WINDOWS LEIDT, INTEL VOLGT

Consument is laatst.

Eén van de scherpste voorbeelden van hoe Microsoft de lakens uitdeelt, levert Intel. De processorgigant had begin 1995 software ontwikkeld die de pc-processor taken liet overnemen die gewoonlijk door gespecialiseerde digital signal processors werden gedaan. Die nieuwe Native Signal Processing ( NSP) software zou de multimediacapaciteiten van de Intel-processoren aanzienlijk vergroten. Windows liep achter met het gebruik van die capaciteiten, vond Intel, en daarom schreef het functies (API’s) die programmeurs direct konden gebruiken. Het schreef die API’s bovendien zodanig dat ze door verschillende besturingssystemen zouden kunnen worden gebruikt. Dat zat Microsoft absoluut niet lekker: het maakte toepassingen makkelijker overdraagbaar naar concurrerende besturingssystemen en verzwakte Windows’ positie, het zou Windows 3.1 meer multimediacapaciteiten geven (en dus upgrades naar Windows 95 vertragen) en de versie voor Windows 95 zou misschien niet op tijd klaar zijn, of onbetrouwbaar. Na maanden discussie adviseerde Bill Gates persoonlijk, begin juli 1995, aan Intel-topman Andrew Grove om, volgens een memo van Gates, “in essentie NSP niet op de markt te brengen”. Microsoft zou meer inspanningen doen om die functies zelf in Windows te incorporeren, beloofde Gates. Tegelijk zette Microsoft de pc-fabrikanten onder druk om de NSP-software niet mee te leveren met hun pc’s.

Eind juli zwichtte Intel, maar dat was onvoldoende voor Gates. Op 2 augustus 1995 bedreigde hij er Andrew Grove mee de volgende generatie microprocessoren van Intel niet meer te ondersteunen als Intel doorging met het ontwikkelen van dergelijke concurrerende platformsoftware. “Geconfronteerd met Gates’ bedreiging, accepteerde Intel om te stoppen met de ontwikkeling van interfaces op platformniveau die de steun voor Windows-interfaces zouden kunnen verminderen,” noteert rechter Thomas Jackson, verwijzend naar een memo van Gates uit oktober.

In februari 1997 deed zich een nieuwe crisis met Intel voor omdat Sun Microsystems bij de processorbouwer had aangeklopt om te helpen bij de optimalisatie van multimedia programmeerfuncties voor Java. Op hetzelfde moment vroeg Intel-concurrent AMD aan Microsoft om zijn (AMD’s) 3DX-technologie, die vooral computerspelletjes verbeterde, te ondersteunen. Microsoft-manager Eric Engstrom stelde voor om met Intel een deal te sluiten: Microsoft zou alleen die multimedia interfaces steunen waar Intel achter stond ( nvdr – en dus AMD wandelen sturen) en Intel zou Sun niet helpen met zijn Java multimedia programmeerfuncties. “De inspanningen van Engstrom hadden kennelijk resultaat,” schrijft Jackson. “Hij getuigde op het proces dat (het softwarelab van) Intel vervolgens ophield met Sun te helpen.” Bijna terloops noteert Jackson daarbij dat Microsoft eind 1998 nog altijd niet klaar was met “kerncapaciteiten die Intel al in 1995 aan de consument had willen bieden”. De actie die Microsoft voert tegen het antitrustproces loopt onder de slogan ‘Freedom to Innovate’.

Bruno Leijnse