” Wie niet gekwetst is na 35 jaar werken, heeft nooit gevochten”

De meest zichtbare zakenadvocaat van Vlaanderen is Louis Verbeke. Zijn stempel staat op Loeff Claeys Verbeke, Allen & Overy, de Vlerick-school, het Instituut voor Bestuurders, I Fiamminghi, Lernout & Hauspie en zoveel meer. De eerste beursgenoteerde Vlaamse KMO’s passeerden bij Louis Verbeke. Op 1 september verlaat hij het vak voor een actieve derde levensetappe.

Op zaterdag 27 en zondag 28 augustus ziet u Louis Verbeke exclusief op Kanaal Z in de reeks De Kastelenroute.

Het gebouw waarin Louis Verbeke (57) zijn klanten en gasten ontvangt, is een gerenoveerde nonnenschool van honderd jaar oud aan een exquise avenue van Brussel. Het groen lonkt, de deftige stilte in de gangen en de kamers hernieuwt de tijd van MèreSupérieure en haar pupillen. De vrijdenker Verbeke steekt een zoveelste Barclays op voor de koffie opnieuw langsrijdt. Zijn vertrek bij Allen & Overy heeft, naar Vlaamse gewoonte, de sherry’s voor de etentjes van de bovenlaag voorzien van zurige kersen. Tja, die Louis toch. Hij wordt beoordeeld met de mengeling van eerbied en jaloersheid die enkel wie groot is ten deel valt.

LOUIS VERBEKE (ALLEN & OVERY). “Het leven is als een estafettewedstrijd. Het komt erop neer het stokje niet te vroeg en niet te laat door te geven aan de volgende loper. Ik wou niet in de twee jaar die me nog resten vóór mijn pensioengerechtigde leeftijd – bij Allen & Overy wordt gestopt op zestig – het vijfde wiel aan de wagen zijn. Na 35 jaar heb ik nu de vrijheid om iets anders of iets grondigers te doen. In Londen blijf ik bij Allen & Overy onder meer verantwoordelijk voor de selectie van jonge vennoten.”

Het proces over Lernout & Hauspie (L&H) komt eraan. Is er een verband tussen uw vertrek bij Allen & Overy en de rechtszaak?

VERBEKE. “Er is geen verband. Eerlijk, wie weet wanneer dit proces zal lopen? Dat kan binnen één jaar van start gaan of nog twee jaren op zich laten wachten.”

Jaren geleden regende het kritiek op de fusie van Loeff Claeys Verbeke met het Britse Allen & Overy. ‘Louis Verbeke profileert zich als de loopjongen van de Britten,’ zeiden gewezen vennoten. U reageerde scherp met de opmerking: ‘Ik word ziek van die Belgische middelmatigheid. ‘

VERBEKE. “Ik heb de neiging om af en toe scherp te zijn en sommigen noemen dat arrogantie. Ik herinner me de Cassandra’s van de fusietijd. Wij zouden niets te zeggen hebben in de nieuwe constellatie en er zou geen plaats meer zijn voor arbeidsrecht of litigation. En jonge, Belgische advocaten zouden bij ons geen carrière meer kunnen maken. Wel, twee van de zeven bestuurders bij Allen & Overy zijn vandaag Loeffers, meer dan 200 advocaten zijn nu bij het kantoor actief in arbeidsrecht en litigation is de afdeling die het best heeft geboerd in de laatste jaren. Vier Belgen zijn ondertussen vennoot en wij slaan daar absoluut een zeer goed figuur. Het kantoor Brussel is bij de beste leerlingen van de klas en een netto-exporteur van juridisch werk, meer dan eender wie buiten Londen.”

Wat bedoelt u met Belgische middelmaat?

VERBEKE. “Het gebrek aan zelfvertrouwen. Alsof Belgen of Vlamingen genetisch dommer zouden zijn dan Engelsen, Australiërs of Nieuw-Zeelanders. Ik had in mijn dromen – of begoochelingen, zoals je wilt – iets heel anders gezien voor Loeff Claeys Verbeke. Een puur continentaal geïntegreerde praktijk van Duitsers, Fransen en Benelux’ers die op voet van gelijkheid met de Britten en de Amerikanen zouden fuseren. Dat is niet gebeurd en plan B werd dus van toepassing: de fusie met Allen & Overy.”

