De Belgische loonkostenhandicap bedraagt meer dan zestien procent. Dat besluit het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) uit het rapport over de loonkostenhandicap van de expertengroep.
De Belgische loonkostenhandicap bedraagt meer dan 16 procent. Dat besluit het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) uit het rapport over de loonkostenhandicap van de expertengroep.
“De absolute loonkostenhandicap van ons land bedraagt 16 procent, en voor sommige sectoren ligt dat cijfer nog hoger”, aldus het VBO. “Dat cijfer ontkennen, is het licht van de zon ontkennen”, voegt gedelegeerd bestuurder Pieters Timmermans eraan toe.
Volgens Timmermans zet de loonkostenhandicap het Belgisch weefsel zwaar onder druk, en zijn het in de eerste plaats de exporterende bedrijven die eronder lijden. De opmerking van PS-vicepremier Laurette Onkelinx waarin ze stelt dat ons land al veel steun geeft – 11 miljard euro – aan bedrijven, maakt weinig indruk op de werkgevers. Integendeel. Dat betekent dat de handicap zonder die steun nog veel groter zou zijn geweest, luidt de repliek.
Het VBO vreest dat België er zonder een hervorming van de loonindex niet in zal slagen de loonkostenhandicap weg te werken. De werkgeversorganisatie wil nu actie. Die kan er komen via een competitiviteitspact, waarin het wegwerken van de loonkostenhandicap centraal staat.
Ook ondernemersorganisatie Unizo vindt dat het ‘nu of nooit’ is voor een competitiviteitspact. De werkgeversorganisatie wijst erop dat vooral arbeidsintensieve bedrijven – in grote mate kmo’s – het slachtoffer zijn van de loonkostenhandicap van 16 procent. Unizo pleit voor een ‘loonlastenverlagingsschok’ van 5 procent.
Aan vakbondszijde wordt de loonkastenhandicap anders benaderd. Volgens voorzitter Jan Vercamst van de liberale vakbond ACLVB is er in ons land genoeg marge om op een ‘goede manier te kunnen ondernemen’. De vakbond betreurt dat werkgeversorganisaties uitpakken met een ‘absolute loonkostenhandicap van 16 procent’. “Relance mag niet worden herleid tot enkel en alleen een discussie over de loonkostenhandicap”, vindt de liberale vakbond. ACLVB, dat geen voorstander is van de loonnorm en de loonbevriezing, mikt veeleer op ‘vrije onderhandelingen waarbij we onze verantwoordelijkheid nemen’. (Belga/BO)
