Wie is bang ?

Gisteren stonden ze rond de rode vlaggen, over enkele dagen staan ze rond de groene vlaggen. Het socialisme en zijn ACV-variant twijfelt aan het eigen gelijk, maar de vijand de ondernemers en de vrije markt houdt de militanten en de ideologen samen. Maurits Coppieters en Norbert De Batselier publiceren een plan voor een Vlaams volksfront. Hun gebedsmolen zal klepperen : de vrije markt en het kapitalisme zijn schuldig.

Zijn kop zit in het geheugen van iedereen ; Karl Marx was een mispunt, privé en ideologisch ; de kop van Adam Smith zit in het geheugen van niemand ; met zijn profiel is niet geleurd. Adam Smith was een humanist zonder militanten, zonder vlaggen, zonder Goelags. De Partij van de Arbeid plakte in Leuven en Brussel affiches voor een 1 mei-meeting op de Vrije Universiteit van Brussel. De collaborateurs van de menselijke en economische puinhopen die GOS, China en Cuba heten, vergaderden onder het banier : “Kapitalisme is miserie”. Maurits Coppieters en Norbert De Batselier zijn geen PvdA’ers. Hun romantische afkeer van de vrijheid en hun verliefdheid op sturen en gidsen heeft wel gemeenschappelijke wortels. De profeten van de progressiviteit wantrouwen vrije mensen.

Mannen overheersen de economie en vluchten weg van het feminiene, van de liefde. Het socialisme, deze wereldse vorm van een christendom overstromend van liefde voor de medemens, kwam zo in handen van Karl Marx en werd harder, mannelijker en liefdelozer. De puzzel die ik niet kan oplossen, is waarom Adam Smith en andere mannen uit de achttiende eeuw veel minder last hadden om de liefde in hun theorieën te betrekken dan hun volgelingen uit de negentiende en de twintigste eeuw. Dit moet keren. De economie moet vervrouwelijken en opnieuw aansluiting vinden met de wellevende, humane en morele waarden en inzichten van de achttiende eeuw. Dat zal zorgen voor een betere economische wetenschap en een betere wereld,” zegt Deirdre McCloskey. Voor het gesprek stift ze behoedzaam de lippen en strijkt ze de rok glad. Op haar bureau ligt het boek Highliners van William McCloskey geen familie gekocht tijdens een vakantie in Alaska. Het beschrijft ondernemers die niet grijperig of weerzinwekkend zijn. Deirdre McCloskey is een Chicago Girl (zie omslagverhaal van 15 februari ’96) en passagiert bij de internationale economen van het topniveau. Deirdre McCloskey ligt mee aan de basis van een nieuwe kijk op Adam Smith.

Veel onderzoekers willen Adam Smith herontdekken, herinterpreteren. Joan C. Tronto tracht hem in Moral Boundaries te duiden als een voorloper van het feminisme. Viviane Brown maakt in Adam Smith’s Discourse de gekke bedenking dat hij tegen fabrieksproductie was. Ian Simpson Ross publiceerde in 1995 de eerste nieuwe biografie van Smith, honderd jaar na die van John Rae. Adam Smith begint de intellectuelen te intrigeren ; hij is er meer dan 200 jaar en straalt een vreemdheid uit die hem verheft tot een exotisme waarvan men wil proeven. Deirdre McCloskey : “Wij weten dat de oude kijk op de man er glad naast is. Nice guys finish last, they say in baseball, that is the case of Adam Smith.”

Deirde McCloskey doceert een jaartje aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam : “Ik stuur sedert tien jaar mijn beeld over Adam Smith bij. Zoals ontzettend veel economen kende ik hem zeer oppervlakkig, uit de tweede of de derde hand en onbewust blijf je dan geloven in de groteske vervormingen van zijn persoon en zijn stellingen. Adam Smith werd het rolmodel van het country club republicanism en de nare vent die Ronald Reagan en Margaret Thatcher inspireerde. Mijn mening keerde toen ik zijn The Theory of Moral Sentiments las voor mijn boek over The Rethoric of Economics. In The Theory of Moral Sentiments valt hij Bernard Mandeville aan, de aanhanger van het brute egoïsme en verzet hij zich tegen het autoritarisme van David Hume. Smith is een genie. Een zachte, lieve man die het allerbeste voorhad met de wereld en daarvoor goede voorschriften aanreikte. Ook voor vandaag. Hij betrok de liefde in de economie, ik weet, zo’n uitspraak doet vandaag iedereen grinniken. That will change. De modellenbouwers van de theoretische economie, de adepten van de speltheorie beseffen hoe slap hun kunstjes zijn zonder de dimensie van liefde, ethiek en cultuur.”

