Karl Verlinden (voorzitter Unizo, CEO Qualiphar): ‘Er wordt misbruik gemaakt van de passie van ondernemers’

© Jonas Lampens
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Karl Verlinden kent als topman van de familiale farmaonderneming Qualiphar de grieven van onze kmo’s als geen ander. Het is handig als je dan ook voorzitter bent van de zelfstandigenorganisatie Unizo.

Beter laat dan nooit, moeten Karl Verlinden en zijn broers Marc en Tom hebben gedacht toen ze een zakenbank en een consultancybureau inhuurden om de strategie van Qualiphar onder de loep te nemen. Het resultaat is er dan ook naar: heel de structuur van hun bedrijf, dat vroeger rustig voortkabbelde, ging door de mangel. Die oefening gaf een boost aan het zelfvertrouwen ten huize Verlinden. Het potentieel van hun bedrijf bleek veel groter dan gedacht. Het maakt dat Qualiphar tot nader order op eigen houtje aan de weg blijft timmeren.

Het zijn gouden tijden voor otc. Voor fusies of overnames moet u toch het ijzer smeden terwijl het heet is?

Verlinden: “Als morgen iemand komt aankloppen met wat in onze ogen een gouden kans is, zullen we die moeten bekijken. Maar op dit moment is er geen haar op ons hoofd dat zoiets ernstig zou nemen, vanwege het grote potentieel dat wij zelf zien voor de volgende jaren. Eerst de waarde ontginnen, en dan kunnen we aan andere dingen denken.”

Ontbreekt nog iets aan jullie productengamma?

Verlinden: “Nee, er zijn weinig domeinen die we niet coveren. We hebben vrijwel voor alles een product, behalve voor de heel grote segmenten zoals hoofdpijn en maagpijn, want die zijn het speelveld van de grote jongens. Er zijn natuurlijk wel producten waarmee we meer zouden willen werken. Maar dat kan dan niet omdat de administratieve rompslomp zo belachelijk groot is. Soms neemt een registratieprocedure twee jaar in beslag. Dat is een schande. Ik hoop echt dat de overheid op tijd inziet dat ze moet stoppen met die overregulering. En je mag over de regering zeggen wat je wilt, maar minder ambtenaren betekent in de praktijk langere wachttijden. Je haalt je budget niet, omdat je voor een soms domme reden een goedkeuring niet krijgt.

“De ondernemer staat meer en meer alleen. Ik heb niemand meer om tegen te klagen. Een voorbeeld: ik ben persoonlijk correctioneel verantwoordelijk voor arbeidsveiligheid of voor milieudelicten. Als ik dan naar politici ga om over een probleem te praten, zeggen ze: ‘Je hebt misschien gelijk, maar het is mijn probleem niet. Los het zelf maar op.’ Politici hadden vroeger een beroep, nu zijn het allemaal beroepspolitici. In de vakbonden zitten knappe academici die heel goed weten waarover het gaat, maar die nooit in een fabriek hebben gestaan. Ook in de administratie zie je allemaal academici van een hoog niveau. Er is structureel iets mis, en je voelt dat iedereen zijn handen ervan aftrekt, en dat is erg.

“Er zitten ook bijna geen ondernemers meer in de parlementen. Maar wat kun je er ook gaan doen? Je verliest er tijd. En dan gaan journalisten lijstjes maken over hoeveel keer je in die commissie was en hoeveel vragen je hebt gesteld. En dan krijg je bij de volgende verkiezingen 1 op 10 op je rapport. De impact daarvan is heel groot. Waarom zou je je nog verkiesbaar stellen?”

Acht jaar geleden zei u al dat de politiek zich meer bewust moest worden van de kmo’s.

Verlinden: “Het is alleen nog maar verergerd. Onze politici reizen naar Detroit en alle hoeken van de wereld voor Opel en Ford, en terecht ook. Maar ze mogen ook weleens moeite doen voor al die kmo’s. Die zorgen voor bijna 70 procent van de werkgelegenheid in dit land. Ik ben echt geschandaliseerd, ik ben op kabinetten geweest om te vragen hoe ik steun kan krijgen, want ik verbeter mijn fabriek met de nieuwste technologie. En dan ben je juist te klein of juist te groot. Ik val overal tussen de regeltjes. Terwijl groten als Janssen of Opel – het maakt niet uit – subsidies krijgen voor van alles en nog wat. Ik vind dat niet kunnen. Ik krijg dan antwoorden van heel betrokken ambtenaren die zeggen: ‘Dat is waar, dat is een probleem.’ Maar zij mogen geen oplossing bieden. Daar maak ik me druk in.

“Er wordt misbruik gemaakt van de passie van ondernemers voor hun bedrijf en hun baan, want ze doen er alles voor en geven niet op. Het is hun leven. En dus vind ik dat de politiek en de vakbonden daar schromelijk en bijna gewetenloos van profiteren, want zij weten ook dat wij altijd zullen blijven werken. Er zijn heel veel zelfstandigen die met moeite op het einde van de maand rondkomen, maar nog liever dat dragen dan voor iemand te gaan werken of iemand te ontslaan.”

Ziet u een oplossing voor die problemen?

Verlinden: “Het is voor het eerst sinds lang dat het belang van het ondernemerschap in het regeerakkoord staat. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat al die ministers en parlementsleden van de meerderheid dat boven hun bed hangen, en zich elke avond afvragen: heb ik vandaag iets goed gedaan voor de ondernemers? Wij vragen geen grote dingen. Dat ligt niet in onze aard. Wij moeten elke dag zoeken naar compromissen op de werkvloer. Problemen oplossen: ook dat is ondernemen. En natuurlijk vragen wij in essentie veel meer vertrouwen. We leven niet meer in het tijdperk van Daens. Al zijn er wel die denken dat wij allemaal slavendrijvers zijn.”

U leest het volledige interview met Karl Verlinden deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content