Wie speelt met vuur ?

De mot zit in het Belgisch sociaal overlegmodel. Het kersverse herenakkoord tussen werkgevers en vakbonden – dat een regeling bevatte voor sociale conflicten, voor het statuut van arbeiders en bedienden en voor een vereenvoudiging van de banenplannen – kreeg van de militanten van de christelijke vakbond ACV een onvoldoende. Het ACV wil heronderhandelen, maar het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en de zelfstandigenorganisatie Unizo willen daar niet van weten.

Minister van Arbeid Laurette Onkelinx (PS) gaf afgelopen maandag het ACV nog een laatste kans. Wat de christelijke vakbond voor een dilemma plaatst: terugkomen op zijn beslissing of vrij spel geven aan de regering om er de meest absurde plannen door te jagen. Voor de regeling van sociale conflicten heeft Onkelinx al haar plannetje klaar. Premier Guy Verhofstadt (VLD) gaat het varkentje van de banenplannen wel wassen. En in het parlement staat Hans Bonte (SP.A) te trappelen van ongeduld om het eenheidsstatuut voor arbeiders-bedienden dichterbij te brengen.

Is het dat wat vakbonden en werkgevers wensen? ACV-voorzitter Luc Cortebeeck verdedigt zich en zegt in een gesprek met Trends (zie blz. 40) dat het vooral de werkgevers zijn die problemen hebben met de voorstellen van Onkelinx. Je kan je de vraag stellen of het ACV niet met vuur speelt. De bal doorspelen naar de politiek lijkt niet opportuun, zeker niet op een ogenblik dat het sociaal overleg zich op een kruispunt bevindt. En wat zullen de gevolgen zijn voor de onderhandelingen voor het interprofessioneel akkoord in het najaar? Als de sociale partners zich dan niet volwassen kunnen gedragen, zal de regering tussenbeide moeten komen in de loonvorming. En dat lijkt weinig waarschijnlijk in de aanloop naar de verkiezingen van 2003.

De geloofwaardigheid van het sociaal overleg komt op termijn onder druk. Verschillende tekenen wijzen daarop. Eerst en vooral beginnen de werkgevers de klassieke overlegstructuren minder vanzelfsprekend te vinden. Sectoren en bedrijven laten steeds meer individuele verzuchtingen primeren en lijken minder geneigd een mandaat te geven aan de VBO-onderhandelaars.

Ten tweede lijken de twee grote vakbonden steeds meer uit elkaar te groeien. Het is een anekdote, maar ze is wel typerend. Toen vorige week de vakbonden naar de top in Barcelona trokken, vloog het ACV met Sobelair en het ABVV met Virgin. Wat rijzende ACV-ster Inge Vervotte inspireerde tot de opmerking dat het ACV niet vloog met “de cowboys die de markt kapotmaken”.

Maar er is natuurlijk meer aan de hand. De jongste tijd opereren beide vakbonden steeds meer in verspreide slagorde. In het dossier van het tijdskrediet was dat het meest opvallend. Cortebeeck krabbelt zeker niet terug. Dossiers moeten worden afgehandeld op het niveau waar ze het best thuishoren. “Vlaanderen moet de mogelijkheid hebben om een stap verder te gaan,” zegt hij in het interview met Trends. We horen het een ABVV-kopstuk niet direct zeggen.

Het ABVV kan verzachtende omstandigheden pleiten. Het oogt door de moeilijke opvolging van voorzitter Michel Nollet meer dan ooit verlamd. Maar er bestaat niet direct een garantie dat de twee grote vakbonden na het aantreden van Mia De Vits als ABVV-voorzitter beter zullen overeenkomen. De structuur van de beide vakbonden is immers fundamenteel verschillend. De christelijke vakbond probeert rekening te houden met de regionale verschillen in dit land. En met de beslissing dat in het ABVV de federale en regionale functies gecumuleerd zullen worden in één persoon, gaat de socialistische vakbond in de tijd terug. Stel je voor dat morgen Guy Verhofstadt naast premier tegelijkertijd minister-president zou worden.

Alain Mouton, Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content