‘Wij zijn een goedkoper alternatief voor een gascentrale’

Het amper drie jaar oude Actility België rolt voor Proximus en KPN een nieuw communicatienetwerk uit. “Onze kracht is dat we de kennis van energie en het internet der dingen combineren”, vindt medeoprichter Pierre Verbruggen.

De digitalisering van de energiesector zet in hoog tempo door. Waar netwerkbedrijven en sommige industriële klanten soms nog aarzelend pootjebaden in die opkomende ICT-zee, profileert het jonge Actility Benelux zich als een van de betere surfers. Het Brusselse bedrijf bestaat amper drie jaar, maar het telt al een twintigtal medewerkers. Die zijn actief in twee markten: energie en het internet der dingen (IoT). Op termijn levert de groeiende energiepoot het leeuwendeel van de omzet, verwacht medeoprichter Pierre Verbruggen. Maar vorig jaar brachten twee IoT-opdrachten ruim de helft van de 3,5 miljoen euro omzet binnen.

Actility Benelux mag voor Proximus, in België en Luxemburg, en voor KPN in Nederland een LoRa-netwerk uitrollen, kort voor Long Range wide area. Dat is een smalbandtechnologie, in tegenstelling tot breedbandtechnologieën zoals wifi, 3G en 4G. Het heeft een reikwijdte van kilometers ver – wat wifi, bluetooth of andere netwerken niet hebben – en is heel eenvoudig te installeren. Een basisstation is een schoendoos groot. Het heeft een beperkte capaciteit (50 bits per seconde) en verbruikt daardoor minder. “Een sensor met een batterij, die je tegen de muur kleeft, kan tien tot vijftien jaar meegaan”, zegt Verbruggen.

Bij de uitrol van het netwerk fungeert Actility als netwerkleverancier, de ontwikkeling en de commercialisering van de diensten is voor de telecomoperatoren. Het netwerk is al actief in vijftien steden in België en de grootste steden in Nederland. In de Benelux moet er tegen eind volgend jaar een volledige dekking zijn. De technologie is vooral geschikt voor parkeertoepassingen en facilitymanagement, zoals de automatische aansturing van lantaarns in steden. De bagageafhandelaar Swissport gebruikt het voor de tracking van trolleys met bagage. “Dat is ideaal voor gegevens die je maar een paar keer per dag nodig hebt, zoals het monitoren van onderhoudsploegen, wie is aanwezig in vergaderzalen enzovoort. Niet voor kritieke processen die continu moeten worden gevolgd”, stipt mede-stichter Ivo Van Vaerenbergh aan.

Het Franse moederbedrijf Actility is medeoprichter van de LoRa Alliance. Meer dan 250 bedrijven maken daar deel van uit, waaronder belangrijke telecomspelers zoals Cisco, IBM, Swisscom, Orange, Foxconn, KPN en Proximus. De technologie concurreert met de vergelijkbare Sigfox-technologie, die Electrabel Engie in ons land uitrolt, in een strijd om de standaard te worden. Van Vaerenbergh: “Met KPN en Proximus hebben we het toch al twee keer gehaald. LoRa is een wereldwijde alliantie, maar wij zijn bij de eersten die een publiek netwerk hebben uitgerold.”

Energie

De LoRa-deal heeft er mee voor gezorgd dat het jonge bedrijf vorig jaar al zwarte cijfers schreef en de aanloopverliezen heeft weggewerkt. Terwijl het moederbedrijf via diverse kapitaalrondes geld ophaalde, deed de Belgische dochter het op eigen kracht. “We maakten vorig jaar 326.592 euro winst en we kunnen dit jaar onze omzet verdubbelen. Al sluiten we in de toekomst geen kapitaalrondes uit, om sneller te kunnen internationaliseren.”

Ook in de energiepoot timmert Actility gestaag aan de weg. Dat verstevigt ook de positie tegenover het moederbedrijf. “We zijn begonnen als een distributeur die gebruikmaakte van de Franse knowhow, maar we worden steeds meer een volwaardige technische partner, die mee de roadmap bepaalt van het technologieplatform dat Actility France uitbouwt”, schetst Verbruggen.

Daarbij hanteert het een dubbele aanpak. Zo helpt Actility zijn klanten – van kleine kmo’s tot grootverbruikers – in te spelen op prijsschommelingen op de markt of stroomonderbrekingen op het net te voorkomen. De gemene deler in die twee takken is flexibiliteit.

Koelinstallaties of watertorens hoeven niet permanent op maximale capaciteit te draaien. Door de thermostaat of de pompen iets minder hard te doen werken, is minder energie nodig. Actility aggregeert het verbruik van dat soort installaties. Daardoor kan het inspelen op onevenwichtstarieven: aanvullen als de energie goedkoop is en minder verbruiken wanneer elektriciteit duur is. Of het kan op de reservemarkt van de hoogspanningsnetbeheerder Elia terecht. Elia moet het stroomnet permanent in evenwicht zien te houden en vergoedt aggregatoren zoals Actility en concullega’s REstore en Energy Pool, om op kritieke momenten installaties af te schakelen, bijvoorbeeld wanneer een productiecentrale plots uitvalt. “Onze groep heeft ruim 1 gigawatt elektriciteit in portefeuille, waarvan we 400 megawatt permanent kunnen aansturen”, legt CEO Cedric De Jonghe uit.

