Eric Domb (Pairi Daiza): ‘Wat ik in mijn hoofd heb, kan me totaal ruïneren’

ERIC DOMB "Ik ben een gefrustreerde optimist." © Emy Elleboog
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Wie had gedacht dat Eric Domb na de beursexit van zijn populaire dierenpark Pairi Daiza gemoedsrust had gevonden, heeft het helemaal mis.

” Ik ga iets bekennen: ik háát foto’s”, zegt Eric Domb meteen aan onze fotografe. “Ik ben in wezen een zeer verlegen persoon.” De flamboyante CEO is gebruind, net terug van een studiereis naar Indonesië voor zijn park, dat hij steevast omschrijft als zijn ‘project’, en heeft er enkele skivakantiedagen met oude vrienden aan gebreid. “Ik vraag me soms af of ik dit beroep niet heb gekozen om excuses te hebben om heel de tijd op reis te kunnen gaan”, lacht Domb, wiens passie voor authenticiteit alleen nog maar is toegenomen sinds hij Pairi Daiza in 1994 oprichtte. Het vogelpark van toen is uitgegroeid tot de meest populaire commerciële attractie van het land, mede dankzij het koppel Chinese panda’s dat in 2014 in het park arriveerde, en een babypanda die vorig jaar werd geboren. Net voor die geboorte haalde de voormalige voorzitter van de Waalse werkgeversfederatie UWE en voormalig Franstalig Manager van het Jaar Pairi Daiza van de beurs. Een operatie waarvoor hij steun zocht bij Marc Coucke. Maar ook weg van de beurs steekt Domb zijn nek uit. De geplande uitbreiding van het park zal gepaard gaan met de constructie van hotelverblijven op het domein. Bovendien heeft Domb zijn zinnen gezet op een groot natuurproject in de Waalse bossen, Nassonia. Maar al die plannen hebben Domb een moeilijk te slikken stroom van kritiek en verwensingen opgeleverd.

Wat is de aandeelhoudersstructuur van Pairi Daiza?

Domb: “Ik heb ruim 69 procent, en Marc Coucke heeft de rest. Ik ben hem gaan opzoeken omdat ik de beursexit niet zelf kon financieren en wist dat hij al enkele procenten had. Hij was meteen bereid mij te helpen. En de regeling met Marc is uiterst simpel. Ik kan het project ontwikkelen zoals ik dat wil.”

Misschien hebt u met Coucke wel een paard van Troje binnengehaald?

Domb: “Hij heeft beloofd dat deze investering voor zijn kinderen is, en ik geloof hem. Maar de meerderheid kan hij niet hebben, tenzij hij later aandelen van mijn drie kinderen koopt. En ik vertrouw hen. Ze weten dat ik heel mijn leven aan dit project heb gewijd. Al weet ik ook dat mijn kinderen kunnen leven als koningen als ze verkopen. Maar stel je voor dat nieuwe aandeelhouders hier ooit achtbanen zouden plaatsen. Puur financieel gezien is dat niet eens zo dom, want in Orlando bestaat die combinatie al, en ze is erg succesvol. Maar ik ben 56 jaar, en ik heb dit alles niet gedaan opdat Pairi Daiza in handen zou komen van mensen die andere waarden dan ik hanteren.”

Er komen wel hotelverblijven?

Domb: “Al lang voor onze beursexit had ik duidelijk gemaakt dat ik absoluut wilde dat bezoekers de nacht in het park zouden kunnen doorbrengen. We willen 500 kamers, verspreid over het park. Ik heb enorm veel gereisd, meer dan 60 landen bezocht, en ik heb geslapen op de grond, op daken van huizen, in het woud en in paleizen. Ik heb dus zeer veel ervaring met logies. Het wordt een heel interessante ervaring, want van één ding ben ik zeker, namelijk dat we stommiteiten gaan uithalen. In de eerste fase zullen we een vijftigtal kamers hebben. Of we die in 2018 of 2019 openen, hangt af van de problemen die opduiken.”

Hoe financiert u dat?

