Spoedarts en therapeut Alain Mahjoub over werken en welzijn: ‘Ik ben voorstander van het verkorten van de arbeidsduur’
De economie kwam de voorbije jaren de therapieruimte binnengeslopen, merkt Alain Mahjoub. Daarom pleit de spoedarts en therapeut in een boek voor de omgekeerde beweging: dat economische spelers luisteren naar de lessen van gezondheidswerkers.
Moderne slaven. Daar heeft de huidige generatie werkenden volgens Alain Mahjoub veel van weg. “Kijk naar mensen die tussen 25 en 50 jaar oud zijn. Hun werkdagen zijn hectisch. Ze gaan uit werken, moeten de files trotseren, hun kinderen ophalen, koken, afwassen. Daarna zijn ze afgepeigerd. ‘s Avonds kunnen ze nog net knock-out naar een tv-programma kijken en voor ze het beseffen, begint alweer een nieuwe dag. Er is te veel en we leven te gehaast. Dat is een probleem.”
Mahjoub merkt het regelmatig. Als spoedarts, wanneer een man met wat een hartaanval lijkt weer eens de diagnose van een zware burn-out krijgt. Als therapeut, wanneer hij tegenover werknemers en leidinggevenden zit die “een slag van de hamer hebben gekregen. Meestal omdat ze het stramien hebben gevolgd dat met de paplepel wordt ingegoten: werken, presteren, ervoor gaan. Pas als het echt te veel wordt, merken ze dat ze zich daar geen vragen bij hebben gesteld en zaken hebben gedaan die niet gezond waren.”
De cijfers van de werkbaarheidsmonitor van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) geven Mahjoub extra munitie. “58 procent van de werknemers klaagt over een te hoge werkdruk. Dat is heel moeilijk te dragen. Geen wonder dat die mensen uitgeblust raken en minder gaan presteren”, vindt Mahjoub. “En dat terwijl we minder werken dan vroeger. Het verschil is dat in het verleden meestal alleen de man uit werken ging. Waarmee ik niet wil zeggen dat we daar opnieuw naartoe moeten ( lacht). Maar terwijl die man vroeger 48 uur per week werkte, werken koppels nu samen 76 uur. Daardoor blijft nog maar weinig gezinstijd over.”
Altruïsme zou je even-goed kunnen inkapselen in een businessmodel
Redenen genoeg om zijn visie over economie eens te delen, vond Mahjoub. Zo komt het dat hij in een boek onder meer schrijft over onderwerpen zoals de subprimecrisis, het basisinkomen en het kapitalisme. “Het kapitalisme heeft veel positiefs voortgebracht, maar het is een strijd geweest om het rauwe kapitalisme af te remmen. Dat is gebaseerd op egoïsme: als we winst maken, raken we zelf vooruit en zo wordt iedereen gelukkig. Kapitaal komt dus nog altijd op de eerste plaats. Terwijl altruïsme voor mensen even belangrijk is”, stelt Mahjoub.
“Dat altruïsme zou je evengoed kunnen inkapselen in een businessmodel”, redeneert hij. “Dan zouden bedrijven een meerwaarde bieden aan meer mensen en iets positiefs doen. Uiteraard moeten ze winst maken, maar dan gaat het niet langer alleen maar om geld verdienen. Dat zal ook de werknemers gelukkig maken.”
Willen ondernemers en bedrijven dan alleen maar geld verdienen?
ALAIN MAHJOUB. “In de macro-economie zie je dat veel bedrijven gestructureerd zijn rond winstmaximalisatie. Ze willen zo veel mogelijk geld uitkeren aan hun externe aandeelhouders. Maar als we kijken naar wat mensen nodig hebben in hun leven, moeten we toch een andere richting uit. Daarom zou het goed zijn als er een evenwicht zou komen tussen de economische modellen en wat wij in het veld signaleren. Dan zouden die modellen minder wereldvreemd zijn. Want economie is nog altijd de drijvende kracht van de samenleving, maar de theorieën eromheen zijn achterhaald.”
Wat moet er dan veranderen?
