“Wij zijn nu eenmaal geen barricadenvakbond”

De ACLVB wordt wel eens de lilliputter onder de

vakbonden genoemd. Jan Vercamst, sinds een goed jaar voorzitter van de liberale bond, is het daar niet mee eens. De ACLVB weegt wel degelijk op belangrijke dossiers.

En in een gespannen klimaat verkiest de voorzitter overleg boven de confrontatie, want “snel zal blijken dat dit de beste keuze is”. y

Voor elke vakbond wordt 2008 een druk jaar. Dus ook voor de liberale ACLVB. In mei bieden de sociale verkiezingen zich aan. Voorzitter Jan Vercamst (53) kan met de ACLVB voor het eerst meer dan 10 % van de stemmen halen. En na de zomer gaat het interprofessionele overleg van start. Nu al is duidelijk dat de partners moeilijk tot een afspraak over een nieuwe loonnorm zullen komen. Maar alle aandacht gaat voorlopig naar de sociale onrust. De verhalen over de gedaalde koopkracht hebben zenuwachtigheid veroorzaakt. Verschillende bedrijven worden met stakingen geconfronteerd. Vooral tijdelijke werknemers vragen loonsverhogingen. Waarnemers waarschuwen voor de gevolgen op lange termijn van de looneisen. De bonden durven hun achterban niet echt te desavoueren en verwachten dat de acties stilaan zullen stilvallen. “De premies die Opel Antwerpen heeft toegekend, hebben de lont uit het kruitvat gehaald. Anders was de onrust verder uitgedeind”, analyseert Vercamst.

Volgens Unizo hebben de acties in de bedrijven onder andere te maken met de bijna dagelijkse berichten over de gestegen levensduurte. Vercamst denkt dat de onrust in eerste instantie een gevolg is van de gestegen werkdruk. “Wij krijgen daar al maanden signalen over. Zeker bij de toeleveranciers van de autoassemblage is de situatie ernstig. Men heeft het just-in-timesysteem van Toyota overgeplant van Japan naar Europa. Maar één zaak werd – gewild – uit het oog verloren: de uurlonen en de arbeidsvoorwaarden. In Japan heb je ook verschillende moederbedrijven met de daaraan verbonden toeleveranciers, maar overal waren de arbeidsvoorwaarden dezelfde. Bij ons wordt het moederbedrijf meestal goed verzorgd, maar worden de toeleve- ranciers stiefmoederlijk behandeld. De arbeiders bij de toeleveringsbedrijven vallen onder een precair statuut. Met de arbeidskrapte betekent dit dat vooral jongeren, laaggeschoolden en allochtonen die minder betaalde functies moeten opvullen. Voor hen speelt de koopkracht nog meer een rol. Zeker sinds oktober-november zijn de laagverdieners de grootste slachtoffers. De ACLVB heeft dat al in maart-april vorig jaar zien aankomen.”

TRENDS. De ACLVB heeft toen gepleit voor een leefindex die nauwer aansluit bij de uitgaven van de burger. U wou de brandstofprijzen opnieuw in de indexkorf opnemen en luxe- uitgaven minder gewicht geven.

JAN VERCAMST (ACLVB). “Wij willen het indexsysteem verbeteren. Huisvesting maakt 15 % van de index uit, maar voor lagere inkomens hapt dit wel een veel groter deel van het inkomen weg. Lage inkomens en uitkeringstrekkers besteden 70 % van hun geld aan basisproducten. Zeker voor die categorieën pleit onze vakbond voor een correctie. Het is ook een maatregel die snel kan worden ingevoerd, want het aantal mensen dat onder de armoedegrens terechtkomt, begint bijna exponentieel te stijgen.”

Bestaat er een draagvlak voor de invoering van een leefindex?

VERCAMST. “Tijdens de betoging van december zeiden de andere vakbonden me: ‘je gaat daar toch niet mee beginnen?’. Maar partijen als SP.A, Spirit of Groen! pleiten voor een rechtvaardigheidsindex. Dat is een andere term, maar het komt op hetzelfde neer. Ik heb niet in de woestijn gepredikt.”

België kent het automatische loonindexeringsysteem en de loonnorm. Komt ons overlegsysteem door die plotse looneisen niet onder druk te staan? Evolueren we dan niet naar een vrij loonoverleg zoals in andere landen?

