‘Ze willen dat je het orakel van Delphi bent’

Julien De Wilde neemt deze maand afscheid als voorzitter van de getroebleerde zinkverwerker Nyrstar. Daarom wil de ex-CEO van Bekaert en voorzitter van Agfa-Gevaert eenmalig zijn visie geven op de strategie van Nyrstar, en op de toekomst van Agfa.

Julien De Wilde is voorzitter van Nyrstar sinds het bedrijf werd opgericht in 2007. Een afscheid in pure schoonheid zal de 72-jarige Wetterenaar op de algemene vergadering op 27 april evenwel niet gegund zijn. Daarvoor hebben Nyrstar en diens aandeelhouders te veel geleden onder de strategie van de voormalige CEO Roland Junck. De Luxemburger leidde onder de vleugels van zijn vriend De Wilde Nyrstar resoluut de mijnbouwsector in. Die dure keuze – Nyrstar investeerde zowat een miljard euro in mijnen – sleurde het bedrijf bijna de dieperik in. Met het vertrek van De Wilde en andere bestuurders van het eerste uur zoals Karel Vinck, zetten de nieuwe CEO Bill Scotting en de Nederlandse grondstoffenhandelaar Trafigura, de steeds dominantere grootaandeelhouder van Nyrstar, een punt achter een voor het bedrijf woeste periode. De Wilde heeft lang de lippen stijf op elkaar gehouden, maar brengt nu eenmalig zijn verhaal over zijn Nyrstar-jaren. In één adem schetst hij de toekomst van de beeldverwerkingsgroep Agfa-Gevaert, waar hij zonder ongelukken nog vier jaar voorzitter van bllijft.

Hebt u zelf beslist om te stoppen bij Nyrstar, of moet u vertrekken?

JULIEN DE WILDE. “Laat ons zeggen dat we het daar samen heel vlug over eens waren. Er was een opstootje op de algemene vergadering vorig jaar, waar ik mij verzette tegen de benoeming van een onafhankelijke bestuurder (Martyn Konig, chief investment officer voor de family office van partners en directieleden van Trafigura, nvdr) van wie wij vonden dat hij niet onafhankelijk was. Die benoeming is toen toch doorgedrukt. Volgens de aandeelhouders was ik blijkbaar verkeerd, en zij zijn de baas. Maar als je zo’n duidelijk standpunt inneemt, en het tegenovergestelde het haalt, kan je niet zeggen dat er niets is gebeurd. Trafigura was zeer ongelukkig met mij en de raad van bestuur en dacht ‘die mannen moeten buiten want ze zijn tegen ons’, wat helemaal niet waar was. Integendeel. We hebben altijd gezegd dat een referentieaandeelhouder die een beetje op lange termijn denkt, ideaal is. Er kwam een gentleman’s agreement dat ik verder zou doen omdat het bedrijf in zulke moeilijke papieren zat. Ik zou de CEO ondersteunen en meehelpen aan de kapitaalverhoging. Bill vond het uiteraard zeer goed. Zo simpel is het. Ik heb ook spijt dat ik wegga, want ik was erbij toen het bedrijf werd gevormd. Het is een rollercoaster geweest, niet gemakkelijk. We hebben goede dingen gedaan, maar hadden het voor de aandeelhouders veel beter moeten doen. Ik ben niet beschroomd om dat toe gegeven.”

Hebt u met Roland Junck in 2009 de verkeerde CEO binnengehaald?

DE WILDE. “Ik denk het niet. Ik denk dat we twee Juncks hebben gehad. Er was de Junck die ons in 2009 gered heeft. Toen lag de zinksmelter in Balen stil, net als die van Clarksville in de VS, en lag de helft van Port Pirie in Australië stil. Dat was op het toppunt van de crisis. Elke maand verdwenen enkele miljoenen euro’s cash. Daar heeft Junck een schitterende job gedaan. En de beslissing van de Century-mijn in Australië, die 40 à 50 procent leverde van onze grondstof, om te sluiten, heeft ons doen besluiten mijnen te kopen. Bill Scotting zal je bevestigen dat daar goede mijnen bij zijn. Maar we kunnen ze niet houden omdat we de middelen daarvoor niet hebben.

“De tweede Junck is die van de periode waarin we hard moesten werken om de efficiëntie van die mijnen te verbeteren. We hebben daar niet 100 procent gefaald, maar toch gedeeltelijk. Is dat allemaal zijn fout? Hij was wel de CEO natuurlijk. Vandaar dat we in de raad van bestuur beslist hebben dat iemand anders het moest doen. De eerste CEO van Nyrstar, Paul Fowler, heb ik aan de deur moeten zetten. Dat was het moeilijkste wat me toen ooit overkomen was. Junck aan de deur zetten, iemand die ook nog eens een vriend is, was dubbel zo moeilijk. Maar het moest gebeuren. En op datzelfde moment is Trafigura gekomen en heeft het zich ingekocht in Nyrstar. Dat vond ik heel goed. Met hun geld zouden we weer kunnen exploreren, maar ze wilden van die mijnen niks weten.”