Waaraan geeft u de voorkeur: veel geld of veel macht?

VERBEKE. “Ik geef de voorkeur aan macht in de zin van pouvoir: kracht en kunnen. Niet in de betekenis van puissance. Macht heeft in het Nederlands een dubbelzinnige betekenis. Er is niets verkeerds aan het bijeenbrengen van energie, geld en mensen voor een bepaald doel. Als je daarvoor talent hebt, moet je dat aanwenden.”

Heeft een zakenadvocaat macht?

VERBEKE. “Neen, advocaten hebben gezag en dat is de afgeleide of zachte vorm van macht. Dat gezag hangt nauw samen met geloofwaardigheid, intelligentie, kennis van het dossier en reputatie.”

Bent u rijk?

VERBEKE. “Ik kan overleven zonder te werken.”

Hoe kijkt u naar de Vlaamse pers door de tribulaties met het dossier-L&H?

VERBEKE. “Op wie zal de Vlaamse pers schieten, op diegenen die bekend zijn bij de lezers? Het werk bij L&H is voor 98 % gedaan door Amerikanen die men niet kent en ( bitter) waarmee je in Vlaanderen geen kranten kan verkopen. Advocaat zijn, is een gevaarlijk beroep geworden in België. In de Engelstalige wereld, als een zaak subiudice is, moet iedereen zich zeer terughoudend gedragen. Het meest essentiële kenmerk van onze beschaving is niet de democratie, het is de rechtsstaat, de ruleoflaw. De rechters spreken zich objectief uit, sereen, onderlegd, en zolang een proces niet gevoerd is, moet iedereen zich op een voorzichtige wijze uiten en omgaan met de zaak subiudice. Ik vind dat men dat beginsel onvoldoende oordeelkundig hanteert in de Vlaamse pers. Als kranten partij beginnen kiezen in een proces dat niet is uitgesproken, schaden zij de beginselen van de rechtsstaat” (zie kader: Zakenadvocaten zijn vaak stootkussens).

The Wall Street Journal boorde tot op de bodem en de Amerikaanse advocaten zijn bekend bij hun lezers?

VERBEKE. “The Wall Street Journal heeft voornamelijk een aantal feiten naar boven gebracht en gooide niet met modder. Wat mij vooral stoort is niet de kritiek, wel de soms pertinente leugens die ik over mezelf las in kranten en waarvan ik weet dat de auteur zelf wist dat ze leugens waren. Wat is de rol van een hoofdredacteur? Dat het kaf van het koren gescheiden wordt en dat het kaf in de krant verschijnt ( algemeen geschater).”

Vlerick stond voor de vorming van een Vlaamse elite.

VERBEKE. “Wat is een elite? Die heeft alleen maar zin als het gaat om mensen die vinden dat ze heel veel gekregen hebben en daarvoor iets moeten teruggeven. Het is geen kwestie van privileges, wel van een zeker plichtsbesef. De Vlerick Leuven Gent Management School wil managers vormen die meer doen dan alleen maar geld verdienen voor zichzelf en het bedrijf, die verantwoordelijkheid nemen in de maatschappij waarin ze leven.”

Velen associëren het Vlerick-netwerk met vrienden die elkaar helpen en ondertussen rijkelijk de poen pakken.

VERBEKE. “Velen of enkele journalisten? Het echte Vlerick-netwerk bestaat uit 8000 alumni. Het is een open netwerk, puur meritocratisch, dat enorm helpt om mensen met talent veel sneller toegang te geven tot die zaken waarvoor zij verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Als je niet geboren bent in een vooraanstaand gezin of in een wereld van zaken, als je niet adellijk bent, dan heb je als Vlerick-alumnus de kans veel sneller de juiste mensen te leren kennen. Er is niets verkeerds aan netwerken als ze goed gebruikt worden. Maar dat geldt ook voor een auto.”

Hebt u overwogen om u terug te trekken uit de leiding van de Vlerick-school?

