Zonde.

“Eerwaarde, vergeef mij, want ik heb gezondigd,” zo begint de parabel van de ondernemer die eens aanklopte bij de dorpspastoor. De man, ietwat kalend en met grijzend haar, was de patron van een voedingsbedrijf dat hij veertien jaar geleden met veel enthousiasme en weinig spaarcenten uit de grond had gestampt. Moeizaam en met hangende schouders viel de entrepreneur neer op zijn reumatische knieën en, zodra het houten raampje van de biechtstoel opzij schoof, sloeg hij zijn mea culpa.

– “Eerwaarde, ik ben egoïstisch en zelfzuchtig geweest. Ik koesterde de onzalige gedachte dat ik er wel zou raken zonder een overvloed aan wetgeving, reglementen en overheidsinterventie.”

– “Ga verder, mijn zoon.”

– “Ik had meer oog voor de vruchten van mijn arbeid en durfde te hopen dat die stortvloed aan nieuwe arbeidswetsregels zoals het tijdskrediet, de werknemersparticipatie, de stress op de werkvloer en de wetten-Onkelinx, wel zou overgaan.”

– “Uw inkeer klinkt oprecht, mijn zoon.”

– “Ik maakte me zelfs behoorlijk boos om de onduidelijke winstbelasting en het schrappen van de fiscale compensaties. Het leek wel alsof ik me meer zorgen begon te maken over het statuut van de KMO en de successierechten van mijn kinderen dan over het welzijn van mijn werknemers.”

– “Dat is begrijpelijk.”

– “Eerwaarde, u moet me helpen, want het is alsof de duivel me iets in het oor fluistert. Ik vind namelijk dat de wetgever het misbruik van de vakbondsrechten aanmoedigt door werknemers te beschermen die vaak bewust contraproductief zijn.”

– “Kom kom, gelooft u dan niet in de fundamentele goedheid van de mens?”

– “Jawel, maar in al mijn zwakheid verdenk ik de politiek er soms van ieder van ons totale zekerheid te willen geven op voorwaarde dat we ons laten conditioneren en geen risico’s meer nemen. Wie vandaag overuren presteert, wordt ontmoedigd en wie minder wil werken, krijgt een duw in de rug. We evolueren naar een communistische maatschappij, mijnheer pastoor.”

– (s laat een kruisteken) “God beware ons!”

– “Ik dacht dat ik door hard te werken en geen beroep te doen op de overheid, goed zorg kon dragen voor mezelf en mijn familie. Voor die zonde word ik nu gestraft.”

-“U toont berouw en bent vergeven. Ga heen in vrede.”

In het kerkportaal, voordat hij naar buiten sloft, laat de ondernemer nog een euro in de collectebus vallen en doopt hij zijn vingers in het wijwatervat. Vertwijfeld vraagt hij zich af: “Verkoop ik nu mijn zaak aan een multinational en raad ik mijn kinderen aan weg te trekken uit de Europese Unie, of moedig ik hen toch nog aan er het beste van te maken?”

Vanuit het pastorieraampje tuurt de priester hem na. In zijn knokige handen houdt hij zijn brevier vast – de flinterdunne bladzijde opengeslagen op Lucas, 23:33 – en parafraseert: “Vader, vergeef het de politici, want ze weten niet wat ze doen.”

Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]

“Eerwaarde, vergeef mij, want ik heb gezondigd. Ik koesterde de onzalige gedachte dat ik er wel zou raken zonder een overvloed aan wetgeving, reglementen en overheidsinterventie.”

(uit de parabel van de ondernemer)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content