WINKELVASTGOED. Homo shoppens

De resultaten van onze grote winkelenquête.

Hoe ziet het Belgisch winkelvastgoed er begin volgende eeuw uit ? Over deze vraag debatteren de betrokken partijen momenteel volop. Immo-Trends en makelaar Healey & Baker vroegen ondertussen aan de winkelende medemens, de homo shoppens, naar positieve en minder positieve kanten van het huidige winkelbestel. Waar winkelt hij, waarom winkelt hij daar, en hoe winkelt hij : een overzicht.

GELIEFDE KATEDRALEN.

Eerst de algemene gegevens. Ongeveer 1500 lezers vulden de enquête in. Ruim voldoende om van representatieve antwoorden te kunnen spreken op de twee gedeelten van onze vragenlijst : een aantal vragen over de winkelcentra in België enerzijds, enkele vragen over de belangrijkste winkelstraten anderzijds.

Het Brusselse City 2 blijkt het best gekende winkelcentrum van het land. Precies de helft van de ondervraagden beweert dit shoppingcenter ooit al te hebben bezocht. Meer dan 20 % is zelfs een regelmatig bezoeker. In deze lijst scoren ook de Grand Bazar op de Antwerpse Groenplaats en het Wijnegem Shopping Center nabij Antwerpen erg goed. Respektievelijk 75 % en 90 % van de 1500 respondenten zeggen deze winkelcentra te kennen. Respektievelijk 13,8 % en 13,6 % komt er gemiddeld eenmaal in de maand.

Goed in de markt liggen verder Woluwe Shopping (14,2 % komt er regelmatig), Westland Shopping (meer dan 80 % kent het) en Ring Shopping Center in Kuurne (13,3 % heeft het ooit bezocht). Onderaan de lijst bengelen Promenade uit Kapellen en Gent-Zuid. Al moeten we hieraan toevoegen dat Promenade pas recent de deuren opende en dat Gent-Zuid met enkele fundamentele problemen kampt (zie ImmoTrends nummer 47 van 23 november).

Opvallend is verder dat één op vier Vlamingen die de enquête invulde het Wijnegem Shopping Center ooit al bezocht. En dat één op 10 Franstalige inzenders reeds een kijkje ging nemen in het Luikse winkelcentrum Belle-Ile. Ook al opende dat laatste complex pas in maart van dit jaar de deuren.

KOOPKRACHT.

Winkelcentra kunnen rekenen op een trouwe aanhang. Dat is ons besluit uit de antwoorden op de vraag hoe vaak de inzenders hun favoriete winkelcentrum bezoeken. Zowat één op vier (25 %) begeeft zich minstens eenmaal per week naar zijn winkelkatedraal. Eén keer per maand of meer : zowat 80 % van de respondenten.

Eveneens acht van de tien ondervraagden besteden bij een bezoek aan het uitverkoren winkelcentrum meer dan 1000 frank. De meerderheid (61,7 %) houdt de uitgaven beperkt tot 5000 frank. Eén op acht betaalt aan de kassa telkens tussen 5000 en 10.000 frank. En 3,1 % mag zich met recht en rede big spender noemen. Geen enkel bezoek aan “hun” winkelcentrum vegen ze weg met minder dan 10.000 frank.

Dat geld wordt hoofdzakelijk besteed aan kledij (31,8 %), allerlei (29,8 %) en voeding (21,8 %). Let wel : onder ‘voeding’ vallen alleen de ‘aangekochte etenswaren om mee naar huis te nemen’. Naar direkt gekonsumeerd eten en drinken gaat nog eens 4,3 % van de uitgaven. Boeken en cd’s zijn goed voor 10 % van het gespendeerde bedrag.

Opvallend hoe de verdeling van de uitgaven samenvalt met de verdeling van de winkeloppervlakte. Kledingwinkels nemen het grootste gedeelte van de ruimte in de meeste winkelcentra in, op korte afstand gevolgd door ‘voedingwinkels’ in de ruime betekenis van het woord.

GERUST GEMOED.

De vraag naar de positieve kanten van een winkelcentrum bevestigt de resultaten van onze grote shoppingcenter-enquête van precies één jaar geleden. Mensen worden in de eerste plaats aangetrokken door de grote verscheidenheid van winkels en goederen onder één dak (voor 67,5 % van de bezoekers dè hoofdreden voor hun komst). Dat ze vlakbij kunnen parkeren, is een extra stimulans (56,7 %). Ongeveer één op drie inzenders komt voor de gezelligheid en de sfeer, 14,8 % beweert dat de prijzen er lager zijn, 11,2 % noemt de veiligheid een groot pluspunt en evenveel bezoekers vinden de architektuur van het gebouw alleen al een bezoekje waard.

Nagenoeg niemand heeft een onveilig gevoel in een winkelcentrum. Maar echt onbezorgd door de gangen kuieren is er evenmin bij. De veiligheid wordt door de meeste inzenders als “voldoende” omschreven (70,7 %). Terwijl zowat 85 % van de bezoekers van mening is dat de inrichting van “hun” winkelcentrum voldoet. Voor één op acht mag het er best nog wat warmer en sfeervoller uitzien. Met de kerstperiode in zicht worden ze waarschijnlijk weldra op hun wenken bediend.

FESTIVE SHOPPING.

De overzichtelijkheid van de winkelcentra is er het voorbije jaar blijkbaar op vooruitgegaan. Vorig jaar vond nog meer dan de helft van de enquêtebeantwoorders dat de indeling van een winkelcentrum niet echt duidelijk was. Nu vindt al 54 % zonder veel moeite zijn/haar weg in de gangen. Al blijft 41 % van de ondervraagden een betere bewegwijzering of overzichtelijker grondplannetjes een noodzaak vinden.

Uit de enquête van vorig jaar bleek dat mensen zich hoofdzakelijk naar winkelcentra begeven om er te winkelen. Het tegendeel zou ons verbazen. Een minderheid beweerde echter ook het winkelcentrum te bezoeken om er wat rond te hangen. Anderen gaven als reden voor een bezoek één van de volgende aktiviteiten op : een hapje eten, sociaal kontakt zoeken of iemand ontmoeten.

“Andere aktiviteiten” vinden ze in de Belgische winkelcentra voorlopig nauwelijks. In tegenstelling tot de all-round-centers die in het buitenland (vooral in de VS) steeds meer opduiken. Die willen winkelen kombineren met kultuur opsnuiven, aan sport doen of zich ontspannen.

Mogelijkheden die een gedeelte van de ondervraagden blijkbaar ook in ons land in een winkelcentrum wil. Op de vraag welke ‘aktiviteiten’ ze in de Belgische winkelcentra graag aan het gamma zouden toegevoegd zien, antwoorden vier van de tien inzenders dat ze er kulturele aktiviteiten missen. Een ongeveer even groot gedeelte van hen zou zich graag kunnen ontspannen vóór, tijdens of na het winkelbezoek. Eén op tien wil aan sport doen in een shoppingcenter, en nog eens 10 % zoekt niet nader omschreven andere aktiviteiten.

Een hart onder de riem voor de voorvechters van het koncept festive shopping ? Misschien. Al moeten we ons de bedenking maken dat onbekend vaak onbemind maakt. Voor besluiten is het wachten op de voltooiing van het eerste festive shoppingcenter in ons land. De plannen voor zo’n center op de Antwerpse Hanzestedeplaats zijn naar verluidt het verst gevorderd. Op nieuws over het Fenix-projekt in Genk is het voorlopig wachten.

OPENLUCHT.

De Brusselse Nieuwstraat blijft tot nader order Belgiës bekendste winkelstraat. Slechts 7 % van de ondervraagden heeft nog nooit van deze winkelwandelstraat gehoord. Anderzijds is 83 % van de inzenders er al ooit geweest. Een kleine 30 % beweert zelfs een regelmatig bezoeker te zijn. De Nieuwstraat wordt op kleine afstand gevolgd door de Antwerpse Meir. Samen worden ze door zowat 60 % van de ondervraagden tot favoriete winkelstraat gekroond. Andere drukbezochte winkelstraten zijn de Gentse Veldstraat, de Brugse Steenstraat, de Leuvense Bondgenotenlaan, de Oostendse Kapelstraat, de rue Pont d’Ile in Luik en de rue de la Montagne in Charleroi.

“Regelmatig bezoeken” heeft voor een winkelstraat echter niet dezelfde betekenis als voor een winkelcentrum. Slechts 32,3 % komt eenmaal per week of meer in “zijn/haar” winkelstraat. De meesten gaan er wel minstens eenmaal per maand naartoe (80 %).

Ze besteden per bezoek wel ongeveer evenveel geld als in een shoppingcenter : 56,8 % geeft er tussen 1000 en 5000 frank uit. Een minderheid besteedt meer dan 10.000 frank per winkelstraat-bezoek. Maar opvallend veel inzenders (20,6 %) houden de portefeuille dicht : ze wandelen door hun winkelstraat en laten er minder dan 1000 frank achter.

KONING AUTO.

Het bestedingspatroon komt in grote lijnen overeen met een winkelcentrum. Alleen ligt in een winkelstraat de nadruk nog een stuk meer op kleding (46 %), en iets minder op voeding (5,7 %).

Dè grote aantrekkingskracht van een winkelstraat is dezelfde als wat bezoekers boven alles naar een winkelcentrum lokt : het grote en erg verscheiden aanbod aan produkten. De sfeer in een winkelstraat is anders dan die in een winkelcentrum, maar daarom niet minder aangenaam. Meer dan de helft van de ondervraagden komt precies voor de gezelligheid naar “hun” winkelstraat.

Het gebrek aan parkeerruimte is wat winkelstraatbezoekers het meest ergert. Bijna 95 % van de ondervraagden stelt dit als minpunt voorop. De eis om met de wagen tot vlakbij de winkels te rijden, doet de balans blijkbaar vaak overhellen in het voordeel van de winkelcentra.

Want voor een eventueel gevoel van onveiligheid in de winkelstraten blijft er nauwelijks iemand weg. Meer dan 80 % vindt dat er aan de veiligheid in winkelstraten niets hoeft te veranderen. Niemand kijkt blijkbaar schichtiger achterom in een winkelstraat dan in een winkelcentrum. Het gevoel van (on)veiligheid is op beide plaatsen even groot. Of even klein : het is maar hoe je het bekijkt.

Geert Wellens

Bron : Immo Trends / Healey & Baker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content