Domb: “Simpel, we stellen al onze cashflow ter beschikking, en onderhandelen met de banken over een verhoging van de schuldgraad. Hun vertrouwen heb ik absoluut nodig, want ik zit niet op een grote zak goud, zoals velen lijken te denken.”

Vraagt u voor die hotels de mening van Coucke?

Domb: “Ik vraag ze niet, maar ik krijg ze met veel plezier (lacht). Marc is ook een intelligente kerel. Het is aangenaam om iemand te hebben die je uitdaagt, misschien is dat vroeger niet genoeg het geval geweest. Wat ik het meest aan hem apprecieer, is zijn enthousiasme. Zo zijn er maar weinig. Overigens, veruit de voornaamste factor die het behoud van de welvaart van onze regio bedreigt, is het gebrek aan enthousiasme.”

Hoeveel bezoekers had u vorig jaar?

Domb: “Meer dan in 2015, dat een uitzonderlijk jaar was met bijna 1,8 miljoen bezoekers. Maar nu het niet meer moet omdat we van de beurs zijn, willen wij niet langer onze cijfers geven. Ze versterken alleen maar de afgunst en de jaloezie van diegenen die zich in de media roeren. Er was onlangs nog iemand die net niet het woord ‘stelen’ gebruikte, alsof dit een taart is waar wij een groot stuk van roven. Terwijl wij de taart hebben gebakken.”

Als u de cijfers niet geeft, lijkt het alsof u iets te verbergen hebt?

Domb: “Precies. Ik verlies hoe dan ook. De onwetendheid van het publiek speelt ons parten, en ik moet daartegen vechten. Neem Marc. Als ik lees dat onze hotelkamers er komen dankzij zijn geld, is dat niet alleen fout, maar versterkt dat ook de haat van een aantal mensen, helaas de enigen die zich laten horen. Ik zou bijna elke dag een recht van antwoord moeten sturen. Dit is namelijk allemaal erg schadelijk voor ons.”

U hebt problemen met Pairi Daiza, en toch broedt u op het project Nassonia, een bos van 1500 hectare nabij Rochefort dat de Stichting Pairi Daiza wil huren om de biodiversiteit te verbeteren. Het heeft iets masochistisch.

Domb: “Zo zou ik het niet noemen. Wat ik beoog, is de ontwikkeling van harmonie tussen bos en mens, een engagement zonder enige hoop op financiële opbrengst. Dat is dus niet het model van Marc in Durbuy, of het model van Pairi Daiza. Er zijn heel wat mensen die niet willen dat het er komt. Maar ik ga door, want er zijn ook honderden mensen die het steunen. Al ben ik soms ontmoedigd en heb ik al honderd keer overwogen Nassonia te laten vallen.”

De panda’s worden beschouwd als de jackpot voor Pairi Daiza.

Domb: “Een jackpot is geld dat bij wijze van spreken uit de hemel valt. Ik ga heel het verhaal van de komst van de panda’s niet meer doen, maar weet dat wij toen als enigen als gekken op dat dossier hadden gewerkt. Alleen daardoor hebben we dat dossier in een recordtijd rond gekregen. Maar dat kostte en kost veel geld, miljoenen euro’s voor de infrastructuur, en jaarlijks honderdduizenden voor de Chinese overheid. Ook van de babypanda werd gezegd dat het de jackpot was. Maar waarom wordt in zoveel dierenparken nooit een panda geboren? Wij hebben, toen de moeder plots vruchtbaar bleek, in volle viering van het Chinese nieuwjaar een van de grootste Chinese specialisten in inseminatie van panda’s naar hier gehaald. Samen met specialisten van de universiteit van Gent heeft die het klaargespeeld. Maar blijkbaar kunnen sommigen niet geloven dat we krijgen wat we verdienen. Dat is ondraaglijk. Wat ik zeg over Nassonia, geldt overigens ook hier. Ook voor Pairi Daiza was ik soms de moed kwijt door alle kritiek.”

