco koude aan de buitenlucht. Zo kan een hitte-eiland in een stedelijke omgeving versterken. Ten tweede is heel veel elektriciteit nodig om de lucht binnen te koelen, als het buiten warm is. Bij een geothermische warmtepomp is dat niet het geval.”
Hoe werkt zo’n geothermische warmtepomp?
VANHOUDT. “Met boringen worden lussen in de bodem gelegd. Door die lussen loopt een mengsel van water en antivriesmiddel, dat in de winter wordt opgewarmd en in de zomer wordt gekoeld door de bodemtemperatuur van 10 à 12 graden. De warmtepomp is alleen nodig in de winter, om de temperatuur op te krikken. In de zomer moet je enkel het water rondpompen in de installatie, om de binnentemperatuur van een woning met een paar graden af te koelen. Zowel in de winter als in de zomer ligt het rendement hoger dan bij de klassieke luchtwarmtepomp.”
Riskeren we dan met geothermie de bodem op te warmen in plaats van de lucht?
VANHOUDT. “Het effect op de bodem is heel lokaal en moeten we niet dramatiseren. Aan het einde van het stookseizoen kan de bodemtemperatuur over enkele tientallen meters afgekoeld zijn tot 8 graden. Aan het begin van het stookseizoen kan die temperatuur 14 graden zijn. Die opwarming of afkoeling van de bodem gaat heel langzaam. Bovendien maak je gebruik van de seizoensopslag: de warmte die je in de zomer in de bodem stopt, haal je er in de winter weer uit. Na een hete zomer heb je iets meer bodemwarmte, die je in de winter kunt omzetten in verwarming voor je woning.”
De elektriciteitsprijzen stijgen mee met de gasprijzen. Kunnen mensen met zonnepanelen zelfvoorzienend zijn?
VANHOUDT. “In de tussenseizoenen is het vaak koud en zonnig, en dan zal het vaak lukken om je woning met een geothermische pomp te verwarmen met zelf opgewekte stroom. Alle leveranciers van warmtepompen werken ook aan slimme installaties, die de warmtepompen laten aanslaan op het moment dat er veel zonne-energie is. Zeker met een trage verwarming als vloerverwarming kun je gerust een paar uur schuiven, zodat je meer van de eigen elektriciteit kunt gebruiken en minder van het net.”
“Maar in de winter zul je toch vaak nog elektriciteit van het net nodig hebben om je woning te verwarmen. In de zomer zul je elektriciteit over hebben, die je dan kunt verkopen via het net. Er is en blijft een mismatch tussen de periode wanneer er veel zonne-energie is en de periode dat je verwarming nodig hebt.”
Zijn geothermische warmtepompen een optie in steden met een dichte bebouwing?
VANHOUDT. “Voor grote gebouwen, zoals kantoren of appartementsblokken, is geothermie nog veel interessanter. We spreken dan over BEO of voluit Boorgat-Energie-Opslag. Door de lussen in een bepaald patroon te installeren, creëer je een soort opslagcilinder in de grond, waardoor minder energie verloren gaat. Vooral de boringen zijn duur, niet de warmtepomp op zich. Als je de kostprijs kunt spreiden over de bewoners van appartementen, is hij gemakkelijker om te dragen. Alleen moet je, zoals voor elke investering in appartementen, voldoende eigenaars mee aan boord krijgen. Als alle bewoners van een stad apart een geothermische warmtepomp gaan installeren, dan riskeer je interferentie. Een collectieve verwarming met warmtenetten is dan een beter idee.”
Hoe werkt zo’n warmtenet?
VANHOUDT. “Eenvoudig uitgelegd: met een warmtenet haal je de verwarmingsinstallatie uit de woning, en je gebruikt de installatie om meerdere woningen, meerdere straten of zelfs een stad te verwarmen. Een grootschalige geothermische warmtepomp is dan een optie, maar ook het transport van restwarmte van bedrijven naar andere bedrijven of gezinnen.
“In Denemarken zijn meer dan 60 procent van de huishoudens, en in hoofdstad Kopenhagen zelfs 98 procent, aangesloten op een warmtenet en het grootste deel van de overheidsgebouwen wordt ook op die manier verwarmd. België loopt op dat gebied achter op de meeste andere landen in Europa.
“Er zijn wel enkele grote netten in Gent en in Roeselare. In Antwerpen is een aanzet gegeven met het masterplan voor warmtenetten. Er is al een eerste warmtenet dat de warmte van de afvalverbrandingsoven van Isvag in Wilrijk transporteert naar de woonwijk Nieuw Zuid en het bedrijventerrein Blue Gate. Op termijn is het de bedoeling dat de restwarmte van de industrie in de haven van Antwerpen gebruikt wordt voor de verwarming van gebouwen. Maar in heel België blazen bedrijven nu nog warmte de lucht in.”
Hoe komt het dat ons land achterophinkt?
VANHOUDT. “Is het onwetendheid? Is het de neiging van de Belgen om vast te houden aan hun eigen huis, en dus ook hun eigen verwarmingsinstallatie? Ik weet niet waarom de politiek zo weinig aandacht heeft voor duurzame warmte. De helft van ons energieverbruik gaat naar de verwarming en de koeling van gebouwen, een kwart naar elektriciteit en nog eens een kwart naar transport. Als wij het in België hebben over hernieuwbare energie, dan gaat het bijna altijd over zonne- en windenergie of over elektrische wagens, terwijl duurzame bronnen van verwarming dubbel zoveel effect zouden hebben.”
Denemarken kreeg met de oliecrisis in de jaren zeventig een wake-upcall. Mogelijk kan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne voor een doorbraak van warmtenetten in België en in de rest van Europa zorgen.
VANHOUDT. “Laat ons hopen dat er iets positiefs uit deze crisis komt. Elke nieuwe technologie moet opboksen tegen gas. België heeft een dicht aardgasnet. 95 procent van de gebouwen kan gemakkelijk worden aangesloten op het aardgasnet. Gas is bovendien in ons land altijd te goedkoop geweest in verhouding tot elektriciteit. Nergens in Europa is het verschil in prijs tussen elektriciteit en aardgas zo groot als bij ons. Er zou een verschuiving van belastingen van elektriciteit naar aardgas moeten komen, maar de politici zullen dat niet durven doorvoeren zolang de energieprijzen zo hoog zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier