‘Wie niet constant verandert, mist de boot’

Tom Heyman keerde eind 2008, na achttien jaar in de VS, terug naar België als baas van Janssen Pharmaceutica. Heel gauw volgde de bittere pil van een herstructurering, maar die is intussen doorgeslikt. Het ongenoegen bij J&J in de VS over de Belgische dochter gelukkig ook.

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

De Belgische en Amerikaanse vlagjes pronken discreet naast elkaar aan het boekenrek in het kantoor van Tom Heyman (56) in Beerse. Hij heeft ze geërfd van Ajit Shetty, zijn voorganger als CEO en voorzitter van Janssen Pharmaceutica. Ze symboliseren perfect zijn professionele en zijn privéleven. Heyman heeft de dubbele Belgisch-Amerikaanse nationaliteit, een gevolg van een verblijf van achttien jaar in de VS. Hij werkte er in het hoofdkwartier voor Johnson & Johnson (J&J), het moederbedrijf van Janssen. Sinds 1992 is Heyman bij J&J wereldwijd verantwoordelijk voor business development in farma. Hij staat met andere woorden in voor acquisities en licentiedeals. Zo tekende hij voor de overname van het Mechelse biotechbedrijf Tibotec-Virco, de wieg van enkele van ‘s werelds meest gebruikte aidsremmers.

Op verzoek van J&J nam Heyman er in november 2008 een tweede job bij, die van CEO van Janssen Pharmaceutica. En zo keerde hij terug naar Beerse bij Turnhout, waar hij zijn carrière was begonnen. “De verrader komt thuis”, titelde Trends toen. Heyman werd door sommige collega’s zo bestempeld toen hij naar de VS trok. Ook na zijn terugkomst kon Heyman niet voor iedereen goed doen. Dat kwam door een loodzware herstructurering die hij al in 2009 moest doorvoeren, de vierde in acht jaar in Beerse. Van de 582 bedreigde posities sneuvelden er uiteindelijk 177, maar het bleef een loodzware dobber voor Heyman, die zelfs van zijn eigen moeder opmerkingen kreeg over die operatie.

Heyman heeft Janssen Pharma intussen opnieuw op het groeipad gebracht. Een handvol nieuwe medicijnen zorgt voor de nodige rust in Beerse, maar ook in het hoofdkwartier in New Brunswick. En dat is wel anders geweest, weet Heyman als geen ander.

TOM HEYMAN. “Wie hier vroeger kwam werken, was bijna zeker van een baan voor het leven. Maar ook dit bedrijf is onderhevig aan verandering. De beste omschrijving die ik in dat verband heb gehoord, is iemand die tijdens een discussie over onze herstructurering zei dat Janssen nu een normaal bedrijf is geworden. We zijn door een moeilijke periode gegaan, maar er is een nieuw elan. We hebben nieuwe producten gelanceerd, en de groei voor de farma van J&J buiten de VS bedroeg in het eerste kwartaal 16 procent. En dat met nieuwe producten waarin Beerse een belangrijke rol speelt.

“Ik geef grif toe dat het imago is geraakt. In 2009 werd gezegd dat de farmaproductie hier zou verdwijnen. Niets is minder waar. We groeien weer en hopen dat ook de volgende jaren te doen. Maar ik beloof niet dat hier nooit meer zal worden geherstructureerd. Ik weiger mensen blaasjes wijs te maken. Onze industrie drijft op wetenschap en die is per definitie onvoorspelbaar. En zelfs als een product gelanceerd geraakt, kan er iets gebeuren waardoor het weer van de markt moet worden gehaald. Dat is helaas al een aantal keren gebeurd.”

Het wordt ook niet gemakkelijker om nieuwe medicijnen te vinden.

HEYMAN. “Dat klopt. Dat komt deels omdat het aantal beursgenoteerde biotechbedrijven sterk daalt, door overnames of fusies. En omdat veel privébedrijven geen financiering meer krijgen. Voor durfkapitaalgroepen is het veel moeilijker geworden om geld in te zamelen. Het geld dat ze dan hebben, geven ze liever aan cleantech, IT, sociale media of medical devices. Biotech bengelt onderaan. Deze sector vergt zeer zware investeringen en het duurt zeer lang voor investeerders iets van hun geld terugzien. Ook de grote onzekerheid over goedkeuring van nieuwe producten speelt mee. Dat is een bezorgdheid, want biotech is voor ons een bron van nieuwe wetenschap en producten.

