Vlerick-proffen Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir: ‘We zijn allemaal een prachtige puinhoop’

KATLEEN DE STOBBELEIR EN MARION DEBRUYNE "Mensen dienen zichzelf liever een elektroschok toe dan aan zelfreflectie te doen." © EMY ELLEBOOG

De (hobbelige) weg naar succes in leven en werk, luidt de ambitieuze ondertitel van het boek van Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir. Verwacht geen klassieke managementliteratuur. De Vlerick-proffen willen u inspireren met de valpartijen van Jennifer Lawrence en de tough love-aanpak van Mr. Miyagi uit The Karate Kid.

Wat hebt u eraan dat de beroemde actrice ook Jennifer Lawrence weleens struikelt? “Heel wat mensen zitten gevangen in oude stereotiepe denkpatronen over carrière en leiderschap. Dat ontmoedigt mensen die een ander pad volgen”, zegt Marion Debruyne, de decaan van de Vlerick Business School. “Ten onrechte. We zijn allemaal work in progress. We zijn allemaal een prachtige puinhoop, of a beautiful mess, om een studie te citeren. Als anderen fouten maken, vinden we dat charmant en waarderen we hen nog meer. Als Jennifer Lawrence over haar jurk struikelt als ze het Oscar-podium oploopt, maakt dat haar in onze ogen nog beter en sympathieker. Maar bij onszelf laten we dat niet toe.”

Vrouwen leiden meer vanuit een plichtsbesef. Mannen leiden eerder omdat ze dat heel graag doen’ Katleen De Stobbeleir

In hun boek doen Debruyne en professor Katleen De Stobbeleir dat wel. Marion Debruyne beschrijft hoe moeilijk de beslissing was om terug te keren uit de Verenigde Staten nadat ze daar voor haar dertigste hoogleraar was geworden. “Mijn omgeving vroeg me waarom ik dat in godsnaam deed. Achteraf gezien was dat de beste beslissing die ik ooit heb genomen. Maar op het moment zelf was het heel moeilijk.” De Stobbeleir ging zo hard dat ze gezondheidsproblemen kreeg. “Ik vraag me nog altijd of hoe het komt dat ik als prof die veel vertelt over zelfreflectie, dat zelf niet heb toegepast. Uit een studie blijkt dat mensen zichzelf liever een elektroschok toedienen dan aan zelfreflectie te doen.”

Mochten de stemmen in het midden zich wat meer laten horen, zou er veel gebeuren in onze maatschappij’ Katleen De Stobbeleir

“Je kan kasten vullen met boeken die betogen hoe belangrijk het is je carrière in handen te nemen, maar in de praktijk hangen mensen vast aan traditionele denkbeelden”, zegt De Stobbeleir. “Dat willen we doorbreken door onze ervaringen te delen, maar ook aan de hand van andere voorbeelden en op basis van wetenschappelijke studies. Als je je van die stereotypes bevrijdt, dan geraak je veel verder dan het traditionele pad je zou brengen.”

Uw boek is geen gids naar succes en geluk. Het is een oproep om er werk van te maken?

MARION DEBRUYNE. “Je moet eerst je eigen definitie van succes formuleren. Dat is subjectief. We hebben geen handboek gemaakt. Wie zijn wij om te zeggen hoe iemand anders het moet doen? We willen de lezers inspireren en herkenbare situaties aanbieden waarmee ze aan de slag kunnen.”

U roept op om de eigen dromen hardop uit te spreken. Dat vinden Belgen niet altijd gemakkelijk.

KATLEEN DE STOBBELEIR. “De angst om hardop te dromen is een vrij universeel fenomeen. In dit land zijn we wel meer geneigd bescheiden te dromen. Maar het is belangrijk dat luidop te doen, omdat dromen mensen mobiliseren. Tegelijk moet je een pragmatisch stappenplan ontwikkelen om je droom te realiseren. Daar zijn Belgen net iets beter in. Als je te klein denkt, zul je alleen maar kleine dingen bereiken.”

DEBRUYNE. “Bij Google X is de ambitie niet om iets 10 procent beter te maken, maar 10 keer beter. Als dat je doel is, denk je veel radicaler. Dat leidt tot meer creativiteit. Toen Felix Van de Maele hier de opleiding volgde, hoopte hij hardop dat Collibra ooit 100 miljoen dollar waard zou zijn. Het was zeer on-Belgisch om dat te zeggen. Vandaag is Collibra 2,3 miljard dollar waard.”