Domb: “Het jaar dat we de panda’s kregen, was de stijging van het aantal bezoekers heel zwak. Van 1,25 naar 1,39 miljoen, dus 150.000 meer, wat zeer weinig is voor dierentuinen. Ons imago werd toen fors beschadigd. De Vlaamse media haalden ons door het slijk. De panda’s waren er alleen maar gekomen dankzij premier Di Rupo, klonk het. 2014 was een zeer moeilijk jaar. We vroegen ons af of we er goed aan hadden gedaan, maar ik denk van wel. Onze bekendheid in het noorden van het land is fenomenaal, al zal de interesse in de panda’s ooit verminderen terwijl de kosten even hoog blijven. Daarom willen veel dierentuinen ook geen panda’s.”

U hebt Wallonië al eerder verweten te weinig ambitieus te zijn. Bent u pessimistisch?

Domb: “Ik ben een gefrustreerde optimist (lacht). Ik ben optimistisch, want op zekere dag zullen de Walen wakker worden, maar ik ben gefrustreerd omdat we nog altijd tijd verliezen. Dus probeer ik aan de boom te schudden. Helaas wordt in Wallonië niet gesproken over het belang van wat ik katalysatoren noem, individuen zoals ik die door hun investeringen een positieve impact hebben op de ontwikkeling van de regio. Wij worden niet gewaardeerd, maar geplaatst in de categorie van megalomane imbecielen. En als we slagen, zijn we in de ogen van sommige vakbondsmensen rijke profiteurs. Niemand spreekt over het feit dat Pairi Daiza zoveel meer is dan een bevlieging, een gril van één persoon. Afgunst en jaloezie domineren het debat, terwijl wij jaarlijks miljoenen euro’s belasting betalen, honderdduizenden euro’s taks aan de gemeente betalen, er binnen enkele jaren honderdduizenden euro’s verblijftaks zal gaan naar de gemeente, en wij werkgelegenheid creëren en een essentiële rol spelen in het ecosysteem van deze regio. En ik word dan omschreven als een soort roofdier.

“Wat ik vrij debiel vind, is dat niemand zich druk maakt over de vaak enorme inkomsten van topsporters of showbizztoppers, terwijl die amper een impact hebben op onze socio-economische ontwikkeling. En dat terwijl mensen zoals Marc Coucke en ikzelf in de vuurlinie liggen. Nochtans kan het project dat ik in mijn hoofd heb, me totaal ruïneren.Beeld je maar eens in dat er ergens in dit land een catastrofe gebeurt, of dat de bezoekers onze investeringen niet appreciëren. Dan zijn we dood. Ik zet heel mijn patrimonium op het spel om Pairi Daiza nog iets mooier, nuttiger, stralender en cultureler te maken, waardoor we honderden extra jobs creëren. En dan komen in kranten diegenen aan het woord die stellen dat het geen kwaliteitsjobs zijn. Ja, hallo?! Randstad peilt elk jaar naar de meest aantrekkelijke werkgever van de regio. Pairi Daiza kwam daar enkele jaren geleden veruit als beste uit.”

Welke kritiek heeft u het hardst geraakt?

Domb: “Dat ik dit park voor mezelf doe. Ik ben maar een passant. Mijn zakken zullen leeg zijn wanneer ik sterf. De belediging dat ik megalomaan zou zijn, is een zoveelste symptoom van de ziekte die ik de cultuur van de middelmatigheid noem. In landen met grote musea, grote bedrijven en grote attractieparken worden bedrijfsleiders niet gezien als megalomaan. Zelfs indien Pairi Daiza 3 miljoen bezoekers per jaar zou tellen, blijven we een dwerg vergeleken met Amerikaanse parken of zelfs met de Efteling of Europapark in Duitsland. Daar worden de bazen aanbeden in hun streek, erkend, aangemoedigd, maken ze deel uit van het collectieve succes. Maar mij behandelen ze als een megalomaan. Dat is… putain! Wallonië heeft dan behoefte aan veel megalomanen. (opgewonden) Als ik als speler van middelmatige omvang in een sector als de onze wordt behandeld als megalomaan, wil dat zeggen dat we niet willen dat er in onze regio wereldtoppers zijn. Zolang we dat soort commentaren krijgen, zal de ondernemingsgeest in onze regio worden afgeremd.”