VERBEKE. “Ik ben naar een zeer hoge Belgische zakenman gestapt en heb hem gezegd: bij mijn weten heb noch ik, noch het kantoor fouten begaan in het dossier-L&H. Wij hadden de audit gedaan, dus wij kenden de stukken en wisten wat er fout kon zijn. De raad van bestuur van L&H had ons gevraagd – niet de Amerikaanse advocaten van L&H – omdat wij met de vermoedelijke fouten niets te maken hadden. Hij zei me: ‘Louis, als je nu ontslag neemt in dit land, ben je schuldig tot je ooit onschuldig verklaard zal worden. En dat zal over minstens tien jaar zijn. ‘ Ik heb zijn advies gevolgd. Je mocht aan mij, Louis Verbeke, op mijn 52ste niet vragen om tien jaar uit de circulatie te verdwijnen. Dan hebben de slechteriken altijd gewonnen. Als je schuldig bent, moet je verdwijnen, als je recht in je schoenen staat, moet je de moed hebben om de mensen recht in hun ogen te kijken.”

De band tussen Gent, gandaniensis, en Leuven, lovanniensis, is bij Vlerick zwak gebleven? De bloedgroepen blijven bestaan?

VERBEKE. “Dat is waar en dat zie je bij het feest voor de Vlerick Awards. Maar vergeet niet dat het overgrote deel van onze alumni afgestudeerd is in Gent en dat de alumni van Leuven veel internationaler zijn – ze komen bijvoorbeeld uit Indonesië en de Filipijnen – wat zeer positief is, maar dat is uiteraard niet bevorderlijk voor hun aanwezigheid bij de uitreiking van een trofee in België.

“Twee. Er is een verschil tussen de alumni en de Vlerick-school. De school heeft meteen de twee culturen van de twee universiteiten omhelsd en tot hun waarde laten komen, de alumni hebben zich minder snel aangepast. De alumniwerking is een beweging en de school is een instituut, en een beweging past zich minder snel aan.”

Kijkt de Franstalige wereld even venijnig naar de Ecole de Commerce Solvay als Vlaanderen naar de Vlerick-school?

VERBEKE. “De Franstaligen voelen zich economisch zwak en daardoor klitten ze samen. Dat deden wij ook toen we zwak waren, nu is er meer kritiek. Alle elitaire groepen, of zij die als dusdanig gezien worden, zullen kritiek krijgen en daar moet je tegen kunnen. De Vlerick-school is een puur meritocratisch gebeuren, niemand treedt binnen op voorspraak, dat zit in de muren van Vlerick. Wie het zelfs maar probeert, is op voorhand gediskwalificeerd. Een meritocratisch proces is per definitie selectief, en staat dus haaks op de consensus van nu die stelt dat alles toegankelijk is voor iedereen die voldoet aan minimumnormen.

“Voor het algemene onderwijs heb ik daar geen problemen mee. Waar wij falen, is in de volgende etappe, nadat we het moeilijkste van alles hebben gedaan: jongeren van veertien en vijftien jaar uitstekend leren rekenen, lezen en schrijven. De leraren van ons kleuteronderwijs tot de universiteit zijn de helden van Vlaanderen. Er is kritiek op de Vlerick-school, maar een goede Vlaamse student zal over tien jaar niet alleen meer vragen: ga ik naar Antwerpen, Leuven, Gent of Brussel, maar ook: ga ik naar Cambridge, Parijs of Warschau? Onze universiteiten zullen moeten concurreren voor de beste breinen. Europa zal evolueren naar multicampushogescholen met afdelingen in meerdere landen. Vlerick zal dus opgaan in een Europese synthese en daar volgen alleen maar voordelen uit, want je word uit je rust geschud. Het is zo makkelijk om de sterkste, de mooiste, de snelste te zijn in een land van een voorschoot groot.”

U bent afkomstig uit Ieper. Hebben Ieperlingen een eigen karakter en persoonlijkheid?