Wat zijn uw dromen?

DE STOBBELEIR. “Mijn droom is om meer ‘verantwoordelijke’ leiders te hebben. Ik coach veel mensen. Ik hoop dat ze de training niet alleen gebruiken voor hun carrière, maar dat ze er ook maatschappelijke uitdagingen mee te lijf gaan. Ik zou willen dat mensen hun morele kompas ontwikkelen en zich afvragen wat ze kunnen doen in bijvoorbeeld de strijd tegen de klimaatverandering.”

Een van uw geëngageerde vrienden vond het onbegrijpelijk dat u voor Vlerick ging werken.

DE STOBBELEIR. “Ja ( lacht), maar het houdt steek. De zakenwereld kan veel van de maatschappelijke uitdagingen aanpakken. Tijdens de financiële crisis van 2008-2009 heeft het leiderschap een serieus dieptepunt gekend. Dat heeft veel ondernemers doen nadenken over hun maatschappelijke rol.”

DEBRUYNE. “We praten in ons boek over het rimpeleffect, de impact die een individu kan bereiken. Vlerick probeert positieve rimpelingen los te maken en de maatschappelijke impact van het bedrijfsleven te verbeteren. Ik droom ervan de school toegankelijker te maken voor divers talent.”

De prestaties van vrouwelijke leiders worden in de coronacrisis afgewogen tegenover die van hun mannelijke collega’s. Is dat een relevante oefening?

DEBRUYNE. “Gaan vrouwelijke leiders beter om met deze crisis? We hebben te weinig data om conclusies te trekken. Een leider met charisma, visie en antwoorden, zoals het stereotype dat wil, is in turbulente tijden niet de meest effectieve leider. Goede leiders vragen veel feedback en durven hun onzekerheid te erkennen. Je zou dat een eerder vrouwelijke stijl van leiderschap kunnen noemen. We verwachten van vrouwelijke leiders ook dat ze dat doen, en mogelijk proberen ze meer te voldoen aan die verwachtingen.”

In het boek verwijst u naar de ‘glazen klif’, het fenomeen dat voor bijna onmogelijke opdrachten sneller een vrouw bereid wordt gevonden.

DE STOBBELEIR. “Of vrouwen worden sneller naar voren geduwd als de kans op falen groter is. Dat is wetenschappelijk bewezen. Het is een onbewust proces. Als de kans op succes te klein is, dan haken veel mannen af. Vrouwen leiden veel meer vanuit een plichtsbesef, zeker tijdens een crisis. Mannen leiden eerder omdat ze dat heel graag doen, wat in crisistijden minder vanzelfsprekend is.”

U schrijft dat vrouwen sneller dan mannen geneigd zijn na hun studies hun ambities op te geven.

DE STOBBELEIR. “Ambitieuze vrouwen ondervinden meer weerstand in de maatschappij. Net zoals mannen die bijvoorbeeld meer tijd met het gezin willen doorbrengen. De loonkloof zorgt er ook voor dat een traditioneel gezin de traditionele keuzes maakt.”

DEBRUYNE. “Tijdens de studies zijn meisjes even ambitieus als jongens. Maar vijf jaar later bergen veel meisjes hun ambitie op. Dat heeft onder meer te maken met een gebrek aan rolmodellen. Als je in een bedrijf of een organisatie alleen mannen hoger op de ladder ziet, dan moet je als vrouw bijna arrogant en naïef tegelijk zijn om te denken dat je daar vlot een plaatsje zal veroveren.”

DE STOBBELEIR. “Ambitieuze meisjes krijgen ook snel de feedback dat ze te hard zijn of te bazig zijn. Terwijl mannen met hetzelfde gedrag snel als een leider worden gezien. Maar zodra vrouwen zich van die stereotiepe verwachtingen bevrijden, zijn ze tot ongelooflijke dingen in staat. Dat geldt ook voor mannen.”

Zal er ooit volledige gelijkheid zijn in de carrièremogelijkheden van mannen en vrouwen?