Is de relatie met de Antwerpse Zoo, die al voor de pandaoorlog was verzuurd, genormaliseerd?

Domb: “De Franse schrijver Barbey d’Aurevilly zei ooit dat het moeilijk is lang vijanden te blijven. Ik denk niet dat Dries Herpoelaert (de topman van de Antwerpse Zoo en het dierenpark Planckendael, nvdr) en ik samen op vakantie zullen gaan, maar het is tijd om die historie te beëindigen. We hebben beiden gezegd wat we oneerlijk vinden.”

U hebt geen klacht lopen bij de Europese Uie, zoals u toen overwoog?

Domb: “Neen, niet dat ik weet. Ik ben nu eenmaal impulsief, maar gelukkig werk ik aan mezelf. Al blijft mijn rechtvaardigheidsgevoel mij parten spelen. Ik begrijp nog altijd niet waarom een domein als Planckendael, naast de autostrade tussen Antwerpen en Brussel, overheidssubsidies moet krijgen, terwijl Pairi Daiza in the middle of nowhere de eerste toeristische bestemming van het land is geworden. Maar dat wordt te gemakkelijk vertaald als een agressie van Walen tegen Vlamingen. Ik zal die fout niet meer maken.”

Pairi Daiza is gesloten van midden november tot april, maar u wil langer openblijven?

Domb: “Ik denk aan de kerst- en de herfstvakantie, en de weekends in de winterperiode. Mogelijk wachten we daar nog een tweetal jaar mee. We werken nog altijd aan het Terre du Froid, ons achtste themagebied, waar ongeveer honderd hotelkamers komen. Dat zijn grote werken, en die kan je niet doen als het park open is.”

Wil u het park nog uitbreiden ?

Domb: “Het is nu 55 hectare, en de parking 19 hectare. Die parkingruimte wil ik integreren in het park. We hebben daarom de terreinen erachter gekocht, zodat we de parking kunnen verplaatsen. Dat zal ook het verkeer vlotter doen verlopen. Alles samen hebben we 130 hectare, maar er zijn zones waarop we nooit gaan bouwen. Het deel voor de bezoekers zal 80 hectare bedragen, bepaald niet megalomaan toch?”

Hoeveel mensen werken hier?

Domb:“Meer dan 300 voltijdequivalenten. Het gros van onze investeringen doen we met Belgische bedrijven, vooral Waalse. Er zijn dus ook veel indirecte jobs. Alle investeringen die we de komende vijf à zes jaar doen, zorgen voor nog minstens 900 voltijd- equivalenten extra. Dat we proberen heel het jaar open te blijven, betekent dat meer mensen met een seizoensgebonden statuut een contract van onbeperkte duur krijgen. We gaan dus naar 1200 à 1300 jobs in de komende vijf, zes jaar. Een straffe uitdaging, want we hebben een familiale cultuur. Die aanpassen aan de dwangmatigheden van een veel omvangrijkere organisatie zonder onze ziel te verliezen, wordt erg moeilijk.”

Wat doet u binnen tien jaar?

Domb: “Uiteraard zou ik een grote meerwaarde realiseren mocht ik Pairi Daiza verkopen, maar dat wil ik niet. Er komt een moment dat er geen grote investeringsplannen meer zijn. Ik schat dat de grote werken binnen zeven, acht jaar afgerond zijn. Dan kan ik opnieuw tuinieren, onkruid verwijderen, details regelen. Het is logisch dat ik dan de leiding doorgeef. Eindelijk, want management is voor mij een dwang, geen plezier. Ik geniet niet van CEO te zijn. Ik ben op mijn gemak bij bomen, dieren en stenen. Dat is mijn wereld, dat passioneert me. Coachen, beheren en dirigeren? Pfff. Ik ken ook mijn gebreken. Als je er niet van houdt, kan je geen supermanager zijn. Ik had nooit Manager van het Jaar mogen worden. Maar mocht de prijs voor katalysator van het jaar bestaan, had ik die zeker verdiend.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content