Regelgeving

Actility is na drie jaar de Benelux aan het ontgroeien. Verbruggen: “We doen onze eerste commerciële stappen in Duitsland. We bekijken de de internationalisering voor energie samen met het Franse moederbedrijf en mikken vooral op landen in Europa met een gunstig regelgevend kader.”

Dat regelgevende kader bepaalt veel van de mogelijkheden. De Jonghe: “Elia is een van de voortrekkers in Europa voor transmissie. Door de problemen van een mogelijke black-out is het systeem van strategische reserves (subsidies voor het openhouden van gascentrales die anders zouden sluiten, nvdr) gelanceerd. Elia heeft daar ook vrij snel vraagsturing toegelaten, waarna wij een portefeuille klanten hebben opgebouwd. Logisch, want wij zijn een goedkoper alternatief voor een gascentrale: voor relatief beperkte installatiekosten koppelen we een tweede businesscase aan bestaande installaties.”

Een ander verhaal is het bij de distributienetbeheerders (DNB’s). In Vlaanderen zijn dat Eandis en Infrax. Dat heeft vooral te maken met de regulering, meent De Jonghe. “De tarieven van de DNB’s worden nu bepaald in functie van de regulated asset base, zeg maar de kabels die ze in de grond hebben liggen en de transformatoren. Met wat wij doen, verminderen wel hun kosten, maar als ze kabels leggen, verdienen ze extra. Dus kijken ze niet om naar nieuwe spelers zoals wij. Tot die scheeftrekking weg is, zal dat wellicht niet veel veranderen.”

Open Nederland

De Nederlandse netbeheerder Alliander staat daar veel meer voor open, menen de Actility-toplui. Het is betrokken bij een proefproject op een industriële site, waar het de tussenpartij is tussen de energiestromen van een aantal bedrijven. “Je spreekt dan over 1 megawattuur opslagcapaciteit, een groot zonnepark en een waterstofinstallatie”, legt Van Vaerenbergh uit. “Dat is min of meer een zelfstandig net, dat in principe kan worden ontkoppeld van het elektriciteitsnet.”

Ook lopen gesprekken met de waterschappen in Nederland. “We bekijken de mogelijkheden in de regio Deltares. De pompgemalen daar zijn goed voor 200 megawatt, dat is de helft van de kerncentrale van Borssele.”

Niet dat in België niets gebeurt. In Heverlee is Actility de systemprovider voor Story, een Europees Horizon 2020-proefproject. Het doel is een twaalftal appartementen nagenoeg los te koppelen van het elektriciteitsnet. Ook de netbeheerder Infrax is daarbij betrokken. Het idee is te bekijken hoe de energietransitie kan worden versneld, door de eindgebruiker in een slimnetomgeving te confronteren met variabele elektriciteitsprijzen en dito nettarieven. “We zullen pas kunnen spreken van een intelligente eindgebruiker wanneer de elektriciteitsprijzen en de nettarieven hem ook daadwerkelijk aanzetten tot het nemen van intelligente beslissingen.”

Toch, vindt Verbruggen, kijken ze in Nederland verder vooruit. “Onder andere Alliander doet onderzoek naar wat de standaard zal zijn in het businessmodel van de toekomst: wat zal de rol zijn van de netbeheerders, van de leveranciers, van prosumenten, aggregators enzovoort. In de telecomsector zijn die standaarden er al, in de energiesector moet nog alles gebeuren.”

Zo is Actility een voortrekker in het gebruik van noodgroepen. Die installaties staan in ziekenhuizen, datacenters en andere ondernemingen, om kritische toepassingen te allen tijde te kunnen garanderen. Die productie aan noodvermogen wordt geschat op 1200 megawatt, vergelijkbaar met het vermogen van de grootste nucleaire reactoren in België. Technisch is er geen probleem. Sommige installaties zijn vroeger al gebruikt om het evenwicht op het net te bewaren. Alleen stellen de netbeheerders nu dat de noodgroepen geen echte productie-eenheden zijn, en niet met dat doel gekoppeld zijn aan het distributienet. Om ze te kunnen gebruiken, is dus nieuwe regelgeving nodig. De eerste initiatieven zijn genomen en volgen de parlementaire procedures, al is een uitkomst nog niet in zicht.

Luc Huysmans en Bruno Leijnse

“We kunnen pas spreken van een intelligente eindgebruiker wanneer de elektriciteitsprijzen en de nettarieven hem ook daadwerkelijk aanzetten tot het nemen van intelligente beslissingen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content