MAHJOUB. “Ik pleit voor maatregelen die ons meer tijd geven. Zo gaan er stemmen op om de arbeidsduur te verkorten. Ik ben daar voorstander van. Als je onderzoekt hoe mensen zich voelen, zie je een U-curve. Jongeren voelen zich het best. Wie tussen 25 en 55 is, voelt zich minder goed, en vanaf 65 jaar beginnen mensen zich opnieuw gelukkiger te voelen. Dat hangt samen met het feit dat mensen tussen 25 en 55 weinig tijd hebben, want werk op zich maakt niet ongelukkig. Tijd is voor mij het nieuwe goud.
“Ik ben natuurlijk geen econoom, dus ik laat het aan anderen over om te berekenen wat mogelijk is, maar er zijn zeker terugverdieneffecten als we minder werken. De productiviteit stijgt als de arbeidstijd verkort. Bovendien verhoogt de nieuwe technologie de productiviteit, waardoor er meer welvaart komt. Ik stel voor die welvaart niet uit te keren in geld, maar in meer vrije tijd.”
Dan moeten werknemers er ook zo over denken en niet liever meer willen verdienen.
MAHJOUB. “Absoluut, maar ik denk dat meer en meer mensen dat beseffen. Jongeren zijn al helemaal mee. Zij willen een veel beter evenwicht tussen werk en privé. Zij hebben gezien wat de impact van een eenzijdige nadruk op een baan is. Ze vinden dat hun ouders te weinig thuis zijn en dat ze er niet echt zijn als ze wel thuis zijn. Er is dus een groot cultuurverschil met de jaren tachtig, toen het vooral ging om blingbling en luxe.”
Tegelijk schrijft u dat kinderen zich nog maar moeilijk kunnen inleven in anderen. Moeten we ons zorgen maken over de managers van morgen?
MAHJOUB. “Heel veel kinderen worden zoetgehouden met een scherm, omdat hun ouders te weinig tijd hebben. En hoe meer die schermtijd toeneemt, hoe groter de kans dat de sociale isolatie toeneemt. Het risico bestaat dat kinderen daardoor geen non-verbale signalen meer kunnen lezen en vaardigheden tekortkomen om solide vriendschappen aan te gaan. Het sociaal welbevinden van jongeren ligt al heel laag. 44,2 procent van hen scoort lager dan vijf op tien als het daarover gaat. Dat is echt wel een signaal. Het is goed dat we dat beseffen en ermee leren omgaan. De goeroes van Silicon Valley zijn al slimmer. Zij sturen hun kinderen naar scholen waar wordt gebreid, genaaid en gekookt. Die kinderen mogen geen smartphone aanraken voor ze twaalf zijn.”
Was het vroeger dan zoveel beter?
MAHJOUB. “Nee, gemeenschappen voelden vroeger soms te beklemmend, maar mensen hadden toen wel voldoende contact met anderen. Alles was kleiner georganiseerd, dus de kans dat je even met de kleermaker of de postbode kon praten, was veel groter. Nu zijn er dagen dat je soms amper iemand ziet. Ook op de werkvloer. Op momenten dat de werkdruk te hoog is, klagen mensen dat ze eenzaam zijn. Er is gewoon geen tijd om even met iemand te praten. Dat is een serieuze achteruitgang, want eenzaamheid is schadelijk, ook voor de gezondheid. Sociale relaties zorgen ervoor dat mensen gelukkig worden. Dat weten bijvoorbeeld bedrijven die aan neuromarketing doen. Zij testen met hersenscans waar mensen gelukkig van worden, om hun producten daarna beter te kunnen verkopen. Het is veelzeggend dat ook zij vaststellen dat mensen vooral ergens bij willen horen en op zoek zijn naar verbinding. Ook in de economische sector moeten we ons daarom meer inzetten ten voordele van anderen. Daar worden we zelf ook gelukkiger van.”
De economie is nog altijd de drijvende kracht van de samenleving, maar de theorieën eromheen zijn achterhaald.
Hoe dan?
