ZWARTBOEK VAN DE ARBEIDSMARKT

Piet Depuydt hoofdredacteur

Een installatiebedrijf voor airconditioning is veertien jaar in de branche actief, telt vijf bedienden en twaalf arbeiders. De zaak draait goed. Het voorbije halfjaar gaven echter zeven arbeiders hun ontslag. Vier trokken de deur achter zich dicht om te gaan werken bij een concurrent die overuren in het zwart betaalt. Drie anderen klusten een tijdje bij – als zelfstandige in bijberoep – en willen op hun eentje beginnen.

Een van die bijberoepers kreeg 50 % van zijn extra gepresteerde uren in het zwart uitbetaald. Zijn klanten dienden zelf het materiaal aan te kopen om te verhinderen dat de fiscus zwartwerk zou kunnen traceren. Daarvoor gingen ze naar de groothandel waar ze vaak betere prijzen kregen dan de vaste installateur. Groothandels leveren aan particulieren zonder factuur en bedrijven vragen facturen aan de groothandel voor materiaal dat ze niet gekregen hebben, zodat zij voldoende zwart geld hebben om overuren in het zwart te betalen.

Een vicieuze cirkel. Tal van aannemers hebben een overvol orderboekje en betalen de extra uren in het zwart uit. “Ze willen anders niet werken,” geven ze als excuus. Of: “Ik kan mijn volk niet houden” en “Ik vind anders geen ervaren technici”. En als ze daarna zien hoe een concurrent met een mooie bonus wordt uitgekocht, klagen ze: “Ik zou van dat zwart af willen.”

En de bonafide technici die blijven, voelen zich bedot. Zij rekenen uit hoeveel ze hadden kunnen verdienen als al hun uren buiten de officiële acht in het zwart vergoed waren. De markt van bouwvakkers of technici die in de vrije tijd bijklussen, floreert namelijk als nooit tevoren. En even zo de oneerlijke concurrentie. Een aantal aannemers betaalt zelfs in het geniep een toeslag op de basisuren. Bouwvakkers worden op weerverlet gezet of ziek gemeld, en toch tewerkgesteld – in het zwart.

Sociale fraude, schijnzelfstandigheid en zwartwerk vernietigen 25 tot 31 % van de voltijdse jobs in de bouwsector, zo rekende Jozef Pacolet van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) begin deze week uit. Oneerlijke concurrentie doet de prijs tot een derde zakken. Het aantal mogelijkheden om zwart te werken, is zienderogen gestegen: dankzij formules zoals flexibelere arbeidstijden, brugpensioen, vervroegde uittreding bij herstructurering en arbeidsduurvermindering.

Nu al gaan kenners ervan uit dat één op de vier mensen die een reguliere baan hebben in de bouw, bijklust. Opleidingen aan instellingen zoals Syntra zijn razend populair. Tal van laaggeschoolden, gepensioneerden, ambtenaren, loopbaanonderbrekers en invaliden volgen er cursus. Zij maken dankbaar van het statuut van bijberoeper in de bouw gebruik om geen of lagere sociale bijdragen te betalen.

Normaliter moet het zelfstandige bijberoep de beginnende zelfstandigen een ‘zachte lancering’ geven. Een springplank naar het ondernemerschap, zeg maar. In de praktijk komt daar echter weinig van in huis. Er zijn bitter weinig bijberoepers die na verloop van tijd zelfstandig worden. Blijkbaar blijven ze zich liever nestelen in zwartwerk.

De maatregelen die de overheid op stapel heeft gezet om paal en perk te stellen aan deze uitwassen, zijn niet min. Er werd een koepel van vier diensten opgericht – de SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) – die meer gerichte acties zal uitvoeren. De boetes werden verhoogd, het aantal vervolgingen voor de strafrechter zou worden opgekrikt en een nieuwe registratieprocedure moet de melding van inbreuken en schulden sneller laten gebeuren. Zelfs de hoofdelijke aansprakelijkheid van malafide ondernemers verstrengt.

Meer repressie en controle kunnen zoden aan de dijk brengen om de sociale wanpraktijken in te dammen. Mits twee voorwaarden vervuld zijn. Eén: de politieke partijen moeten de moed hebben om ook de individuele kiezer mee in het bad te nemen. “Er zijn veel handige mensen die wat bijklussen en er zijn veel onhandige mensen die daar dankbaar gebruik van maken,” liet de Bouwunie ooit verstaan. Met andere woorden, wie dit probleem aanpakt, weet dat hij zich niet populair maakt.

En twee: trek de lasten op arbeid substantieel naar beneden. Dit is het kernprobleem van alle zwartwerk, oneerlijke concurrentie en illegale bijverdiensten. De formule van de dienstencheques heeft bewezen dat dit probleem kan worden aangepakt. In deze Trends (blz. 30) houdt Fons Verplaetse, ex-topman van de Nationale Bank en de peetvader van het herstelbeleid uit de jaren ’80, een opmerkelijk pleidooi voor een verdere lastenverlaging.

We zijn benieuwd welke partij na de verkiezingen van 10 juni de handschoen durft op te nemen.

piet.depuydt@trends.be

Op www.trends.be kan u uw reactie kwijt op deze en andere intro’s via de blog van de hoofdredacteur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content