VERBEKE. “Ik ben 100 % Ieperling en een geboren en getogen West-Vlaming, zo ver je maar kan kijken. Mijn vader is afkomstig uit het Franstalige stukje West-Vlaanderen dat nu bij Henegouwen hoort, en mijn moeder komt uit de streek van Ingelmunster. Wat is typisch aan een Ieperling? Ze zijn lang getraumatiseerd en getekend geweest door de absolute destructie. Mijn overgrootvader, die psychiater was en baas van het lokale zwakzinnigengesticht – hij was katholiek volksvertegenwoordiger, een plaatselijke notabele -, heeft dat van dichtbij meegemaakt. Ieperlingen zijn alles kwijtgespeeld in de Eerste Wereldoorlog, en mijn familie nog eens tijdens de Tweede. Ieperlingen of West-Vlamingen hebben de eindeloze capaciteit om telkens opnieuw te beginnen. ‘ Vorst doen, nie zagen,’ zei Jean Van Marcke altijd. Mijn grootvader was de zoon van een boer, zoals iedereen in die tijd, en die man is dokter geworden, wat een buitengewone prestatie was. Zijn zoon werd professor aan Princeton University in Amerika. Mijn grootmoeder liep school aan het Lycée Henri IV in Parijs. Haar familie was Belgisch, belgicistisch en flamingantisch. Mijn grootoom was boer en burgemeester in Ploegsteert, en zijn zoon werd secretaris-generaal bij Financiën. Het vermogen om de draad weer op te nemen: kijk hoe ze tweemaal de stad hebben heropgebouwd, dat is Iepers. Jawel, ik ben een rasechte Ieperling.”

Hoe was de familiesfeer?

VERBEKE. “Wij vormden een mooie thuis. Eén detail. Ik ben opgegroeid op de tonen van een Steinway. Mijn moeder had die uitstekende piano als verlovingscadeau gekregen van vader, eerder dan een ring. Ze had eerste prijzen in zang en muziek gewonnen.”

Iedereen associeert u vandaag met een harde werker die nooit stilzit.

VERBEKE. (g rijnst) “Als je het college van Ieper hebt doorgemaakt, met elke ochtend die geheugenoefeningetjes, dan wordt de universiteit een lacheding. Ik wil zelfs geen Amerikaan dat regime aandoen. Van natuur ben ik niet ijverig, wel ambitieus en ik wil iets bereiken. Als ik daar iets voor moet doen, doe ik het. Maar als het kan zonder te veel moeite, heb ik daar geen last mee. Ik vind niets prettiger dan met een wit blad papier op tafel na te denken, to think through a problem. Voor mij geen dossierstapels van anderhalve meter hoog, ik ontwikkel graag concepten.”

Waarom koos u voor de Rechten?

VERBEKE. ( steekt zijn zoveelste Barclays op) “Ik had een heel mooie beurs om in Amsterdam Europees Recht te studeren en ben raad gaan vragen bij mijn toenmalige hoogleraar Europees Recht in Gent, Guy Schrans, toen een briljante, jonge academicus. Hij zei me: ‘Zoals jij in elkaar zit, moet je naar André Vlerick. ‘ Wat ik deed, met plezier. Daarna wou mijn vrouw absoluut voor haar rechtenstudies naar Amerika, en daar heb ik definitief mijn strategie bepaald: ik wilde de zakenwereld en het recht met elkaar verbinden. Als die twee elkaars pad kruisen, is het meestal al botsend. Iemand moest dus proberen om concepten te vinden die een brug leggen tussen die twee werelden. En er was maar één plaats waar je dat kon leren: in Amerika. Blijkbaar was dat een uitstekende motivatie om begin jaren zeventig een dubbele beurs aan de University of Virginia te krijgen. En toen ik een Ph.D. wou schrijven over fusies en overnames, zei een intelligente kennis: ‘ Louis, you don’t have to write about M&A, you have to do them‘. Juist. Daarop ben ik gaan werken voor White & Case in New York en conamore zakenadvocaat geworden.”

Heeft mei ’68 op u een invloed gehad?

VERBEKE. “Neen, ik was geen soixantehuitard. Als er heel veel volk ergens loopt, heb ik geen zin om daar bij te zijn. Ik ging heel zelden naar de les, maar in die periode volgde ik tegendraads wel cursus. Iets in die tonaliteit over ‘Leuven Vlaams’ en ‘Walen buiten’ stuitte mij tegen de borst. Misschien waren dat de resten van mijn belgicistische opvoeding ( lacht), maar ik had er geen last mee. In het algemeen – ik weet dat ik misschien bepaalde mensen hiermee zal verwonderen – ben ik geen federalist. Ik volg de visie van wijlen Lode Claes. Ik vind dat hij de enige juiste analyse maakte: wij moeten een unitair België hebben, democratisch gedomineerd door de Vlamingen. Zo simpel is het. Wij kregen de bescherming in een federaal staatsbestel toen wij haar niet meer nodig hadden. Ook toen men de balie van Brussel splitste, vond ik dat overbodig.”

