Merkel probeert tijd te winnen

© belga

Terwijl 2011 ten einde loopt, lijken slechts twee vragen van belang. Hoe ver wil Duitsland gaan om de euro te redden? En overleeft kanselier Angela Merkels wankele coalitieregering de stress?

Tot dusver kon Merkel Duitse steun mobiliseren voor de munt en slaagde ze erin haar coalitie bijeen te houden. Misschien nog belangrijker voor Merkel was dat haar driepartijencoalitie standhield: de oppositie steunde grotendeels de euroredding, hoewel de stemmen van de coalitie volstonden.

Haar lot hangt nu af van het antwoord op de vraag of zij en de andere Europese leiders wel genoeg deden. Duitsland zit stilaan aan zijn bovengrens. Twee derde van de kiezers zijn tegen de reddingsplannen. Merkels bondgenoten zijn weerspannig. De scepsis is het sterkst bij de twee kleinere coalitiepartners, de liberale FDP en de CSU, de Beierse tak van Merkels CDU. Beide zijn in paniek over hun electorale toekomst. De FDP mag al van geluk spreken als ze de kiesdrempel haalt. Zelfs de CDU vraagt zich openlijk af waar de kanselier de partij naartoe voert. Als er nu verkiezingen zouden zijn, dan komen de linkse sociaaldemocraten en de groenen dicht bij een meerderheid.

Merkel kon de meningsverschillen binnen de perken houden door strenge voorwaarden te koppelen aan de euroreddingsoperaties. Het Duitse garantieplafond van 211 miljard wordt niet doorbroken. De Europese Centrale Bank moet de wankele obligatiemarkten niet met oneindige fondsen overeind houden. Euro-obligaties, die de garantie zouden krijgen van alle leden van de eurozone, zijn uitgesloten. Merkel wil ook de Europese verdragen aangepast zien om andere landen de Duitse stijl van budgettaire discipline op te dringen.

Als het jongste reddingspakket lukt, kan 2012 een optimistisch jaar worden voor Duitsland. De kans bestaat dat de crisis weer opflakkert. In dat geval kan Duitsland bijkomende maatregelen ondersteunen, liever dan de euro te zien mislukken. Als Merkel de steun van de oppositie nodig heeft om die maatregelen door de Bondsdag te slepen, wordt ze wel verzwakt.

Ondanks de spanningen is de drang naar zelfbehoud groot binnen de coalitie. Merkel is vastbesloten vervroegde verkiezingen te vermijden, want die kan ze verliezen. De FDP, die in 2011 uit vijf deelstaatparlementen gekegeld werd, heeft nog minder reden om vroege verkiezingen te riskeren. De coalitie overleeft dus wel tot het einde van de legislatuur in september 2013.

De eurozorgen maken de sombere vooruitzichten voor de Duitse economie nog donkerder. De output is volledig hersteld van de recessie in 2008-2009, maar de groei haperde weer tijdens het tweede kwartaal van 2011 en de eurocrisis heeft het consumentvertrouwen aangetast. Nu ook de vraag verzwakt op de belangrijkste exportmarkten behoort een korte inkrimping van de output tot de mogelijkheden. De werkloosheid blijft laag. Duitsland blijft het idee verwerpen dat het de wereldwijde groei kan ondersteunen en de eurocrisis kan temperen door zijn economie te stimuleren.

De coalitie bereidt een pakket van bescheiden belastingverlagingen voor die in het begin van 2013 ingevoerd moeten worden. Op de todolijst van de regering prijken ook nog haar twee opvallendste initiatieven: de nucleaire uitstap tegen 2022 en de hervorming van het leger na de afschaffing van de dienstplicht. Ook een hervorming van de zorgverzekering, die nodig is om de vergrijzing van de Duitse bevolking op te vangen, wordt overwogen, evenals maatregelen om het toenemende gevaar van ouderdomsarmoede te bezweren. Dat is een behoorlijk takenpakket, maar het is onwaarschijnlijk dat het indruk maakt op de kiezers.

Brooke Unger (The Economist)

Partner Content