Witwassen zonder vlekken

Amid Faljaoui Directeur van de Franstalige Roulartamagazines

Witwassers beschikken over een enorm grote trukendoos. Enkele tips voor wie wil ‘schoonmaken’ zonder vlekken achter te laten. Maar u begrijpt dat wij niet instaan voor de gevolgen…

Na het 100-dollarbiljet en de euro (zie Trends, 1 april 1999) is het zogenaamde back-to-back-krediet de meest bekende techniek om zwart geld wit te wassen. Dit financieel instrument – dat via de KB Lux-affaire grote bekendheid verwierf – is volkomen legaal, ware het niet dat de truc wordt gebruikt om ontdoken belastinggelden terug het land binnen te smokkelen.

Om uw geheugen wat op te frissen: een bondige samenvatting van de gebruikelijke procedure. Vertel aan uw Luxemburgse bank: “Ik zou graag een lening willen om een schitterende villa in België te kopen. Als garantie geef ik u het kapitaal in onderpand dat ik door de jaren heen in Luxemburg heb vergaard. Het is echter niet de bedoeling dat u daar toespelingen op maakt, want dit kapitaal ontkwam aan de vraatzucht van de Belgische fiscus. Geef mij dus een krediet, maar wel zonder de garantie te vermelden.”

Deze praktijk vormt natuurlijk niet de enige manier om zwart geld uit het buitenland terug naar België te brengen. Er bestaan andere, meer eenvoudige knepen, die soms minder riskant zijn voor de initiatiefnemers… maar natuurlijk nog altijd laakbaar. Laten we eens een kijkje nemen in deze geheime doos van Pandora.

1. De spontane aangifte van beschikbaar kapitaal in het buitenland

Zonneklaar, zeer moreel en zo simpel dat zij wordt vergeten. Waarover gaat het? Het commentaar inkomstenbelasting (de interne bijbel van de belastingambtenaren) stipuleert onder nummer 344/8 dat in geval van spontane aangifte geen stappen worden ondernomen om de belastingen te verhogen. In onderhavig geval werd deze methode alleen gebruikt door personen met bedragen op hun rekeningen die daar al vanaf 1 januari 1994 op prijkten. Tijdens onderzoeken kan de fiscus inderdaad tot drie of vijf jaar teruggaan, als er aanwijzingen van fraude zijn. Als de bedragen die op de rekening staan van meer dan vijf jaar geleden dateren, verliest de fiscus zijn rechten en stuit hij op het stilzwijgen van de belastingbetaler die niet langer hoeft te antwoorden op de vragen van de fiscus. Nummer 344/8 van het administratieve commentaar staat dus voor een vorm van fiscale amnestie zonder het expliciet te vermelden.

2. De kapitalisatie-bevek

De trouwe lezers van de Trends-bijlage Cash! zullen wellicht verbaasd zijn. Maar kapitalisatie-beveks kunnen eveneens voor iets anders worden gebruikt dan waarvoor ze eigenlijk zijn bedoeld. Zo stopt bij wijze van voorbeeld de heer Willy Peeters zijn buitenlands kapitaal in een Luxemburgse kapitalisatie-bevek. Hij bewaart zijn aankoopbewijs zorgvuldig. Zes jaar later (nog altijd om de befaamde onderzoekstermijn van vijf jaar van de fiscus in geval van aanwijzingen van fraude te omzeilen), verkoopt hij zijn bevek. De rest laat zich raden: mijnheer Peeters repatrieert zijn kapitaal en kan eindelijk in België zijn Hollywood-villa laten optrekken of een exclusieve Ferrari kopen.

Maar, zo werpt u tegen, de fiscus zal gealarmeerd worden door zijn nieuwe levensstijl en hem wellicht netelige vragen stellen omtrent de oorsprong van dit hemelse voedsel. Dat is geen bezwaar, want dan zal de heer Peeters zijn bewijsje bovenhalen. “Met de verkoop van mijn aandeel heb ik de bouw van mijn villa kunnen betalen,” luidt zijn antwoord. Wanneer hij een niet al te grote kluns is, zou de belastingambtenaar in principe geen genoegen moeten nemen met een dergelijk antwoord. Inderdaad, wie bewijst dat mijnheer Peeters zijn aandeel niet de dag voor de verkoop heeft gekocht? En dan kan de heer Peeters met een schuinse glimlach heel toepasselijk met zijn aankoopfactuur zwaaien, die duidelijk zal aantonen dat hij al vijf jaar in het bezit was van dit aandeel! Schaakmat.