VERCAMST. “De automatische loonindexering en de wet op het concurrentievermogen houden elkaar in evenwicht. In Duitsland krijg je met vrij overleg soms grote loonsverhogingen. Duitse studies pleiten ervoor een systeem in te voeren dat bij het Belgische aansluit om zo ontsporingen tegen te gaan.”

Wordt het dit najaar moeilijk om tot een akkoord over de loonnorm te komen? De druk van de basis zal groot zijn om een ruime loonnorm te vragen.

VERCAMST. “Ik blijf bij wat we vroeger al hebben gezegd: wij hebben eigenlijk geen loonnorm nodig. De sociale partners zijn verantwoordelijk genoeg om de tering naar nering te zetten. Maar het zal niet gemakkelijk zijn met de stakingsgolf die we hebben meegemaakt.

“Ik denk niet dat het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) ervoor zal pleiten om aan de loonindexering te raken, maar ik verwacht wel dat de werkgevers zullen vragen om in de richting van veralgemeende all-inakkoorden te evolueren. Het volledige pakket – index en loonsverhoging – wordt onderhandeld, en als de inflatie hoger uitvalt dan verwacht, wordt een deel van de geplande reële loonstijging opgesoupeerd.”

Bent u voorstander van een veralgemening van all-inakkoorden? Nu zijn er al een paar sectoren – onder andere metaal – die met zo’n systeem werken.

VERCAMST. “Vorig jaar was een all-insysteem geen probleem omdat de inflatie onder controle was. Nu is het risico echter groot dat je met all-inakkoorden aan het einde van de rit amper iets extra krijgt buiten de index. Ik hoed er mij dus voor om ervoor te pleiten. Als liberale vakbond zeg ik: we moeten een bepaalde vrijheid hebben. In het kader van de solidariteit moeten er interprofessionele akkoorden worden afgesloten. Maar ik denk we meer en meer naar een bedrijfssyndicalisme evolueren waarbij op het niveau van de onderneming beslissingen worden genomen. All-inakkoorden zijn toch rigide systemen.”

All-inakkoorden kunnen sowieso moeilijker worden ingevoerd voor bedienden omdat die vooral via baremaverhogingen een extraatje krijgen. Als de inflatie te hoog uitvalt, komt ook die loonstijging onder druk te staan. Voor arbeiders zijn er meer vluchtroutes.

VERCAMST. “Die discussie zal verdwijnen omdat baremaverhogingen vaak gebaseerd zijn op een leeftijdscriterium. Maar een Europese richtlijn verplicht ons om over een paar jaar leeftijdsgebonden beloning af te schaffen. De discussie over leeftijdsbarema’s wordt weldra irrelevant.”

Met de VSOA – 75.000 leden van de 265.000 die de ACLVB telt – staat u sterk in de overheidssector. Bent u voorstander van een minimale dienstverlening in overheidsbedrijven om het effect van stakingen voor bijvoorbeeld treinreizigers te beperken?

VERCAMST. “Ik maak een vergelijking met de privésector. Onaangekondigde stakingen zijn vaak het gevolg van een gebrek aan wisselwerking tussen werkgevers en werknemers. Er bestaan in de privésector systemen om binnen de 24 uur met een verzoeningsbureau en een sociaal bemiddelaar tussenbeide te komen.”

“In de openbare diensten kennen we een ander systeem. De relatie tussen ambtenaren en de werkgever is zeer stroef. Er wordt veel gepalaverd, er worden geen beslissingen genomen, … De ambtenaren vinden geen gehoor bij de directie en er bestaan eigenlijk geen verzoeningsorganen. Ik pleit voor meer overleg op dat domein. Het is ook een zaak van vertrouwen. Wij zijn niet de vakbond van de confrontatie. In de privésector loopt dat goed, maar in de publieke sector hebben we niet echt een gesprekspartner. Het is aan de regering om daar iets aan te doen vooraleer we over minimale dienstverlening praten.”

In mei dienen de sociale verkiezingen zich aan. Dient de ACLVB meer lijsten in?

