Zelfbegoocheling

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

De auteur is partner-hoogleraar management aan de Vlerick Business School.

Zou de top van IKEA hebben geweten dat er paardenvlees in de gehaktballetjes zat? Wist de top van Eternit hoe schadelijk asbest was? Zou de top van Fortis hebben geweten dat het de waarheid verbloemde? Wist Steven Vanackere over extra geld van een staatsbank aan een aandeelhouder? Wist kardinaal Danneels van systematisch kindermisbruik in de kerk?

Het antwoord kent u: neen. Dat is in ieder geval wat al deze heren in het publiek verklaren en ik denk ook dat ze in bijna alle gevallen ‘s morgens in de spiegel kunnen kijken en tegen zichzelf in alle eerlijkheid zeggen: “Ik wist echt van niets. Ik sta recht in mijn schoenen. Ik heb me niets te verwijten.” Om Upton Sinclair te parafraseren: als een man betaald wordt om iets niet te weten, dan hoeft het je niet te verwonderen dat hij het niet weet.

Dat probleem is uitvoerig bestudeerd en beschreven. Het heet de zelfdienende vertekening. Als we geconfronteerd worden met voor ons gunstige informatie, stellen we geen kritische vragen. Als een man mij vertelt dat mijn columns graag en gretig gelezen worden, dan neem ik die lof met een brede glimlach in ontvangst. Als iemand mij echter vertelt dat mijn columns nauwelijks gelezen worden, dan begin ik kritische vragen te stellen. Waarom zegt zo’n man dat? Behoort hij niet tot een klein groepje zelfvoldane marginalen? Met wie heeft die man eigenlijk gesproken? Is die steekproef wel representatief? Kan hij het dan misschien zelf beter? Hoeveel columns heeft die man in zijn leven al geschreven? Merk dus op: die vragen stel ik nauwelijks of niet als ik lof krijg. Dat is de kern van de zelfdienende vertekening: al wat in ons kraam past, geloven we zonder al te kritisch te zijn, wat niet in ons kraam past, analyseren we grondig en kritisch. Dat wil uiteraard niet zeggen dat we goed nieuws altijd klakkeloos geloven of slecht nieuws altijd volkomen negeren. Maar de richting is wel overduidelijk.

De zelfdienende vertekening is veel sterker dan mensen beseffen. Wat voor u pure misdaad is, is voor de betrokkenen vaak slechts een kleine misstap, een toevallige zwakte. In het geheel van hun handelingen (een geheel dat ze veel beter kennen dan u) vinden ze hun ‘misdaden’ veel minder erg dan u. Dat werd pijnlijk duidelijk na het Enron-debacle. De twee toplui, Kenneth Lay en Jeffrey Skilling, hebben altijd volgehouden dat ze “onschuldig” waren. Kenneth Lay “wist van niets” (klinkt bekend) en het was duidelijk dat de man ook totaal verrast was door de ineenstorting van zijn imperium. Ja, hij was een gewiekst zakenman, maar een misdadiger? Neen, de fout lag bij de financieel directeur, Andrew Fastow, die allerlei criminele en zeer complexe schema’s had opgezet. Lay had wel de merkwaardige namen van die schema’s gehoord, en vooral kennis genomen van de grote opbrengsten ervan, maar hij had er zich nauwelijks vragen bij gesteld. Bij Skilling lag het nog wat anders: die bleef volhouden dat wat er gebeurde gewoonweg “slim” was, “nieuwe economie”. En er is toch geen bezwaar tegen ‘slim’ zijn (een uitspraak die overigens ook Jo Lernout ooit in de mond heeft genomen)? Wat zeker voor deze heren pleitte is dat het magazine Fortune, de managementgoeroe Gary Hamel en zelfs het adviesbureau McKinsey hen eindeloos de hemel in prezen. Ook deze waarnemers hadden er alle belang bij dat het verhaal klopte, en vreemd genoeg ‘zagen’ zij evenmin dat er heel vreemde dingen aan de hand waren.

De zelfdienende vertekening is zo intens en zo wijdverspreid dat de conclusie voor de hand ligt. Niemand zou ‘gevaarlijke’ beslissingen mogen nemen waar hij zelf veel te veel betrokken partij is. Je hebt voor letterlijk elke beslisnemer een back-upsysteem nodig, een instantie die minder direct betrokken is, die ‘stop’ kan roepen als de vingers jeuken. Daarom hebben we voor CEO’s krachtige raden van bestuur nodig, waarvan de leden juist niet te veel ‘belangen’ hebben, en daarom hebben we een parlementaire democratie. Beide systemen moeten nog veel beter werken. Als de leden van de raad van bestuur te veel aandelen hebben, zijn ze wel gemotiveerd, maar niet onafhankelijk. Als een partij haar beweging of haar minister vanuit het parlement moet controleren, neemt ze ook zeer selectief waar. Maar we leren dat blijkbaar o zo moeilijk. En dus zal er nog wel veel paardenvlees in onze gehaktballen terechtkomen.

MARC BUELENS

Wat voor u pure misdaad is, is voor de betrokkenen vaak slechts een kleine misstap, een toevallige zwakte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content