“Daarom broeden we ook op nieuwe samenwerkingsmodellen, niet alleen met sectorgenoten als Pfizer of Merck, maar ook met academische centra en niet-traditionele spelers in de gezondheidszorg zoals Siemens, Philips, Google, Microsoft en instituten als het Leuvense imec.”

En wat denkt een expert als u van de Vlaamse biotech. Goed bezig, maar groen achter de oren?

HEYMAN. “Ik maak altijd de vergelijking met Nederland. De Nederlandse collega’s kijken jaloers naar wat in Vlaanderen is gebeurd in biotech. Het VIB heeft daarin een zeer grote rol gespeeld. Ik hoop dat ThromboGenics de goedkeuring krijgt om zijn oogmedicijn ocriplasmine op de markt te brengen. Dat zou de biotechindustrie in dit land een zeer belangrijke boost geven. Het klimaat is hier erg goed. Maar kijk naar Nederland, daar is niets meer.”

Toen u 3,5 jaar geleden terugkwam, moest u al snel een herstructurering aankondigen. Nooit gedacht: ‘was ik maar in de VS gebleven’?

HEYMAN. “Ik heb geen seconde spijt gehad. Ik ben hier begonnen in 1982, in een gedeeld kantoor 20 meter hier vandaan. Dr. Paul Janssen was er toen nog. Ik was altijd gepassioneerd door deze campus. Ik zou voor drie jaar naar de VS gaan. Het zijn er achttien geworden. Ook daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik heb het nooit met iemand besproken, maar het is altijd mijn droom gebleven om terug te komen. Zeker toen het hier wat minder begon te gaan. Ik wou er graag mijn schouders onder zetten, die glorie te herstellen zoals het was toen Dr. Paul het bedrijf leidde samen met Bob Stouthuysen. Hoewel ik wel dacht dat het misschien een naïeve droom was, want ik was tenslotte geen wetenschapper.”

U weet als geen ander hoe in de VS bij J&J wordt gekeken naar Beerse.

HEYMAN. “In New Brunswick had deze campus de jongste paar jaar niet altijd het meest positieve imago. Het had de reputatie een wat moeilijke campus te zijn. In België spelen de sociale partners een belangrijke rol. In de VS is dat nauwelijks het geval. Alles wat met het sociaal klimaat te maken heeft, bekijken ze ginds met argusogen.

“Maar ik denk dat we dat imago wel wat hebben kunnen bijstellen. Ginds beseffen ze ook wel dat het misschien een beetje in de genen van de Vlamingen zit om te klagen. Maar ze zien ook dat de mensen hier toegewijd en creatief zijn en kwalitatief hoogstaand werk leveren. Ik leg in de VS ook uit dat wij nu eenmaal werken met sociale partners. Het is niet altijd even eenvoudig, en soms vloek ik ook weleens, maar het is nu eenmaal zo. Laat ons niet bij de pakken blijven zitten, niet zeuren van ‘die ambetante Amerikanen zijn er weer’.”

U moest de mensen daar nog bewust van maken?

HEYMAN. “Ja. Zij moesten de boodschap krijgen dat we verdwijnen als we niet veranderen. Zo simpel is dat. Als je niet constant verandert, mis je de boot. Bedrijven kunnen soms snel verdwijnen. Neem een Sun Microsystems, vroeger een lieveling van technologie in de VS, maar nu nog een schim van zichzelf.”

Wat is nu uw belangrijkste taak?

HEYMAN. “Deze campus verankeren en investeringen aantrekken. Een status-quo is voor mij niet voldoende. We moeten deze campus uitbouwen als een zeer aantrekkelijke plaats voor J&J om verder in te investeren. We hebben trouwens ook een sociale rol te vervullen in de Kempen en in Vlaanderen.”

U duikt sinds kort meer op in debatten of voor presentaties. Is dat een bewuste aanwezigheidspolitiek?

HEYMAN. “Door de zware herstructurering heb ik moeten focussen op het interne gebeuren. Maar de jongste jaren draait deze campus op volle toeren. Talent aantrekken wordt steeds belangrijker, dus moeten we ons wel profileren als een campus waar het een en ander gebeurt. Ik kan mij niet isoleren. Ik ga bijvoorbeeld ook zeer graag spreken met studenten.”