VERCAMST. “We zijn halverwege met de werving van de kandidaten. We hebben toch al een voorsprong van 15 % in vergelijking met 2004. Wij proberen zoveel mogelijk kandidaten te hebben om zo de representativiteit te verhogen. Ik ben hoopvol. In 2004 haalden we 9,5 % van de stemmen. Als we de grens van 10 % overschrijden, zou dat een mooie overwinning zijn. Dan kunnen we ons als gelijkwaardig met de andere vakbonden profileren.”

Het ACV en het ABVV hebben meer kritische massa. Is dat voor de dienstverlening geen concurrentieel nadeel?

VERCAMST. “Onze werking zit onder één koepel met centrale diensten in Gent en Brussel. Daarnaast is het land onderverdeeld in zeventien zones waar alle diensten worden aangeboden. Onze medewerkers zijn daardoor polyvalent. Dat vergt vorming en dat is voor mij altijd een prioriteit geweest. 3 % van onze loonmassa gaat naar vorming, terwijl de Lissabonnorm slechts 1,9 % oplegt.”

In tegenstelling tot de andere vakbonden werkt de ACLVB niet met beroepscentrales waar de sectoren centraal staan. Is dat een voordeel?

VERCAMST. “De sectoren vervagen, die trend stellen we nu al vast. De ACVLB evolueert naar een netwerksyndicalisme waarbij niet alleen sectoren maar ook statuten in elkaar vloeien. Wij zijn er in het topoverleg tussen de sociale partners, de zogenaamde Groep van Tien, concreet nog niet toe gekomen, maar de discussie over het afschaffen van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden staat hoog op de agenda.

“De ACLVB is vaak de vakbond die als eerste met nieuwe ideeën komt die na enige aarzeling overal worden overgenomen. Neem de resultaatsgebonden voordelen. De ACLVB heeft daar echt zijn nek voor uitgestoken en wij hebben op dat dossier gewogen. Het was tijdens mijn eerste vergadering in de Groep van Tien. De vakbond heeft daar trouwens al in de jaren 60 voor gepleit.”

U wilt de vakbond moderniseren. Wat bedoelt u daarmee? Er was kritiek op uw voorganger Guy Haaze die te snel wou gaan en eigengereid optrad.

VERCAMST. “De modernisering staat los van de overgang aan de top. Ik heb de voorbije maanden de nadruk gelegd op de kwaliteit van de arbeid op de werkvloer. Tijdens mijn maidenspeech een jaar geleden heb ik gepleit voor arbeidsvreugde. Wij moeten investeren in een goed werkklimaat en stress aanpakken. Je brengt het gros van je tijd door op de werkvloer, dus is het normaal dat je je daar goed voelt. Wij richten ons op die niche, wij kunnen dat aan, ook al zijn we niet de vakbond van de grote getallen. Onze vakbond gaat voor verantwoordelijke vrijheid. Wij zoeken in een bedrijf altijd naar een win-winsituatie. Dat is geen dooddoener. Onze mensen moeten een open geest hebben voor veranderingen.”

Hoe kijkt u terug op uw eerste jaar? U kwam in moeilijke omstandigheden aan het hoofd van de vakbond.

VERCAMST. “Eind februari vorig jaar is een nieuwe ploeg aangetreden. Het uitvoerend comité werd voor 70 % vernieuwd. En we zijn op de goede weg, ons ledenaantal stijgt. De ACLVB gaat ook op een andere manier werken. De campagne voor de sociale verkiezingen wordt nationaal gevoerd, maar de middelen worden vooral in de militanten zelf geïnvesteerd. De vakbond biedt nationale thema’s aan en via software kan de militant kiezen wat van toepassing is op zijn onderneming en kan hij zelf affiches maken en campagnes voeren. De militanten bepalen zelf de inhoud.”

De ACLVB is voor twee derde een Vlaamse vakbond. Heeft dat een effect op de standpunten?

VERCAMST. “Wij tellen toch ook harde Waalse militanten. Maar de ACLVB is nu eenmaal geen barricadenvakbond en verkiest nog altijd het overleg boven de confrontatie. De huidige sociale spanningen zullen aantonen dat dialoog de beste keuze is.”

Hoe is de relatie met de liberale partijen?

VERCAMST. “Om eerlijk te zijn: er is geen relatie, noch met de Open Vld, noch met de MR. We zijn partijpolitiek onafhankelijk en we gaan proberen dat zo te houden.” (T)

Door Alain Mouton / Foto Wouter Rawoens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content