MAHJOUB. “De Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs heeft haar knappe koppen in het verleden bijvoorbeeld al ingezet om modellen te ontwikkelen die zo complex waren dat andere banken ze niet begrepen. Zodat de slimmeren ze konden verkopen aan de dommeren. Dat ging puur om egoïsme: wij willen erbovenuit steken met ons bedrijfje. We zouden die knappe koppen het beste weghalen bij Goldman Sachs, zodat we hen kunnen laten meedraaien in sectoren die ons als samenleving vooruithelpen, bijvoorbeeld als het gaat om duurzaamheid of technologische innovatie.”
Wie macht krijgt, ondergaat volgens u wel een psychologische verandering.
MAHJOUB. “Onderzoek toont dat inderdaad aan. Tijdens een experiment werd aan proefpersonen gevraagd een E op hun voorhoofd te schrijven. De deelnemers die tijdens het experiment geen macht kregen toegewezen, schreven de letter meestal zo dat ze leesbaar was voor wie tegenover hen zat. Wie wel macht kreeg, schreef de letter vaker zo dat ze in gedachten leesbaar was voor zichzelf. Machthebbers houden dus veel minder rekening met anderen. Daarnaast leidt macht er ook toe dat mensen de realiteit anders inkleuren. Zo leggen machthebbers fouten meer bij anderen en schrijven ze overwinningen meer aan zichzelf toe.”
Is die manier van denken ook niet functioneel, om met voldoende zelfvertrouwen iets gedaan te krijgen?
MAHJOUB. “Tot op een bepaalde hoogte wel, maar op een gegeven moment verandert die manier van denken in een waanvoorstelling. Dan is die niet meer gebaseerd op de realiteit en meer op wishful thinking. Bovendien hebben veel machthebbers een tekort aan vertrouwen. Wat mij bijvoorbeeld frappeert, is de angst die leidinggevenden voelen om echt te luisteren naar de bekommernissen van de werknemers. Ze zijn bang dat hun medewerkers over hen heen zullen lopen. Het gevolg is dat ze hun gewone ding blijven doen omdat ze hun post willen behouden. Dus gaan ze zich autoritair opstellen: ik ben de baas en daarmee uit.”
Gebeurt dat toch niet steeds minder?
MAHJOUB. “Vooral in de sociale sector is het soms nog echt huilen met de pet op. Hoe het precies komt dat het in die sector zo toe gaat, weet ik niet, maar ik heb er wel een theorie over. Wie incompetent is en daardoor merkt dat het niet lukt op de werkvloer, probeert daar volgens mij snel hogerop te geraken. Het gevolg is dat veel werknemers worden belemmerd door wie boven hen staat. Dat brengt niet alleen de organisatie in gevaar, het veroorzaakt ook veel frustraties bij medewerkers. Aan een incompetente chef kun je maar moeilijk iets veranderen. Passeer je hem, dan ben je deloyaal en word je afgestraft. De kans bestaat dat de chef de functie heeft gekregen omdat hij bepaalde kennissen heeft.
Als de werkdruk te hoog is, voelen mensen zich eenzaam
“Om dat te voorkomen, laat de Braziliaanse CEO Ricardo Semler werknemers hun directe chef zelf aanstellen in zijn bedrijf Semco. Zij kunnen zelf beoordelen wie competent is en wie voldoende rekening met hen houdt. Dat werkt heel goed, want het geeft mensen vleugels. Hier heerst er nog veel angst om de controle af te geven.”
Of angst om niets beslist te krijgen als te veel mensen een verschillende mening hebben?
MAHJOUB. “Dat mag, hè. Discussie en dialoog horen erbij. We zullen het elkaar moeilijk maken, we zullen tegen elkaar roepen. Dat maakt niet uit. Aan het einde van de rit wordt de beslissing dan wel gedragen door een grote groep mensen. Natuurlijk zullen er altijd mensen zijn die de kantjes eraf lopen als ze meer vrijheid krijgen, maar dat is een kleine minderheid. En ook zij zullen uiteindelijk opbotsen tegen de collega’s en verdwijnen uit het bedrijf. De druk om op die manier te gaan werken, neemt trouwens al toe. Kijk maar naar de burn-outcijfers. Leidinggevenden zullen er in de toekomst dus wel oren naar moeten hebben. Dat is goed, want het levert alleen maar betere resultaten op.”
Alain Mahjoub, Jij bent dus ik ben, Polis, 256 blz., 22,50 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier