“Ze noemen me de ideale schoondochter”

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Naam: Isabelle Van Milders (49). Functie: gedelegeerd bestuurder Restel Résidences.

Afkomst: tweede generatie ondernemersfamilie Van Milders.

Familie: getrouwd, drie dochters.

Activiteit echtgenoot: eigenaar groothandel in sportartikelen.

“Ik weet dat de bewoners van Restel Résidences mij wel eens ‘de ideale schoondochter’ noemen. Ze moesten eens weten dat hun ideale schoondochter net terug is van een autorally met oldtimers naar Saint Tropez. Ik ben niet zo voor de vitesse, maar wel voor de wagen op zich. Oldtimers vind ik romantisch, en de liefde van mannen voor die oude wagens is ongelooflijk. Net zoals mijn genegenheid voor de ouderen van dagen, misschien.

“In 1979 nam mijn vader met Carestel het failliete Brusselse Senior Résidences Services over en herdoopte het tot Restel Résidences. Ik ben er meteen op de dienst personeelszaken aan de slag gegaan. Vijf jaar later nam Restel een rustoord over en ben ik van de ene dag op de andere in die sector gedropt. Een rustoord en zijn bewoners is een heel andere business dan de residenties. Ik ben erin gegooid en ik heb gezwommen. Achteraf gezien denk ik dat ik daar mijn weg heb gevonden. De verantwoordelijkheid die ik voelde voor de bejaarden en voor het personeel was overweldigend. Na drieënhalf jaar ben ik naar de residenties overgestapt en werd ik verantwoordelijk voor de uitbouw van een nieuwe residentie.

“Vandaag beheert Restel een rusthuis en dertien residenties – een veertiende is in opbouw. Elke residentie heeft een eigen directie. Mijn beleid is erop gericht om mijn directe medewerkers het vertrouwen te geven om de dingen uit te werken zoals zij het menen te moeten doen. Zelf word ik ondersteund door een operations manager, een administratieve kracht, twee boekhoudsters en een personeelsverantwoordelijke. En ja, toevallig zijn dat allemaal vrouwen.”

“Je bent maar goed in die ene business die je goed kent”

“Wij zijn een loutere dienstenvennootschap; we zijn dus geen partner in de bouw van de residenties. Je bent maar goed in die ene business die je goed kent en de bouwsector is toch een heel specifieke aangelegenheid. We stellen wel enkele belangrijke voorwaarden aan de projectontwikkelaar. De residentie moet in een groene omgeving liggen, maar zeker ook in of dichtbij een buurt met veel beweging. Bovendien moeten er minimaal zeventig appartementen beschikbaar zijn voor een rendabele exploitatie. Ons inkomen is immers afhankelijk van de bezetting van het gebouw. De residenten zijn eigenaars van het appartement, dus de gebouwen zijn in handen van mede-eigenaarsverenigingen. Restel helpt via een erkende makelaar wel actief mee aan het verhuren en verkopen van de appartementen.

“In ons aanbod aan diensten is veiligheid een belangrijk item. Veiligheid houdt zowel het veiligheidsgevoel in en rond de gebouwen in, als de medische veiligheid wanneer er eerste hulp wordt gevraagd. De residenten moeten autonoom kunnen leven. Onze 350 medewerkers verzorgen heel wat diensten, maar geen uitgebreide verzorging – daarvoor doen wij een beroep op externe professionele diensten. Voorts onderhouden wij de appartementen, de publieke ruimtes en de tuin, en organiseren we verjaardagsfeestjes, kerstdiners enzovoort. We staan natuurlijk ook in voor de catering. Die is facultatief in ons dienstverleningspakket: als de mensen in hun appartement willen koken, is dat voor ons oké. We gaan ervan uit dat alles mogelijk is en de residenten kiezen wat ze ervan willen maken. Voor 1100 à 1200 euro per maand huur je een appartement van ongeveer 60 vierkante meters met alle basisdienstverlening.”

“It is my life and it is my baby”

“De toekomst van Restel Résidences heeft dit jaar een nieuwe wending gekregen. Onze aandeelhouder van het eerste uur, Carestel, besloot eind augustus Restel te verkopen aan de holding Verlinvest. Dat is de familiale holding van de familie De Mevius en De Spoelbergh, de familiale aandeelhouders van Interbrew. Verlinvest beheert participaties in België en het buitenland op het vlak van welzijn en prêt-à-porter. De periode rond de verkoop was moeilijk. Toen Carestel besliste om Restel te verkopen, had ik meteen de reflex dat ik die kans niet aan mij kon laten voorbijgaan. Ik werk hier 25 jaar, weet je, en ‘it is my life and it is my baby’. Dus vatte ik samen met mijn echtgenoot het plan op om Restel zelf te proberen te kopen. We hebben daarvoor een aantal vrienden aangesproken, maar de prijs die Carestel vooropstelde, was hoger dan wat we aankonden. Je moet serieus blijven en alle kanten bekijken. De kinderen zijn wel ouder en zullen hun eigen weg gaan, maar we hebben toch een bepaalde levenswijze opgebouwd die je niet zomaar opgeeft of te grabbel gooit. Natúúrlijk overweeg je op zo’n moment om zelf helemaal van nul te herbeginnen. Want er zit toekomst in de sector van de residenties. De 55-plussers tikken aan en de mensen gaan op een andere en actievere manier leven. Maar uiteindelijk ben ik voor de zekerheid gegaan. Het zijn slapeloze nachten geweest.

“In het hele verkoopproces heb ik wel aan alle kandidaat-kopers duidelijk gemaakt dat ik een participatie wou nemen in de nieuwe groep. Dat was voor mij een evidentie. Verlinvest heeft een nieuwe holding boven Restel gecreëerd waarin ik als minderheidsaandeelhouder zal instappen. Zelf ben ik blij met de nieuwe aandeelhouder: hij identificeert zich goed met onze klanten en het is toch een Belgische groep. De situatie is nog nieuw natuurlijk. Maar de nieuwe aandeelhouder kan een nieuwe stap vooruit betekenen. We denken dat er in België nog veel mogelijkheden zijn om uit te breiden. Ik wil om de achttien maanden een nieuwe instelling openen. Nee, dat objectief ligt niet te hoog. Bovendien zijn er voor ‘het product Restel’ misschien nog mogelijkheden in Nederland, Spanje en Italië.”

“De familiale samenhorigheid blijft bestaan”

“Mijn vader was in de beginjaren nauw bij Restel betrokken. Maar het is niet alleen door mijn vader dat ik nu sta waar ik sta. Als ik mijn loopbaan analyseer, ben ik toch onderaan de ladder begonnen en heb ik zelf mijn weg gezocht. Mijn vader en daarna mijn broer Luc hebben mij kansen gegeven en ik denk dat ik hun vertrouwen niet beschaamd heb. Het familiale aspect blijft belangrijk, ook al zijn de omstandigheden momenteel misschien wat moeilijk. Die familiale samenhorigheid blijft bestaan en mijn vader is daar een stuwende kracht in. Ik probeer dat ook door te geven aan mijn dochters. De kinderen worden de jongste jaren door mijn vader meer en meer betrokken bij de evolutie van het familiale patrimonium, zonder dat dat overleg geformaliseerd is. Misschien wordt dat wel anders, want de evolutie van de groep tekent toch ook hun toekomst. Nu, ik vind wel dat ze zelf moeten uitmaken wat ze willen doen met hun professionele leven. Zelf ben ik ook nooit gepusht geweest.

“Na mijn humanoria was ik graag in de hotelbusiness begonnen, waar mijn vader toen ook actief in werd. Hij raadde mij aan om naar de hotelschool in Lausanne te gaan. Alleen hadden ze daar een wachtlijst van twee jaar. Ik heb me ingeschreven en begon ondertussen aan de secretariaatsschool. Maar na twee jaar secretariaat ben ik gaan werken en heb ik Lausanne links laten liggen. Toen ik begon te werken, waren er voor mij nog geen mogelijkheden om binnen de groep aan de slag te gaan. Het is ook geen instelling voor de familie, hé. Ik werkte eerst bij een Canadese en daarna een Amerikaanse broker. Maar toen die laatste weigerde om me deeltijds te laten werken toen mijn eerste dochter werd geboren, ben ik weggegaan. Even later ben ik bij Restel begonnen.”

“Ik weet niet of ik het ver geschopt heb, maar mij schenkt het voldoening”

“De verantwoordelijkheden bij Restel zijn met de tijd gekomen. Ik vind ze een vorm van erkenning voor de dingen die ik daarvóór gerealiseerd heb. Toen ik begon te werken, had ik nooit gedacht dat ik het zo ver zou brengen. Ik weet niet of ik het voor de buitenwereld ver geschopt heb, maar mij schenkt het wel voldoening. Ik vind ook de erkenning van mijn echtgenoot en kinderen belangrijk. Maar ik ga niet op zoek naar meer verantwoordelijkheden. Ik zal ze opnemen als ze op mijn weg liggen.

“Ik ben dan ook geen slaaf van mijn werk. Ik werk heel graag en heb me goed moeten organiseren om de zaken rond te krijgen. Ik kan veel uren kloppen, maar niet tegen mijn goesting. Ik kan thuiskomen en het werk achter mij laten. De stekker is natuurlijk niet uitgetrokken vanaf het moment dat de deur opengaat, maar toch… Leren delegeren is ook belangrijk. Het dagelijks beheer van de residenties wordt bij ons mee opgevolgd door een operationele manager, en ik houd me voornamelijk bezig met development, de contacten met de mede-eigenaarsverenigingen en de bepaling van de strategie.

“Buiten het werk is mijn gezin dé prioriteit. Ik probeer limieten te leggen in mijn werk en als ík het niet doe, trekt mijn man wel aan de alarmbel. Hij volgt mijn job van dichtbij, hoewel hij zelf een succesvol bedrijf in sportartikelen runt. Omdat ik zoveel belang hecht aan de familie zul je me weinig zien netwerken. Privé ben ik wel voorzitter van Sebaction, een vereniging die jeugd en ouders sensibiliseert rond weekendongevallen – al doe ik dat niet actief genoeg. Ze werd opgericht nadat mijn petekind was verongelukt.”

“De galanterie gaat er stilaan uit”

“Eigenlijk ben ik niet echt ambitieus. Ik heb enorm veel bewondering voor vrouwen die het echt ver geschopt hebben, want vrouwen die actief zijn op de allerhoogste managementniveaus zitten toch nog in een mannenwereld. Ik heb er misschien meer bewondering voor dan voor mannen op dat niveau. Net zoals voor mijn oudste zus – die vorig jaar jammer genoeg overleden is – die het in België ver heeft geschopt, onder meer als bestuurster bij Sabena. Daar was ik echt trots op. Maar zelf ben ik in de ogen van feministen wellicht een wat traditionele denker op het vlak van vrouwen. Ik vind het toch nog altijd belangrijk dat een vrouw met een zekere hoffelijkheid wordt bejegend. Dat vrouwelijke van vrouw-zijn, vind ik fijn. Ik heb geen enkel probleem met de gelijkschakeling, maar ik hou toch van een bepaalde galanterie. Ik denk dat het er stilaan uitgaat. Ik heb ook niets tegen exclusieve vrouwelijke bijeenkomsten en denk eraan om me aan te sluiten bij de Belgische Vereniging van Vrouwelijke Bedrijfsleiders, wier voorzitster Frits Bresseleers mij enorm gecharmeerd heeft.

“En wat brengt de toekomst? Ik zou het moeilijk hebben als ik mijn verantwoordelijkheden zou verliezen. Ik wil de investering die de nieuwe aandeelhouders hebben gemaakt mee waarmaken. Ik ambieer geen persoonlijke prestaties. Soms mijmeren mijn man en ik wel eens over een eigen hotel in Zuid-Frankrijk. Maar volgend jaar word ik vijftig, en in België leven is toch belangrijk omdat je dicht bij je familie bent. Als ik kan behouden wat ik tot nu toe heb kunnen realiseren, vind ik dat meer dan voldoende.”

An Goovaerts

“Ik heb geen enkel probleem met de gelijkschakeling tussen mannen en vrouwen, maar ik hou toch van een bepaalde galanterie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content