Zien en gezien worden in de Nationalestraat, Antwerpen

Shoppen in Antwerpen betekent al lang veel meer dan een bezoek aan de Meir. Vooral de buurt van de Nationalestraat floreert. Sinds de komst van de Modenatie krijgt het volkse Sint-Andrieskwartier een steeds modieuzer bestemming. Het New Yorkse Soho en de Parijse Marais achterna?

“Doe ze nog eens vol,” klinkt het vanop het terras van Café Tarief II. Niet veel later komen de bollekes al op tafel en kan het gesprek weer rustig zijn gangetje gaan. De gasten van dit volkse café kijken uit op het prestigieuze gebouw van de Modenatie en het terras van het bijbehorende restaurant, de National. Zien en gezien worden, daar draait het om – en om lekker eten.

De plek heeft iets mondains, iets wat je ook voelt in New York, Londen of Parijs, maar dat moeilijk te omschrijven valt. Feit is: sinds de komst van de Modenatie (die het Modemuseum, het Flanders Fashion Institute, de afdeling Mode van de Antwerpse academie, bookshop Copyright en brasserie National herbergt) is de hele buurt aan een heropleving bezig. Nieuwe modezaken, hippe kappers en trendy cafeetjes, ze haasten zich om vooral niets van de hype te missen.

Zelfs Delhaize plantte hier onlangs een City-afdeling in. “We doen dat louter en alleen in buurten die iets heel specifieks uitstralen,” zegt Laurence Hannon, pr-verantwoordelijke voor Delhaize België. “Wat nu in de Nationalestraat gebeurt, dat mochten we niet missen.”

Van Noten als pionier

Het begon eigenlijk al op het eind van de jaren tachtig, toen Dries Van Noten zijn winkel in de Nieuwe Gaanderij opdoekte en verhuisde naar een veel groter pand in de Nationalestraat, dat hij bovendien volledig restaureerde. Wie het toen dacht te weten, verklaarde Van Noten voor gek. Shoppende modefreaks stopten bij Louis, de avant-gardistische modezaak van Geert Bruloot in de Lombardenvest; de Nationalestraat was een dode boel. Toch werd het Modepaleisvan Van Noten een soort pelgrimsoord voor fans van Belgische avant-gardemode. Gaandeweg ontwikkelde zich een nieuwe winkelas, via de Lombardenvest en de Steenhouwersvest, straten die vol kwamen te zitten met modezaken, bars, traiteurs en designwinkels.

Intussen kregen ook de leegstaande kantoren van de Gazet Van Antwerpen in de Nationalestraat een nieuwe bestemming: kleine en grote appartementen die niet meteen goedkoop werden verkocht, maar bijzonder vlot van de hand gingen. Een heel nieuw publiek wou plots in de Nationalestraat wonen.

Mondjesmaat kwamen er meer shops: juwelenontwerpster Nadine Wynants opende naast Van Noten, modezaak Astoria installeerde zich in het hoekhuis pal tegenover het Modepaleis, en de cult-jongerenzaak Fish and Chips blies de Kammenstraat nieuw leven in. Toen kwam het Flanders Fashion Institute op de proppen met de inplanting van de Modenatie, een initiatief dat eind de jaren negentig niet alleen stof deed opwaaien bij de Antwerpse politici. De Modenatie werd gerealiseerd via een PPS-structuur en ging in september 2002 open.

“Ik wist dat de Modenatie een absolute trekker zou zijn,” zegt Alex Delafontaine, zaakvoerder van het modeagentschap New Look Diffusion en sinds augustus 2000 van de boetiek A la mode, de overbuur van de Modenatie. Hij geeft grif toe dat het de eerste drie seizoenen een kwestie van overleven was. Misschien kwam zijn zaak te vroeg met hippe maar onbekende labels als Jeremy Scott en Victor&Rolf. “Toen het Modemuseum uiteindelijk openging en we ons ook iets meer op lijnen als Paul Smith gingen toeleggen, merkten we het verschil meteen,” zegt Delafontaine. “Dit seizoen hebben we zelfs het huis ernaast erbij gehuurd en de winkel fors uitgebreid. Een goede keuze, zo blijkt nu al, want we draaien uitstekend en de klanten blijven komen. We krijgen zowel Belgen als toeristen over de vloer. Nederlanders die in België wonen, maar ook Amerikanen, Duitsers en Italianen.”

Tussen avant-garde en toeristen

Toeristen zijn niet nieuw in deze buurt, want sinds het modeproject Landed/Geland in 2001 kijken de stamgasten van Tarief II niet eens gek op bij het zien van een verdwaalde Japanner op zoek naar de winkel van Walter Van Beirendonck in de Sint-Antoniusstraat, een zijstraat van de Nationalestraat. “Ook bij ons zijn toeristen goed voor een groot deel van de omzet,” zegt Michael Koblov, zaakvoerder van Fragma, een modezaak die schuin tegenover de Modenatie ligt en in januari 2002 openging. “Eerst bezoeken ze het Modemuseum, daarna komen ze shoppen. En ze voelen zich aangesproken door wat we te bieden hebben: designers als Hussein Chalayan, Givenchy by Julian McDonald, Calvin Klein en Jean-Paul Knott vind je nu eenmaal niet overal.”

Koblov maakt duidelijk dat het concept voor zijn zaak er eerst was en de locatie daarna pas kwam. “Dat concept was zeer bepalend voor de locatie. Een A1-locatie was sowieso te duur geweest voor een creatief concept als het onze. Vergelijk het met New York: een merk als Vuitton opent in New York veeleer op Madison Avenue dan in Soho. Maar pas op, ook Soho wordt nu te duur, en men is al aan het opschuiven naar het Meatpacking District, alweer een nieuwe place to be.”

Met de Nationalestraat was het liefde op het eerste gezicht, zegt Koblov. Uiteraard was er de komst van de Modenatie, maar er was meer. “Logistiek is de straat interessant wegens de nabijheid van het Hilton en de Groenplaats, en er is behoorlijk wat parkeerplaats in de buurt. De link naar het artistieke Zuid is ook duidelijk, en de Kammenstraat ( nvdr – de jongerenstraat bij uitstek) is vlakbij. De Nationalestraat ligt wat mij betreft niet aan de rand van waar het allemaal gebeurt, ze ligt er middenin. En ze staat voor pure avant-garde. Dat maakt de uitstraling van de Nationalestraat erg sterk.”

De parochie van miserie

Dat laatste sluit als een bus, vindt ook Willy Verdyck, zaakvoerder van het Antwerpse vastgoedkantoor Imfico. De makelaar lag in de jaren tachtig mee aan de basis van de loftrage op het Zuid en maakt nu het fenomeen van de Nationalestraat mee. “Niet dat ik daar met grootse projecten bezig ben,” zegt Verdyck, die vooral met residentiële verhuur bezig is. “Ik heb er wel wat verhuringen van winkels gedaan, zoals Fragma in de Nationalestraat, en Christa Reniers vlakbij, aan de Vrijdagmarkt. Tot vandaag is de Vrijdagmarkt uniek, met die veilingen van inboedels in openlucht. De stad heeft het plein intussen opgeknapt en speelt met het idee om die veilingen op het Falconplein te laten plaatsvinden. Het volkse karakter, zo eigen aan deze buurt, kan daardoor op korte tijd verdwijnen. De parochie van miserie, want zo heette het Sint-Andrieskwartier toch, is danig aan het veranderen.”

Volgens modeontwerpster Veronique Branquinho zou net dát jammer zijn. Sinds enkele jaren heeft ze haar hoofdkwartier in de Nationalestraat en in augustus 2003 opent ze even verderop haar eerste eigen winkel. Een renovatie van de juwelierszaak Huis Debruyn in samenwerking met de B-architecten. Branquinho: “Die volkse kant maakt precies de charme uit van deze straat. Het is een sterkte dat je hier avant-gardemode vindt, maar ook de betere slager, bakker en krantenboer. Die mix doet het hier zinderen.”

Dat vooral avant-gardemode goed gedijt in de Nationalestraat, is eigenlijk geen toeval. Den boulevard, zoals de straat jaren geleden in de volksmond werd genoemd, was in de jaren vijftig een uitgelezen plek voor chique herenpakken. De Grand Bazar zat op de naburige Groenplaats, en op de hoek van de Nationalestraat met de Groenplaats was het warenhuis Vaxelaire gevestigd. De Nationalestraat werd toen al als doorsteek naar het Zuid gezien.

“En zo zou je de hele heropleving van de Nationalestraat vandaag moeten zien,” zegt Peter Galliaert, gedelegeerd bestuurder van Bouwonderneming Vooruitzicht én bestuurder van de Modenatie en van het Flanders Fashion Institute. Galliaert slaagde er een tiental jaar geleden in het project Hippodroom recht tegenover het Museum voor Schone Kunsten tot een goed einde te brengen, en maakte daar aan den lijve mee hoe een ietwat verloederd Zuid plots hippe bars en brasserieën aantrok, met in hun kielzog galeries en modeboetieks (de shop van Ann Demeulemeester, om de belangrijkste te noemen) én veel volk. “Ik verwacht van de Nationalestraat niets anders. Maar nog eens: ik zie het in één groot geheel. De volgende link wordt de Montignystraat en de buurt van het nieuwe Justitiepaleis.”

50.000 euro per maand

De link tussen Groenplaats en Zuid wordt vandaag al duidelijk bij een wandeling door de Nationalestraat richting Volkstraat en Leopold Dewaelplaats. Steeds meer trendy winkels en bars duiken op tussen de vele ‘gewone’ etablissementen, genre bakker, slager en apotheker.

De schoenwinkel Elsa (met onder meer de schoenen van Branquinho, Van Noten en AF Vandevorst) aan het eind van de Nationalestraat, is een goed voorbeeld van gewaagd ondernemen met een blik op de toekomst. Ook Baby Beluga, op de hoek met de Volkstraat, spreekt boekdelen: welgekozen accessoires die een zekere eigenzinnigheid uitstralen en dus passen in een avant-gardistische wijk.

Zijn er trouwens nog nieuwe projecten bekend? Jawel. Het Italiaanse tassenlabel Mandarina Duck opent binnenkort in de buurt van de Modenatie, de kappersketen Kreatos opent een eind verderop in de straat, richting Zuid, net als het gloednieuwe salon van kapper Didier Brijs, een man die al enkele keren de modellen kapte tijdens de Parijse defilés van de ontwerpers Veronique Branquinho en Raf Simons. Het voormalige Dagbladmuseum, dat als een doorsteek zit tussen de Lombardenvest en de Kammenstraat, is verkocht aan Niche Trading (dezelfde mensen achter Fragma) die er in samenwerking met architect Jo Crepain een exclusieve mode- en lifestyleplek van willen maken. En nog een ander pand, halfweg de Nationalestraat, wordt momenteel gerenoveerd voor een winkel en appartementen.

Koopjes zijn er qua handelspanden al lang niet meer te doen in de buurt rond de Modenatie, zegt Thomas Willekens, retail consultant voor vastgoedkantoor Ceusters. “Er staat heel weinig te koop in de Nationalestraat, momenteel niet meer dan twee panden. De prijzen liggen rond de 250.000 euro voor een vrij klein pand van tachtig vierkante meter op drie verdiepingen. Vorig jaar hebben we er nog een pand verkocht voor 225.000 euro. Maar mensen ruiken natuurlijk wel het geld. Zo blijft een bepaald winkelpand momenteel te huur staan omdat de eigenaar het wil verhuren voor 50.000 euro per maand. Dat is wel iets te veel van het goede (lacht).” Dus toch volop speculatie? Volgens Willekens is het alvast niet de regel. “De initiatieven die er nu gebeuren, zijn goed, maar de straat heeft nog een drietal jaar nodig om er helemaal te staan,” besluit hij.

En toch. Van één eigenaar is bekend dat hij de huurprijs voor een winkel recent wou verdubbelen. Omwonenden zien intussen de almaar stijgende huurprijzen van hun flats met lede ogen aan, maar hip volk hoor je niet klagen: eerst naar Lines (dé kapper) en naar Copyright (dé boekhandel), dan een aperitiefje en eventueel een light lunch op het terras van de National (dé place to be), dan wat shoppen in de buurt, om uiteindelijk bij City Delhaize je boodschappen in te slaan. Slapen kan geen probleem zijn in een zenappartement van 200 vierkante meter in wat vroeger de kantoren van De Gazet Van Antwerpen waren (kostprijs: 300.000 euro), maar misschien kan het straks nog beter.

Wat dacht u van een nachtje in een designerhotel in de buurt? Want dát is de grote roddel van het moment: dat projectontwikkelaars zich zouden inlaten met twee leegstaande panden in de Drukkerijstraat, aan de andere kant van de Modenatie. Een cappuccino in de loungebar, ingericht door een internationale sterarchitect als Starck? De mannen van Tarief II hebben nog mooie dagen in het verschiet.

Veerle Windels

Het Modepaleis van Dries Van Noten werd een soort pelgrimsoord voor fans van Belgische avant-gardemode.

“De volkse kant is de charme van deze straat. Die mix doet het hier zinderen.” (modeontwerpster Veronique Branquinho)”Ik zie het in één geheel: eerst het Zuid, dan de Nationalestraat. En de volgende link wordt de Montigny-straat en de buurt van het nieuwe Justitiepaleis.” (Peter Galliaert, Modenatie)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content