Zin en onzin van het opgestoken vingertje

Rudy Demotte spoort ons aan om meer groenten en fruit te eten. Werkt dat?

Onder impuls van minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) startte zopas een nieuwe preventiecampagne die de Belg moet aanzetten om meer groenten en fruit te eten. Ze sluit mooi aan bij de nationale gezondheidsenquête die aantoont dat de meesten onder ons inderdaad iets aan hun voedingsgewoonten moeten doen.

Maar wisten we dat niet al? Is er echt een dure campagne voor nodig om ons dat aan ons verstand te brengen? En dan nog, is zo’n preventiecampagne eigenlijk wel doeltreffend? Eén ding is zeker, ze is zonder twijfel doeltreffend voor het imago van de minister zelf.

Stoere binken en sexy meisjes roken sigaretten…

Gezondheidsgedrag bijsturen is bijzonder moeilijk, zo blijkt. De resultaten van het schaarse onderzoek naar de effecten van preventiecampagnes zijn eerder teleurstellend. Een wetenschappelijk sterk onderbouwde boodschap brengen is een goedbedoelde zaak en ze aantrekkelijk verpakken helpt zeker ook om de boodschap onder de aandacht te brengen. Maar gaat ze ook effectief aanzetten om gezonder te leven?

In Nederland leidde een intensieve campagne die schoolkinderen moest aanzetten tot het eten van meer fruit, tot een verhoogde consumptie van gemiddeld een kwart appel per kind. Is het sop de kool dan waard?

Instanties die campagnes lanceren, houden niet altijd rekening met de interpretatie van de boodschap door de bevolking. Ooit leidde een anti-rookstopcampagne bij jongeren tot een omgekeerd effect. Niet-rokende jongeren werden in een filmpje voorgesteld als zeer ‘propere’ gasten, vriendelijke mensen ook. Maar niet meteen die groep waarmee veel adolescenten zich wilden identificeren. Dus werd er juist meer gerookt om daar vooral niet bij te horen.

De boodschap die gebracht wordt in een preventiecampagne moet rekening houden met wat er aan gevoelens leeft in de doelgroep. Dan nog laten mensen zich niet graag de les spellen. Wie bepaalde leefgewoonten niet wil opgeven, zoekt rationele argumenten om te blijven voortdoen. Een klassiek voorbeeld is het verhaal van de grootvader die negentig geworden is ondanks kettingroken. Mensen maken zichzelf iets wijs. Akelige boodschappen op pakjes sigaretten hebben niet het gewenste effect. Ook omdat stoere binken en sexy meisjes in videoclips op muziekzenders meer en meer sigaretten opsteken. Een vorm van reclame die haar doel niet mist.

Het koppelen van een bekend gezicht of van een aantrekkelijke man of vrouw aan één of ander product werkt beter dan een wetenschappelijk verantwoorde boodschap van de overheid. Getuigenissen van mensen die overtuigd zijn van de heilzame effecten van één of ander middel, al kennen ze daar het fijne niet van, hebben ook meer impact dan de genuanceerde uitleg van een expert. Ook al omdat getuigen vaak beter te verstaan zijn dan de ingewikkelde taal die sommige experts hanteren.

‘Natuurlijk’ is niet noodzakelijk ‘gezonder’

Eigenaardig is dat de klassieke geneeskunde eerder gewantrouwd wordt, terwijl alternatieve therapeuten en kwakzalvers zonder veel protest hun boodschap kwijt kunnen. Neem nu aspirine. Deze aloude pijnstiller is getrokken uit wilgenschors. Nu hebben veel mensen aversie tegen het slikken van medicijnen, maar zouden ze hun hand niet omdraaien voor het drinken van thee getrokken uit wilgenschors. Nochtans bevat deze laatste ongetwijfeld onzuiverheden die niet terug te vinden zijn in een aspirientje. De idee dat ‘natuurlijk’ per definitie gezonder is, houdt geen steek.

angst als raadgever

Campagnes moeten meer doen dan rationele argumenten aanbrengen, ze moeten ook inspelen op gevoelens. De jaarlijkse griepvaccinatiecampagne naar zestigplussers in het najaar, werpt daardoor wel haar vruchten af. Angst om diezelfde winter ernstig ziek te worden helpt om de stap te zetten naar de huisarts voor het griepvaccin. Wel moet deze campagne jaarlijks herhaald worden, anders ebt het effect snel weg.

Maatschappelijke gebeurtenissen missen hun doel niet. De vogelgriep en de angst voor een dodelijke variant bij de mens, heeft de consumptie van gevogelte op een zeker moment fors doen dalen. Experts mogen dan komen vertellen dat het eten van gevogelte geen gevaar inhoudt, mensen geloven dat toch niet helemaal en kiezen het zekere voor het onzekere. Dezelfde reactie vond zeven jaar geleden plaats, bij het uitbreken van de dioxinecrisis. Gedrag is niet altijd gebaseerd op rationele argumenten; irrationele angsten spelen een grote rol.

Marleen Finoulst

marleen.finoulst@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content