Windmolens voor Knokke, Oostende of De Panne?

De federale regering keurde vorig jaar een wet goed die voorziet in een geleidelijke uitstap uit de kernenergie vanaf 2015. Maar minister van Begroting Johan Vande Lanotte wil windmolens voor onze kust in Knokke, Oostende of De Panne. Heel ver in zee welteverstaan, dus zo duur mogelijk.

De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van de Beleggingsclubs en de Beleggers (VFB).

Vandaag haalt België 55 % van zijn elektriciteitsproductie uit kernenergie. Maar er hangt ons een Vlaams-Europese boete boven het hoofd als we geen windmolens bouwen. Is minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) schrander of gewoon leep bij de keuze van zijn moment om in windenergie te stappen?

Koen de Leus rekende ons recent in de Tijd-Aandelen voor waarom dit alles geen effect heeft op de waardering van het Electrabel-aandeel. De aandelen van BASF, Bayer en Solvay zullen alleen maar stijgen als bekend wordt dat ze zich desengageren uit Vlaanderen/België en kiezen voor China, Rusland, of waar dan ook, met minder juristen en anti-industriëlen in de politiek en in de regering.

De Vlaamse kiezers denken misschien dat ze de suïcidale groene industriële politiek een lesje hebben geleerd. Maar de politici hebben niets geleerd en het beleid gaat gewoon door. Als de kakelende politieke bende al geschrokken is van Ford Genk, hoe sprakeloos zullen ze dan niet worden als traditionele investeerders in onze industriële gebieden afhaken? De groene en rode vlaggen gaan weer zwaaien, want deze verdedigers van onze arbeiders zullen weer niets hebben zien aankomen. Een triomf van de groenen? Zoals Koen de Leus onlangs nog in De Tijd schreef, worden er in China, Zuid-Korea, Oekraïne, Bulgarije en Rusland nog volop kerncentrales gebouwd. Het gaat hier om landen waarvan de industriële competentie en geloofwaardigheid inzake milieu en marktconform gedrag nog voor de eerste keer bewezen moeten worden.

Masochisme. Industrieën die helemaal afhankelijk zijn van goedkope elektriciteit, zoals in het bijzonder de scheikundige nijverheid in Antwerpen, kunnen dus op termijn niet meer rekenen op goedkope bevoorrading. Het vasthouden van de Kyoto-normen en de groene regulering van Europa maken dat we weldra state-of-the-art milieuvriendelijke bedrijven in Europa sluiten, om ze in China en elders minder milieuvriendelijk te zien herrijzen. Daar moeten die Kyoto-normen helemaal niet worden nageleefd. En wij betalen hen daarenboven nog extra emissierechten. Van masochisme gesproken.

We mogen ons terecht afvragen welke merkwaardige ‘diplomaten’ voor ons land de Kyoto-normen onderhandeld en ondertekend hebben. Hoeveel bedrijven kunnen hun expansieplannen in dit land wel opbergen? Wordt het misschien geen tijd dat we eens rondom ons kijken en ons bevrijden van het milieuschuldgevoel dat onze politieke leiders zichzelf hebben aangepraat?

Niets voor niets. Kerncentrales sluiten en windenergie in de plaats? Ik was in 1973 lid van de commissie van economische experts gehecht aan de Commissie der Wijzen inzake de kernenergie, en publiceerde in 1981 het boek Energie in België, waarin ik samen met Eric Bosman de energievoorziening in België bestudeerde. Daarbij werd uiteraard ook windenergie als ‘zuivere’ energiebron nader bekeken. We kwamen toen tot het besluit dat windenergie geen gunstig alternatief vormde. De vraag is wat er in de voorbije bijna 25 jaar veranderd is, zodat we dat besluit misschien moeten herzien.

Technisch gesproken zijn de huidige windmolens perfect. Er kan nog weinig technische verbetering aangebracht worden, en er is ook een grens aan het maximale vermogen van een windcentrale. Maar opdat een molen zou draaien, moet er wind zijn. In België ligt de gemiddelde windsnelheid op tien meter hoogte boven het maaiveld om en bij de vier meter per seconde. Meteorologische omstandigheden maken dat een windmolen ongeveer 20 % van de tijd produceert, dat wil zeggen dat wegens de onregelmatigheid in de windsterkte de elektriciteitsproductie ongeveer één vijfde bedraagt van wat de capaciteit toestaat. En of de wind waait, hangt alleen af van het toeval. En dus heeft elke windmolen een back-up nodig.

De prijs van windenergie is sinds 1981 veel goedkoper geworden. Wind waait gratis, maar na inrekening van de investeringskosten produceert men vandaag windelektriciteit tegen een kostprijs van 40 euro per megawattuur (als de molens op het vasteland zijn gebouwd, en als er permanent wind zou zijn), dus tegen de prijs van een moderne hoogrendementsgascentrale (Steg).

Dubbele kosten. Maar ook als windcentrales goedkoper en efficiënter geworden zijn, blijft het een feit dat men naast elke windcentrale een klassieke centrale operationeel moet houden om te produceren als de wind wegvalt. Er zijn dus dubbele investerings- en werkingskosten noodzakelijk. Daarenboven moet ook rekening worden gehouden met het destabiliserende effect van windenergie op het geheel van de zekerheid van de bevoorrading in het net. Als de Duitse centrales in de Oostzee beginnen te produceren, gaat heel het evenwicht van het net in de rest van Europa onderuit.

Don Quichot zag in de windmolens de vijand. In dit geval zijn ze het symbool van wat een rationeel industrieel beleid niet wenst te doen. Ze dienen noch het milieu, noch onze ontwikkeling, noch de werkgelegenheid.

Emiel Van Broekhoven

Windmolens dienen noch het milieu, noch onze ontwikkeling, noch de werkgelegenheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content