Waarom een kapitalisatie-bevek en geen gewone bevek? Antwoord: omdat de kapitalisatie-bevek per definitie geen inkomsten oplevert. De fiscus zal met andere woorden de heer Peeters niet kunnen verwijten dat hij tijdens de vijf jaar dat hij in het bezit was van zijn bevek geen inkomsten uit roerende goederen heeft aangegeven. Kortom, dit is de perfecte financiële misdaad. De ergste onder de financiële criminelen zouden hetzelfde kunnen doen met kapitalisatiebons (zelfs Belgen).

3. De verzekeringspolis

Mijnheer Peeters zou ook een levensverzekering kunnen afsluiten. Hij stort zijn kapitaal van 200 miljoen frank bijvoorbeeld als eenmalige premie en recupereert het vijf jaar later mét interesten. Hij voert het geld straffeloos terug naar België. Niet alleen werd zijn polis vijf jaar geleden afgesloten, maar de interesten zullen slechts lichtjes worden belast.

Het voordeel van deze praktijken schuilt in hun welhaast bijbelse eenvoud. In tegenstelling met de back-to-back-lening, is er voor de hierboven beschreven methoden slechts één enkele zaak vereist: geduld. U moet inderdaad iedere keer wachten tot de termijn van vijf jaar is verstreken.

4. De combinatie van offshore en vzw

Natuurlijk beperken de witwaspraktijken zich niet tot het speculeren op de verjaringstermijnen van de fiscus. Bruno Morselli, gerechtelijk expert en universitair docent aan de school voor criminologie van de Gerechtelijke Politie, onthult ons een meer geraffineerde vorm van witwassen: de combinatie van een offshore-onderneming en een Belgische vzw. Zo worden bepaalde Ierse offshorebedrijven gebruikt voor de commercialisering van XTC en het witwassen van drugsgeld. Ierland heeft trouwens niet het monopolie van deze praktijken, aangezien we hetzelfde gebruik van offshores steeds vaker ontmoeten in West-Samoa. Net zoals dat geldt voor bepaalde Zwitserse bedrijven of ondernemingen in Liechtenstein, komt het veel voor dat de voornaamste, zo niet enige functie van een cascade van Ierse bedrijven erin bestaat om sommen te incasseren en ze daarna meteen weer ter beschikking te stellen van de reële economische bezitters, en zo de rol van opeenvolgende schermvennootschappen te spelen.

Morselli: “Natuurlijk worden er soms figuranten ingelast, maar niet zelden zijn het rechtstreeks degenen die in België het bedrag van de facturen, bijdragen enzovoort regelen, die door de Ierse onderneming worden aangesproken.” Bij deze Ierse bedrijven treffen we vaak twee andere interessante mechanismen aan, één stroomopwaarts en het andere stroomafwaarts.

Stroomopwaarts? Niet zelden vinden we in België een vzw waarvan het sociaal doel liefdadig, sociaal, religieus, filosofisch, sportief of zelfs artistiek kan zijn. “Herinner u dat de vzw’s vergeten waren door de zogenoemde fiscale antirechtsmisbruikmaatregelen die in 1992 in België werden genomen,” verduidelijkt de gerechtelijk expert: “Een vzw kan dus straffeloos – soms enorme – sommen betalen ter vergoeding van facturen of vage contracten, die niet onder de anti-rechtsmisbruikmaatregel vallen.” En Morselli voegt daaraan toe: “De dossiers van de financiële brigades wijzen uit dat talloze vzw’s alleen maar dienen voor het afvoeren van sommen geld die zij soms rechtstreeks uit de staatsbegroting of uit subsidies van verschillende origine ontvangen. De bijdragen van de leden zijn dan niet meer dan een onbeduidend verschijnsel.”

Stroomafwaarts betaamt het om een of meerdere buitenlandse bedrijven toe te voegen, al is het maar om te vermijden het slachtoffer te worden van internationale rechtshulp of fiscale verdragen. Deze over het algemeen ondoorzichtige bedrijven worden de officiële oprichters van de Ierse (of Luxemburgse) onderneming. De huidige tendens lijkt aan deze structuur de voorkeur te geven boven het (al te?) simpele en rechtstreekse gebruik van stromannen in Luxemburg of Ierland.

AMID FALJAOUI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content