Dat de vakbonden en werkgevers erin geslaagd zijn ontwerp van interprofessioneel akkoord af te sluiten, is in belangrijke mate te danken aan Paul Windey, voorzitter van de Nationale Arbeidsraad (NAR).
Lange tijd zag het ernaar uit dat het interprofessioneel akkoord over het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden hoogstens een kaderakkoord of een aantal algemene afspraken zou bevatten.
Maar op vraag van VBO-voorzitter Thomas Leysen (ook voorzitter van de Groep van Tien die de sociale onderhandelingen voert) en met de goedkeuring van premier Yves Leterme kreeg Paul Windey op donderdag 13 januari de opdracht om na te gaan of de standpunten van de verschillende partijen over het dossier arbeiders-bedienden verzoend konden worden.
Op basis van het studiewerk van de sociale partners en een aantal gesprekken die Windey met hen heeft gevoerd, overhandigde hij op dinsdag 18 januari een brief aan Thomas Leysen met een concreet voorstel om de statuten van arbeiders en bedienden naar elkaar te doen toegroeien. In de brief aan Leysen stelt Windey “dat dit voorstel op dit moment het enig haalbare is. Ik hoop dat ik hiermee het overleg over arbeiders en bedienden kan deblokkeren”. Met het studiewerk van de NAR in de hand kon de Groep van Tien het overleg afsluiten en met een ontwerp van akkoord naar buiten komen.
De voorbereidingen van het interprofessioneel overleg hebben al meermaals in alle discretie in de Nationale Arbeidsraad plaatsgevonden. Maar in het dossier van het eenheidsstatuut was de invloed van NAR deze keer wel zeer bepalend.
Voorzitter Windey is een verdediger van het sociaal overleg. De weinige keren dat hij op de voorgrond treedt, spaart hij echter de kritiek aan vakbonden en werkgevers niet. Een aantal jaar geleden stelde hij nog: “Het sociaal overleg wordt uitgehold. De sociale partners grijpen steeds meer naar lobbywerk in plaats van via overleg tot akkoorden te komen.”