DE STOBBELEIR. “Als mensen durven te spreken, dan kan er veel gebeuren. Maar diversiteit is soms een heel controversieel debat. Mochten de stemmen in het midden zich wat meer laten horen, zou er veel gebeuren in onze maatschappij.”

In uw boek geeft u Mr. Miyagi – de strenge karateleraar in The Karate Kid – als voorbeeld. Is hij een goede leider?

DEBRUYNE. “Er zijn zachte en harde culturen. Zachte culturen hebben een hoger knuffelgehalte, harde zijn meer gericht op prestaties. Je moet op zoek gaan naar tough love. Dat betekent dat je het beste van een zachte en een harde cultuur combineert. Je wordt aangemoedigd om de lat voor jezelf hoog te leggen, maar met de beste bedoelingen en niet met de bedoeling je af te straffen. Dat kan heel motiverend zijn. Tough love is een teken van respect.”

Hoe krijg je zo’n tough-love- cultuur in een organisatie?

DE STOBBELEIR. “Je hebt er twee fundamentele ingrediënten voor nodig. Ten eerste een feedbackcultuur. De maturiteit moet er zijn om feedback te geven en te krijgen. Dat is alleen maar mogelijk als er ook een cultuur is die focust op groei en ontwikkeling. Een feedbackcultuur waarin mensen worden afgerekend op hun prestaties, kan heel gevaarlijk zijn.”

U schrijft dat perfectie een onrealistische last legt op een hele generatie, maar tegelijk pusht u mensen uit hun comfortzone te komen. Legt u zo ook geen druk op mensen?

DE STOBBELEIR. “Die twee zaken zijn heel erg met elkaar verbonden. Succes werkt verslavend. Als je goed bent in iets, heb je de neiging om dat te willen voortzetten en dat succes te bewaren. Je gaat dat perfectioneren. Wij vinden het goed soms weer van nul te beginnen. Een mooi voorbeeld is de CEO van een familiebedrijf die het enorm lastig had om zijn bedrijf door te geven aan de volgende generatie. Toen hij met zwemlessen begon, moest hij helemaal van nul beginnen. Door dat mee te maken, leerde hij dat het geen gezichtsverlies is om zijn bedrijf los te laten en zichzelf helemaal opnieuw uit te vinden.”

Tough love betekent dat je het beste van een zachte en een harde cultuur combineert’ Marion Debruyne

DEBRUYNE. “Er is een studie die dertig jaar heeft gevolgd hoe het met het perfectionisme van jonge mensen is gesteld. Dat is nog nooit zo groot geweest als vandaag. Het gaat dan vooral om het perfectionisme die je omgeving je oplegt. Jongeren hebben het gevoel dat er continu van hen wordt verwacht dat ze perfect zijn. Sociale media spelen daar hoogstwaarschijnlijk een rol in.”

Verliest u daardoor studenten tijdens de opleiding?

DEBRUYNE. “Wij geven hen vanaf de eerste dag mee deze school als een labo te beschouwen, waar ze ongestraft kunnen experimenteren. Ben je niet goed met cijfers, duik er dan net in. Presenteer je niet graag voor een groep, doe dat dan net wel. Ook Jennifer Lawrence struikelt weleens.”

Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir, Making your way. De (hobbelige) weg naar succes en geluk in leven en werk, Lannoo, 216 blz., 19,99 euro

Vlerick-proffen Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir: 'We zijn allemaal een prachtige puinhoop'
© FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

Bio Marion Debruyne

– Marion Debruyne

– 47 jaar

– Decaan en partner Vlerick Business School

– Professor marketing, strategy & innovation

– Onafhankelijk bestuurder Ackermans & van Haaren en Kinepolis, bestuurder Guberna

– Master burgerlijk ingenieur scheikunde en doctoraat TEW (UGent), master in marketing (Vlerick Business School)

– Vijf jaar in de VS, verbonden aan Wharton School, Kellogg School of Management en Goizueta Business School

Vlerick-proffen Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir: 'We zijn allemaal een prachtige puinhoop'
© FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

Bio Katleen De Stobbeleir

– Katleen De Stobbeleir

– 42 jaar

– Professor leadership en partner Vlerick Business School

– Bestuurder bij Officient en ABO-Group

– Master organisatiepsychologie en arbeidswetenschappen en doctoraat toegepaste economie(UGent)

– Visiting scholar aan Ross School of Business (VS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content