En dat voor iemand die zichzelf introvert vindt.

HEYMAN. “Als je lang in de VS woont en werkt, leer je presentaties geven. Dat zit in hun cultuur ingebakken. Mijn kinderen moesten al vanaf het eerste leerjaar elke week een spreekbeurt geven. Het is trouwens ook een deel van mijn job. Het is belangrijk om talent aan te trekken. Mijn vrouw zal zeker beamen dat ik introvert ben. Ik ben geen tafelspringer. Veel mensen denken trouwens nog dat Ajit Shetty de CEO is van Janssen Pharmaceutica. Zelfs mijn zeer goede vrienden beschouwen me als iemand die zeer logisch denkt en beredeneerd is. In managementmeetings ben ik ook niet diegene die het meest zal spreken. Ik ben altijd volkomen bereid te zwijgen. Ik voel mij zeer comfortabel met stilte.”

Waar bent u het meest trots op?

HEYMAN. “Een heel moeilijke vraag. Mijn job in business development doe ik al twintig jaar en ik ben verschrikkelijk trots op wat we daar gerealiseerd hebben. We zijn mee verantwoordelijk voor het uitbouwen van die succesvolle pijplijn die Janssen nu heeft. Maar ook wat hier gebeurt, doe ik verschrikkelijk graag. Ons grote schip is stilaan aan het draaien en keren.”

Was dat moeilijker dan gedacht?

HEYMAN. “Ja. Die herstructurering is me zwaar gevallen. Dat raakt mensen persoonlijk. De onderhandelingen voor het sociaal plan zijn zeer moeilijk geweest. En ik dacht dat ik wist hoe ik moest onderhandelen met sociale partners. Maar ik moest toch nog bijleren. Het was geen gemakkelijke periode.”

Wat wilt u in uw leven nog realiseren?

HEYMAN. “Deze job wil ik toch nog graag een aantal jaar doen en intussen moet ik een goede opvolger zien te vinden. Daar ben ik nu al mee bezig. Ik ben niet onsterfelijk. Ik krijg ook soms de vraag van J&J hoelang ik wil blijven werken. Ik antwoord altijd dat het afhangt van mijn gezondheid, van of ik me amuseer en van hoe uitdagend de job is. Ik zou ook graag wat meer mensen van deze vestiging naar de VS zien gaan, om ook die cultuur te leren begrijpen. Dat helpt altijd.

“Golfen zie ik me alvast niet doen. Ik heb een zwakke rug. Daardoor ben ik ook moeten stoppen met tennis, iets wat ik zeer graag deed. Maar als je een half uur speelt en dan twee dagen plat op de grond ligt, is dat niet bepaald aangenaam.

“Na mijn pensioen zou ik wel zeer graag mijn ervaring delen en bedrijven begeleiden. Ook als businessangel, als actieve investeerder. Dat kan ook buiten de gezondheidssector zijn. Maar nu laten de regels van J&J niet toe in het bestuur te zetelen van bedrijven die mogelijk klant of concurrent kunnen worden. Ik ben wel net benoemd tot bestuurder van imec, maar dat is anders. Dat is een potentiële partner voor therapeutische oplossingen. We praten al lang met hen over mogelijke samenwerking.”

Geen sport, dus uw vrije tijd gaat naar…

HEYMAN. “Koken ( bulderlach). Gezonde boerenkost? Boerenkost wel ja, maar of nu altijd gezond is, durf ik niet zeggen ( lacht). Ik kook vooral in het weekend. Mijn vrouw heeft niet liever, want ik doe ook de boodschappen. Zij zit er dan rustig bij, een glaasje te drinken, en dat geeft ons de mogelijkheid om bij te praten. Voor mij is dat altijd zeer ontspannend.

“En ik hoop later wat meer te reizen, maar dan andere bestemmingen dan Brussel-Newark, de luchthaven in New Jersey, niet ver van J&J.

“En ik heb nog altijd aan barokmuziek mijn hart verloren. Zelf zingen? ( bulderlach) Dat zou niet goed komen. Ik kan geen toon houden.”

“Ik ben al op zoek naar een goede opvolger. Ik ben niet onsterfelijk”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content