Wij zijn geen kleuters

Wim Verhoeven Hoofdredacteur

Wie precies wat verzwegen heeft, is één zaak. Laat de verantwoordelijken van het PFOS-schandaal van Zwijndrecht maar over elkaar heen rollen in de ‘commissie-Demir’, de onderzoekscommissie van het Vlaams Parlement. Een heel andere zaak is dat de werken aan de Oosterweelverbinding moeten doorgaan in veilige omstandigheden. En dat we eindelijk eens iets leren uit onze fouten.

Je hoeft geen master in de groepspsychologie te zijn om te begrijpen wat zich heeft afgespeeld in 2017, toen het fameuze persbericht over de gevaarlijke PFOS-stoffen in Zwijndrecht klaar lag op het kabinet van toenmalig minister van Leefmilieu Joke Schauvliege. Na jaren van weerstand was er eindelijk een akkoord over Oosterweel. Een staaltje van politiek vernuft en burgerzin. Een bewijs dat in dit land toch nog een infrastructuurwerk van die omvang gebouwd kan worden. Dat wilden we toch niet op de helling zetten, zeker? Wat daarbij vooral tegen de borst stuit, is het gebrek aan eerlijkheid tegenover de bevolking. De mensen mochten niet ongerust worden. Ze zouden eens bang moeten zijn om een eitje of een krop sla uit eigen tuin te eten. Ze zouden maar eens moeten protesteren.

Oosterweel biedt ons de kans om snel te leren hoe we met dit soort stoffen moeten omgaan.

Die paternalistische houding is ergerlijk. Ze voedt het breed gedragen wantrouwen tegenover alles wat ruikt naar overheid of politiek. We zijn beter geïnformeerd en mondiger dan ooit. We zijn gewend aan concrete, heldere boodschappen. We worden graag ernstig genomen. Maar men beschouwt ons in dit dossier nog altijd als een groep kleuters die het best tegen zichzelf in bescherming wordt genomen.

Hoe moeilijk kan het zijn? “Beste mensen, we beginnen met de Oosterweelwerken. Allicht het meest belangrijke en noodzakelijke infrastructuurproject van deze eeuw. Maar er is wel iets wat jullie moeten weten. Er zitten schadelijke stoffen in de bodem. De precieze impact op het milieu en de gezondheid kennen we nog niet helemaal. Daarom nemen we alle beschikbare veiligheidsmaatregelen voor het werfpersoneel en de omwonenden. We zullen meteen onderzoeken wat we met de vervuilde grond en het grondwater kunnen doen. Voorlopig zullen we alles veilig stockeren. We doen voortdurend metingen en we houden jullie op de hoogte van de resultaten.”

De zeden moeten op nog andere domeinen veranderen. 3M is een wereldspeler. Het staat in de top honderd van de grootste Amerikaanse bedrijven, met wereldwijd een kleine honderdduizend medewerkers. Oplossingen zoeken voor milieuproblemen zou in zo’n bedrijf een tweede natuur moeten zijn. 3M communiceert volop over de vergroening van zijn processen, maar dit verhaal doet het bedrijf geen deugd. Bedrijven hebben een grote verantwoordelijkheid. Niet alleen in Zwijndrecht, maar ook elders in de wereld, waar vaak regimes aan de macht zijn die bij milieuproblemen graag de andere kant uitkijken. Die laatste woorden leest u het beste met enige zin voor ironie.

Eén zaak staat vast. De werken aan Oosterweel moeten doorgaan. De werf ligt open. De vervuiling moet worden gestabiliseerd, volgens de huidige beschikbare, zij het beperkte technieken. Op deze plek werd enkele maanden geleden al gewaarschuwd voor PFAS, de groep bijna niet afbreekbare chemicaliën die overal in onze bodem zitten en waar de vervuiling van Zwijndrecht toe behoort. De werkelijkheid haalt ons sneller in dan gedacht. Er komen nog veel saneringen. Oosterweel biedt ons de kans om snel te leren hoe we met die stoffen moeten omgaan. In deze Trends legt toxicoloog Jan Tytgat uit dat de werf perfect beveiligd kan worden. Gelukkig maar, want we mogen evenmin vergeten hoe belangrijk Oosterweel is om de haven van Antwerpen en de stad zelf te ontsluiten. Dat zal pas lukken als alle betrokken partijen elkaar in de ogen durven te kijken en eerlijk zeggen wat er aan de hand is. En om elk misverstand te vermijden: élke Vlaming mag zich betrokken partij voelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content