Vrije Tribune
‘Waarom gaan we de klimaatverandering niet even daadkrachtig te lijf als de coronacrisis?’
‘Wanneer de natuur uithaalt met een pandemie, schiet iedereen in gang. Een sinds lang dreigende klimaatverandering blijft stranden op weinig burgerzin en flauwe politieke wil.’ Dat zegt Hendrik Opdebeeck, hoogleraar filosofie en economie (Universiteit Antwerpen) en titularis van de Trends Leerstoel Economie van de Hoop.
Met velen stel ik me de vraag hoe het komt dat we de coronacrisis zo daadkrachtig te lijf gaan, terwijl dat voor de klimaatcrisis een utopie bleek. Waarom hangen we aan de lippen van Marc Van Ranst en konden velen Greta Thunberg niet meer horen of zien? Wanneer de natuur uithaalt met een pandemie, schiet iedereen in gang. Een sinds lang dreigende klimaatverandering blijft stranden op weinig burgerzin en flauwe politieke wil.
Hoe leg je uit dat de solidariteit die met de klimaatmarsen ook zo massaal leek te ontstaan, opdroogde? Is het alleen omdat de dodelijke gevolgen van de klimaatcrisis meestal nog ver van ons bed of te ver in de toekomst liggen? De ogenblikkelijke coronadreiging – afschuwelijk ziek zijn of zelfs sterven – werkt als een enorme drive om solidariteit op te wekken. Die onmiddellijke klimaatdreiging is er nog niet voor de meeste mensen onder ons.
Waarom gaan we de klimaatverandering niet even daadkrachtig te lijf als de coronacrisis?
Belangrijk om te weten is dat solidariteit betrokkenheid inhoudt ten aanzien van hen die in dezelfde omstandigheden verkeren. Denk aan de solidariteit onder arbeiders of geneesheren. Zo is het nu ook zwaar getroffen Duitsland vandaag wel solidair met Italië, wat tegenover Griekenland bij een vorige crisis onmogelijk bleek. Voor het klimaat zitten we met zijn allen nog niet in dezelfde situatie zoals met het coronavirus. We vermoeden wel dat onze kleinkinderen in dezelfde klimaatboot zullen terecht komen. Dan kunnen zich gelijkaardige scenario’s als vandaag afspelen.
Welke andere drive naast solidariteit missen we dan bij de aanpak van de klimaatverandering? Solidariteit beantwoordt aan de spontane rationele logica: zorg voor de andere, zo zorg je ook voor jezelf. Wie zou het in zijn hoofd halen onze crisismanagers hierin tegen te spreken? Maar het gezond boerenverstand had blijkbaar niet genoeg aan rationele wetenschappelijke klimaatfeiten alleen. Greta Thunbergs verwijzingen naar de klimaatwetenschappers begonnen zelfs als holle retoriek te klinken. Solidariteit heeft niet genoeg aan rationaliteit.
De drive die nodig is wil je het klimaat redden, vereist meer dan gewoon rationaliteit. Zelden wordt nog het klassieke onderscheid gemaakt tussen rationaliteit en redelijkheid. Redelijkheid houdt naast de vereiste van rationaliteit ook de noodzaak van empathie in. Empathie voor uw kleinkinderen die later het slachtoffer van het klimaat zijn of voor mensen in het Zuiden die dat nu al zijn, kan leiden tot daadwerkelijk mededogen. Het lastige bij redelijkheid is dat het maar vanuit individuele kleine voorbeelden het maatschappelijke weefsel doordringt en daarenboven slechts langzaam werkt.
Zoals rationele cijfers van het aantal besmettingen de drive van onze onderlinge solidariteit zijn, kunnen de glans in de ogen van onze kleinkinderen of de verrassing van de lente elk jaar, het hart uitmaken van onze mildheid ten aanzien van onze planeet.
Empathie, mededogen of zeg maar mildheid voor onze planeet en de klimaatslachtoffers ver weg of in de toekomst, is dus van een heel andere orde dan de spectaculaire solidariteit die nu heerst. Aangezien er daarvoor meer dan louter rationaliteit van doen is, volstaan onze hersenen niet. Mildheid ten aanzien van de planeet en klimaatslachtoffers vereist naast onze hersenen ook minstens evenzeer wat filosofen zoals Arthur Schopenhauer en Luc Ferry ‘het hart’ durven te noemen. Toen Descartes het rationalisme doorduwde, stelde Blaise Pascal al: “Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît point.” Zoals rationele cijfers van het aantal besmettingen de drive van onze onderlinge solidariteit zijn, kunnen de glans in de ogen van onze kleinkinderen of de verrassing van de lente elk jaar, het hart uitmaken van onze mildheid ten aanzien van onze planeet.
Merkwaardig hoe mildheid daarenboven ook de ultieme factor is wanneer solidariteit te kort schiet bij het aanpakken van nevenproblemen die tijdens deze crisis meer dan ooit naar boven komen. Denk aan eenzame mensen, kansarmen en financieel getroffenen. Het falen van de onzichtbare hand van de markt zal meer dan ooit burgers en overheid vereisen die elkaar de hand reiken. Het risico bestaat dat zodra alles achter de rug is, zowel deze concrete mensen als onze planeet zullen blijven snakken naar een humanisme waar naast solidariteit ook mildheid gecultiveerd wordt. Zowel paus Franciscus als atheïst Harari roepen op tot zo’n nieuw humanisme. Misschien zullen we maar opnieuw economisch en politiek hoopvol kunnen worden wanneer ook hier rationaliteit tot meer redelijkheid uitgroeit. Ons milderen in deze tijd kan ons hierin verder trainen.
Hendrik Opdebeeck is hoogleraar filosofie en economie (Universiteit Antwerpen) en titularis van de Trends Leerstoel Economie van de Hoop
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier