“YouTube en Last.fm zijn geen concurrentie”

Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Dirk De Clippeleir is sinds begin maart de nieuwe managing director van de Brusselse muziektempel Ancienne Belgique. Peter Bossaert is algemeen directeur van de commerciële radiostations Q-music en Joe FM. Zowel de AB als Q-music en Joe FM blijven sterke merken in een snel veranderende markt. Hoe doen ze dat?

PETER BOSSAERT: “Ik ben er niet van overtuigd dat Spotify een gevaar betekent. Jongeren luisteren naar de radio, zoeken hun favoriete nummers op YouTube, soms in de platenwinkel en gaan daarnaast naar concerten en fuiven. Deze verschillende vormen van muziekconsumptie staan naast elkaar en betekenen niet noodzakelijk concurrentie voor elkaar. De muziekwereld is inderdaad in beweging: vroeger gingen we de stad in op zoek naar nieuwe cd’s, vandaag surfen mijn kinderen daarvoor op het internet. Radio is een ander verhaal. Bij radio kom je terecht als je een gevoel, sfeer of playlist verwacht die afgestemd is op je voorkeuren. Bij Q-music en Joe FM zorgen we voor een bepaalde sfeer waar mensen zich goed bij voelen. Voor Q-music zit dat vervat in onze slogan Q is good for you. De luisteraar weet precies wat hij kan verwachten.”

DIRK DE CLIPPELEIR: “De grote kentering is gekomen in 2000. Daarvoor brachten artiesten cd’s uit en gingen ze toeren – soms zelfs met verlies – om cd’s te verkopen. Nu is het omgekeerd: ze brengen een cd uit met verlies om te kunnen toeren. Dat heeft de ticketprijzen enorm doen stijgen. In tegenstelling tot de platenmaatschappijen zit de AB als concertorganisator daardoor niet in de hoek waar de klappen vallen. Jongeren consumeren meer muziek dan ooit tevoren, ze betalen er alleen minder voor. Muziek is voor hen een beetje als water geworden: je draait de kraan open en het stroomt eruit. Naar een concert gaan daarentegen is een belevenis die je niet kunt kopiëren.”

Zowel Q-music als AB is een sterk merk. Dat is belangrijk in concurrentiële markten zoals die van de radiozenders of concertzalen. Hoe bouw je zo’n sterk merk?

BOSSAERT: “Het belang van een sterk merk wordt steeds groter. Het maakt eigenlijk niet uit of je in een markt met veel of weinig concurrenten werkt. Op de FM-band is het aanbod heel beperkt en op het internet kunnen we naar duizenden stations luisteren. Maar de marktpositie van Q-music op FM en internet is dezelfde. Als Coca-Cola er plots 480 concurrenten bij krijgt in de winkelrekken, blijven ze het voorkeurmerk.”

DE CLIPPELEIR: “Wij zijn natuurlijk maar zo sterk als de artiesten die bij ons optreden, maar AB is ook een sterk merk geworden door communicatie en nieuwe media. Onder de concertorganisatoren is AB op wereldvlak een voorloper op het vlak van nieuwe communicatie. Zo’n 85 procent van onze verkoop gebeurt online. Het volstaat vaak om een mail uit te sturen naar onze klanten om een concert uit te verkopen. Nu zijn we bezig met AB2 en ABtv: mensen kunnen thuis via streaming video het concert live volgen. Er zijn namelijk muziekliefhebbers die niet naar concerten gaan omdat ze te ver wonen, niet graag een uur rechtstaan of het ticket te duur vinden. Vroeger zagen platenmaatschappijen ABtv als schadelijk voor de platenverkoop, maar nu wordt het meer en meer als een promotiekanaal gezien. We halen – voorlopig – geen inkomsten uit AB2, maar het versterkt ons merk wel.”

Bij merken zoals Q-music en AB valt ook de sterke community op die rond het merk is gecreëerd.

DE CLIPPELEIR: “Een community draait om een positief gevoel rond je merk.”

BOSSAERT: “Als merk onderscheid je je door dat gevoel. Elk radiostation heeft dezelfde bouwstenen, maar het gevoel dat je eromheen creëert verschilt. Als je bijvoorbeeld alleen maar de beste muziek draait, onderscheid je je niet sterk genoeg van je concurrenten. Bovendien ben je dan makkelijk te kopiëren.”

DE CLIPPELEIR: “Dat is eigenlijk wat jullie gedaan hebben met de verandering van 4FM in Joe FM. De playlist verschilt niet zoveel, maar het gevoel is heel anders.”

BOSSAERT: “Het is de evolutie van een jukebox naar een voorkeurzender. Dat is onze opdracht: het voorkeurstation van onze doelgroep worden en trots of geestige verslaving creëren waardoor mensen graag en lang naar je luisteren.”

DE CLIPPELEIR: “Als concertorganisator is niet alleen de consument ons doelpubliek, maar we hebben ook een b2b-publiek: de artiesten. De AB wil de place to be zijn voor muzikanten. Belgische artiesten zien hun eerste optreden in de AB als een mijlpaal in hun carrière.”

Als baas van de AB wordt u het uithangbord. Hoe gaat u dat aanpakken?

DE CLIPPELEIR: “Mijn voorganger Jari Demeulemeester was voor honderd procent het uithangbord van de AB. Maar een bedrijf mag niet te veel afhangen van één persoon. Wanneer Steve Jobs in het ziekenhuis ligt, zakt de marktwaarde van Apple. Een goede bedrijfsleider staat op de achtergrond, al word je bij de AB natuurlijk wel een spreekbuis voor cultuur in Brussel. Bij ons gaat het er vooral om de artiesten groot te maken. We profileren ons als een kweekvijver van talent. Iemand zoals Selah Sue is gegroeid in de AB. Ze heeft in de opnamestudio van AB haar eerste opname mogen maken. Nu heeft ze drie uitverkochte zalen na elkaar.”

Wat zouden jullie de komende jaren graag realiseren?

BOSSAERT: “In België hebben we Q-music en Joe FM, maar in Nederland alleen Q-music. Ik zou het fijn vinden om in Nederland ook met een tweede radiostation te starten, bijvoorbeeld Joe FM. Dat is niet makkelijk omdat er geen frequentiepakketten beschikbaar zijn. Vanaf 2012 gaan we in Nederland met alle andere radiostations wel de ether digitaliseren. In de digitale ether is er plaats voor veel meer zenders. Het betekent wel dat alle radio-ontvangers – de radio in de keuken, in de auto, de wekkerradio – vervangen moeten worden. Dat wordt een werk van lange adem.”

DE CLIPPELEIR: “De AB heeft een derde zaal nodig met 1500 tot 2000 zitplaatsen om er een ander type concerten te organiseren. We hebben nu een grote zaal met 2000 staanplaatsen en de Club met 250 staanplaatsen. Het publiek van artiesten zoals Emmylou Harris wil zitten, maar Emmylou Harris verkoopt wel makkelijk een zaal met 2000 zitplaatsen uit. Nu speelt ze in Bozar, maar eigenlijk is ze een AB-artieste. Op korte termijn willen we ook ABtv en AB Radio verder uitbouwen.”

BOSSAERT: “( lacht) Desnoods kunnen we dat samen doen. Wij willen er in België nog wel een derde kanaal bij.”

DE CLIPPELEIR: “Dat is zeker mogelijk. We hebben er partners voor nodig. Classic 21, dat in Franstalig België is gericht op pure muziekliefhebbers, is een succesverhaal met 6 à 7 procent marktaandeel. Dat publiek heeft in Vlaanderen op dit moment geen uitlaatklep, maar AB Radio zou het gat kunnen vullen. Het is niet de bedoeling een volwaardig radiostation te worden, maar om het merk AB dynamisch te houden. Dat kost natuurlijk geld. Met het budget dat we vandaag hebben, kunnen we goed programmeren, maar is er geen ruimte om nieuwe dingen te proberen.”

BENNY DEBRUYNE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content