Is Junck nog een vriend?

DE WILDE. “Jaja, we kennen elkaar al jaren. We zien elkaar wel minder nu (lacht). Maar goed, ik heb mij nooit laten beïnvloeden door het feit dat ik hem zeer goed kende.”

Hebt u spijt dat u hem zo lang bent blijven steunen?

DE WILDE. “Ik kan je maar één fantastisch antwoord geven, en dat is van Johan Cruijff: ‘Als je niet op tijd bent, ben je of te vroeg of te laat.’ Velen zullen zeggen dat het te laat is gebeurd, maar ik kan alleen maar herhalen wat Cruijff zei.”

U krijgt nu zelf ook de rekening gepresenteerd voor het wanbeleid van het vorige management?

DE WILDE. “Wat is wanbeleid? Wat Roland Junck de das heeft omgedaan, is zijn fameuze statement ‘in 2014 hebben we een ebitda van een miljard euro’. Dat doe je niet. Hoeveel CEO’s hebben daar al tegen gezondigd? Je weet toch wat ze van mij zegden bij Bekaert? ‘Van die De Wilde weet je nooit iets. Die zegt nooit iets, wat voor een CEO is dat nu? Weet die wel wat er gebeurt in de wereld?’ Natuurlijk weet ik dat, maar ik ga het u niet vertellen. Bert De Graeve, mijn opvolger bij Bekaert, heeft dat trouwens overgenomen. Het is het meest veilige, omdat je het gewoon niet kan weten. Ze willen dat je het orakel van Delphi bent, terwijl dat orakel nooit iets zei. Enfin, ik ben daar heel kwaad om geweest en ik heb dat Roland ook gezegd. Maar hoe is alle miserie begonnen? Toen Umicore zijn zinksmelters in 2007 samenvoegde met die van Zinifex, was de zinkprijs 3800 dollar. Roland luisterde naar al die analisten en anderen die stelden dat de zinkprijs weer naar dat niveau zou gaan en dat de aandelenkoers dan weer zou gaan naar 20, of niet ver daar vanaf.”

DE WILDE. “Jaja, dat heb ik overal gezegd, ook aan de aandeelhouders. Maar dan blijft mijn vraag ‘wat hadden we anders moeten doen?’ Nu, wat we waarschijnlijk ook niet hadden gedaan onder Bill Scotting, is zelf proberen om weer een marketinggroep op te richten, zoals Junck gedaan heeft. Dat heeft geld gekost, maar dat alleen had de rest niet kunnen redden.”

De aandeelhouder heeft het geweten.

DE WILDE. “Die heeft het veel geld gekost en daar voel ik mij niet goed bij. Ik heb mij ook bij hen al geëxcuseerd en ik bedank hen a million times omdat ze er hun geld blijven insteken. Als Bill die mijnen kan verkopen, of een deel ervan, gaat dat bedrijf de goede weg op.”

Stel dat u Scotting vroeger had kunnen binnenhalen…

DE WILDE. “Indien we hem twee jaar vroeger hadden gehad, zouden we er operationeel in de mijnen beter hebben voorgestaan. Maar doordat de prijs zakte naar 1450 dollar, hadden we uiteindelijk toch dezelfde conclusies moeten trekken. Tegen zo’n prijs konden we die mijnen niet houden. Helaas.”

Allicht had Scotting wel minder mijnen gekocht dan Junck?

DE WILDE. “Dat zou best kunnen, maar vaak heb je geen keuze. Je kan wel denken ‘die mijnen wil ik niet’, maar soms moesten we die erbij nemen om een goede te kunnen verwerven. Als je dat slecht beleid noemt, is dat slecht beleid.”

Nu u erop terug kunt kijken, wat zou u anders hebben gedaan?

DE WILDE. “Ik zou veel vroeger begonnen zijn aan de omvorming van Port Pirie van een smelter tot een metaalverwerkings- en raffinagefabriek. Maar ik zou nog altijd geprobeerd hebben toch een deel eigen bevoorrading te hebben, uit eigen mijnen dus.”

U zult blij zijn dat u weg bent.

DE WILDE. “Neen, dat is geen kwestie van blij zijn. Het is tijd, het is een afgesloten hoofdstuk. Er is geen rancune, geen spijt. Het is ook geen gelatenheid. Ik hoop dat de volgende het voor de aandeelhouders veel beter zal doen. Toen ik bij Bekaert vertrok, wist ik dat er dingen in de pijplijn zaten die fantastisch konden zijn. Dat is ook gebeurd en maakt mij gelukkig. Maar nu laat ik iets achter… Het bedrijf zal niet ten onder gaan, zeker niet, maar je kan ook niet zeggen: ‘Je zal nu eens zien wat er zal gebeuren.’ De dollarkoers en de zinkprijs zijn zo enorm belangrijk, en daar kun je niks aan doen.”

Nu rest u het voorzitterschap van Agfa?

DE WILDE. “Mijn mandaat loopt tot ik 75 ben, of 76, ik weet het zelfs niet. Ik weet ook niet of het zo lang zal duren. Wanneer anderen, of ikzelf, vinden dat het om de een of andere reden niet zinvol is om verder te doen, stop ik. Ik heb nog zo veel te lezen, nog zo veel te doen. Ik heb daar geen enkel probleem mee. Maar ze zeggen dat er geen reden is om te stoppen, dus blijf ik. We zijn er ook goed bezig, en kennen elkaar goed. De verstandhouding met het management is ook heel goed.”

Agfa-Gevaert omvat zowel een grafische divisie als een healthcare-afdeling met systemen voor medische beeldvorming en IT-systemen voor ziekenhuizen. Pol Bamelis, ex-topman van Bayer en voorzitter van Agfa van 2002 tot 2005, was een grote voorstander van een verzelfstandiging van healthcare. Nu is en blijft Agfa een amalgaam van activiteiten.

DE WILDE. “Dat is juist. Wij bekijken constant hoe wij meer waarde kunnen creëren. Opsplitsen is een mogelijkheid. Maar het was altijd het doel om eerst weer sterk te worden, en dan verder te kijken. Iedereen is dat al vergeten, maar toen Jo Cornu overnam als CEO en ik voorzitter ben geworden, zaten we in de miserie. We waren dicht bij het einde. We hadden niet alleen onze zware pensioenverplichtingen maar ook 700 à 800 miljoen euro schulden. Opsplitsen wanneer je in die miserie zit, leidt tot waardevermindering. Op zo’n moment geeft niemand iets voor die activiteiten. Maar er zijn bergen werk verzet om Agfa weer op niveau te krijgen.”

De schulden zijn afgebouwd.

DE WILDE. “Die staan op nul, we hebben een positieve cashflow en verdienen eerlijk gezegd zeer veel geld. Alleen jammer dat we ook zo veel geld aan die pensioenen moeten spenderen. Mochten we die pensioenverplichtingen kunnen halveren, zou Agfa in ebitda een van de beste bedrijven van België zijn. Daar kunnen we eindeloos over kermen en klagen, maar dat helpt ons niks vooruit. Die lasten zijn voor Agfa een fact of life. De Belgische zijn gefinancierd, dus dat is geen probleem. Het gaat vooral over Duitsland, de VS en het VK. Maar we hebben zeer veel veranderingen aangebracht in de overeenkomsten. Vooral in de States en het VK dan, weinig in Duitsland. Maar nogmaals, erover kankeren heeft geen zin, al moet het management leven met de frustratie dat 30 procent van de ebitda gaat naar de gepensioneerden.”

Hoe moet het verder met Agfa?

DE WILDE. “We hebben producten en systemen die aanslaan, zowel in inkjetprinters in onze grafische divisie, als in IT-systemen voor ziekenhuizen. En de meeste productie gebeurt nog altijd in België. Als je dat vergelijkt met Bekaert… Daar is bij wijze van spreken alles weg uit Aalter en Zwevegem. Maar er komt een moment dat we, om echt competitief te blijven, moeten samengaan of een grote acquisitie moeten doen.”

Hoe ziet u de toekomst meer specifiek voor healthcare?

DE WILDE. “Als je ziet hoe snel de gezondheidszorg verandert en de links tussen ziekenhuizen, huisdokters samenkomen op een mobiel platform… Tien jaar geleden was daar geen sprake van. Zeven jaar geleden hadden wij trouwens voor die ziekenhuis-IT zeven platformen, nu nog twee. De vraag is ook hier of wij die markt alleen aankunnen of dat we het beter kunnen als we ons met x, y of z samen zetten.”

Topjuriste Hilde Laga en voormalig Europees commissaris Viviane Reding zijn in de raad van bestuur gekomen. Wordt die nog uitgebreid?

DE WILDE. “Ja, absoluut. Waar versterking goed zou zijn, is in gezondheidszorg, en dan minder iemand die veel ervaring heeft in farma dan iemand die CEO is geweest van een groot ziekenhuis. Overigens, ik blijf het vreemd vinden dat wij helemaal niet succesvol zijn in België. Alle 37 ziekenhuizen van de Assistance Publique – Hôpitaux de Paris hebben Agfa-software, maar we krijgen geen module geïnstalleerd in een ziekenhuis in België. Zeer straf, zeer curieus.”

Sluimert er nog enige frustratie?

DE WILDE. “Neen, ik ben een zeer gelukkig man. Tegen de aandeelhouders van Nyrstar moet ik wel zeggen dat we het beter hadden moeten doen. Ik dank ook de aandeelhouders van Agfa, want die krijgen ook niet veel geld, hoewel daar nog hoop is. Wat kan ik daar meer over zeggen dan dat ik het anders had gewild?”

Bert Lauwers, fotografie Christophe Ketels

“De dollarkoers en de zinkprijs zijn zo enorm belangrijk, en daar kun je niks aan doen”

“Bij Agfa staan de schulden op nul, we hebben een positieve cashflow en verdienen eerlijk gezegd zeer veel geld. Alleen jammer dat we ook zo veel geld aan pensioenverplichtingen moeten spenderen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content