Stel dat u een barontitel krijgt aangeboden?

VERBEKE. “Mijn natuurlijke ijdelheid zou er waarschijnlijk toe leiden dat ik de titel zou aanvaarden. Maar de kostprijs zou een echtscheiding zijn – mijn vrouw haat dat soort dingen – en dat heb ik er absoluut niet voor over.”

Lessius was er vijf jaar te vroeg in 1987, de zomer van de Vlaamse investment banks. Staan wij er bijna twintig jaar verder beter voor?

VERBEKE. “Lessius als adviseur is geslaagd en er zijn veel navolgers geweest. We beschikken vandaag in Vlaanderen over investment bankiers met een behoorlijke kennis. Jonge Vlamingen leerden het vak in de VS en Londen, en zijn teruggekomen. De grote les voor mij is dat je niet langer aan investment banking kan doen op Belgisch niveau. De noodzakelijke financiële en menselijke middelen, de specialisaties, de kennis kan je nooit meer verzamelen in een klein land als het onze. Dat lukt nog alleen op Europese schaal.”

Kan een Instituut voor Investeerders, à la het Instituut voor Bestuurders, uitkomst brengen?

VERBEKE. “Er moet gewerkt worden aan wetgeving om de langetermijnstrategieën voor investeerders te vergemakkelijken. Ik studeer bijvoorbeeld op een wetsvoorstel om het meervoudige stemrecht mogelijk te maken ( zucht diep). België is een zo ingewikkeld en polariserend land, de strategie moet hier altijd aangepast worden aan de ingewikkelde structuren. Hoe kan je dan een langetermijnvisie ontwikkelen? We zijn goed in het optimaliseren van het moment, punt. Hebben wij trouwens het menselijke talent en de ervaring voor grote strategieën en overnames? De tiende man van Shell is de man die een honderdste van Shell beheert, maar intussen wel alles heeft opgestoken over internationale strategie, de wereldmarkt, de continenten. Weinigen beschikken over die troeven in België.”

De code-Lippens zal veel slechte bestuurders opleveren die de goede bestuurders uitdrijven, een vennootschappelijke wet van Gresham?

VERBEKE. “De code-Lippens is een goede code, hoewel een belangrijk detail – de plaats van de voorzitter – onvoldoende is uitgetekend. Het opvoedingsaspect is belangrijk aan deze code. Op zijn minst is het zo dat iemand in een raad van bestuur door die code zijn geweten kan laten spreken. De bestuurder kan opwerpen: is dit wel de fatsoensnorm? En hij doet dat vandaag met de code-Lippens achter zich als een stalen ruggengraat. Het raison d’état-denken – staten hebben geen beginselen en enkel belangen – krijgt in de raden van bestuur minder kansen. Het belangrijkste is dat de ondernemende mensen nadenken over goed bestuur en maatregelen nemen. Ze moeten meer denken in structuren – zal ik een directiecomité samenstellen, ja of neen – en het gebrek daaraan is ons historische mankement.

“Het gevaar is dat er straks in de media goede en slechte punten worden uitgedeeld voor iemand die al of niet een regeltje heeft toegepast. Het gaat niet over de regeltjes. In bepaalde omstandigheden hebben ook Belgische ondernemingen een voorzitter nodig die eveneens CEO is, zoals in 90 % van de gevallen in de VS. Negentig procent van onze bedrijven heeft een voorzitter en een aparte CEO. De processen van de machtsuitoefening zijn zeer verschillend en een weerkaatsing van de politieke machtsstructuren. Kijk naar een Amerikaanse CEO-chairman en vergelijk die met de bijna onbeperkte macht van de Amerikaanse president en all the president’s men. Veel zal bij ons afhangen van de moed van de bedrijven om bij de eerste rapportering over de toepassing van de code-Lippens te getuigen dat zij werken in de geest van de code en om die reden een eigenzinnige beslissing genomen hebben. Alle waarheden verliezen hun waarde als je ze tot absolute waarheid verheft.”

Frans Crols

“Hij zei me: ‘Louis, als je nu ontslag neemt in dit land, ben je schuldig tot je ooit onschuldig verklaard zal worden. En dat zal over minstens tien jaar zijn’.”

“Neen, ik was geen soixante-huitard. Ik ging heel zelden naar de les, maar in die periode volgde ik tegendraads wél cursus.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content