Liefde is voor Deirdre McCloskey de derde en de hoogste vorm van vriendschap, volgens de opsomming van de filosoof Aristoteles. Dit is het type vriendschap dat niet enkel kan verklaard worden door eigenbelang. De twee andere vormen zijn vriendschap voor het plezier en vriendschap om de nuttigheid. Deirdre McCloskey : “De derde soort is de vriendschap omwille van de vriend zelf. Ik zeg niet dat zo’n liefde altijd een goede zaak is. Hitler hield van Duitsland en zie wat hij zijn land heeft berokkend. Het woord liefde is embarrassing voor een beroep als de economie dat gedomineerd wordt door mannen. Maar dat was niet steeds zo. The Theory of Moral Sentiments bejubelt de liefde. Economen hebben het begrip liefde uit hun wetenschap verbannen. Zij denken nog altijd dat liefde zoeterigheid is en het onvermogen om feiten in het gezicht te staren. Keeping the love out of it has been fun in a little-boy way. Is er iets plezieriger dan een zelfzuchtige reden te vinden voor alles en nog wat, waarom de bakker je brood bakt of de beenhouwer je biefstuk snijdt ? Zonder liefde val je terug op kale, onwaarachtige verklaringen. De econoom werd een goochelaar. Aha. U dacht dat het de liefde tot sociale samenhorigheid is die de ene zakenman beleefd doet converseren en handelen met de andere. Mis. Kijk naar zijn incentives en zie hoe puur eigenbelang de gesprekken stuurt. Aha. U dacht dat moord een gevolg is van passie, mis, zij volgt de wetten van vraag en aanbod. De moderne econoom is een jongetje dat voor de verzamelde familie op zondag zijn knikkerspelletjes mag demonstreren.”

COMPLICATIE.

“Liefde is een complicatie van het leven, weten de mannen, maar zij vergeten dat voor de pret van een mooie tekst, mooie cijfers en mooie diagrammen. Life is too messy for them,” mijmert Deirdre McCloskey. De poging om de sociale wetenschappen en economie is de sociale wetenschap bij uitstek te ontdoen van de liefde voor de medemens, gaat ver terug. In de zeventiende eeuw was Thomas Hobbes daardoor geobsedeerd. Zijn kernvraag bekend als het Probleem van Hobbes luidt als volgt : kan een groep van zelfzuchtige, smerige bruten spontaan een geciviliseerde samenleving vormen ? Deirdre McCloskey : “Vergeet niet dat Hobbes aan den lijve de rampspoed van het leven voelde, hij leefde in een periode van waanzinnige godsdienstoorlogen.” Het antwoord van Hobbes klinkt door tot vandaag : je kan de bruten niet doen samenwerken zonder een opdringerige staat. Deirdre McCloskey : “Generaties lang, en tot op vandaag de economen van de public choice school, hebben op een schoolbord proberen voor te tekenen dat de civiele maatschappij oprijst zonder liefde. This is humbug. Het zogenaamde Probleem van Hobbes, zal een vrouwelijke econoom aanvoelen, is naast de kwestie. Waarom ? Omdat we spreken over bestaande samenlevingen met mannen en vrouwen die sociale contacten hebben en niet over een theoretische verzameling van niet-gesocialiseerde bruten. De gesocialiseerde mensen hebben banden van medeleven, gevoelens, verwantschappen die radicaal het Probleem van Hobbes voor schut zetten. Er is behoefte aan economische analyses, maar dan wel analyses die mensen, reële mensen, betrekken bij de hersenspinsels. Economie is geen oefening met en omtrent fantomen.”

De schuldvraag dan, wie karikaturiseerde de economie van Adam Smith ? ” Jeremy Bentham dreef de liefde uit de intellectuele agenda van de economen van de negentiende eeuw. Dat is des te gekker omdat zijn volgelingen, John Stuart Mill en James Mill, evangelische christenen waren die verliefd waren op Gods liefde.”

Mooi, maar wat heb je er vandaag aan in de discussies over toekomst, werkloosheid, zingeving ? ” Quite some things. Het Europese liberalisme moet zich herbronnen. Ik zie de grote traditie van het Europese liberalisme als een combinatie van de gedachten in The Theory of Moral Sentiments en The Wealth of Nations. Zonder ethiek en ethisch handelen kan een economie niet bestaan. Er moet ernstig gekeken worden naar wat woorden betekenen. Het nieuwe liberalisme moet gepassioneerd worden door redelijkheid en gezond verstand. Plato zei dat je kan ontsnappen uit het koninkrijk van wetten en werkelijkheden naar het koninkrijk van de ideeën. Het Platonisme leidt tot autoritarisme. Er is geen beweging opgebouwd rond Aristoteles, die redeneerde al in de enerzijds/anderzijds-trant. Is er iets meer verlokkelijk voor een twintiger dan Plato te volgen en vanuit een kale wereld een nieuwe, imaginaire wereld op te bouwen ? Dat is toch de droom van elke militant. Lees de levens van de communisten, nationaal-socialisten, fascisten, anarchisten. Zo’n radicalisme ontbreekt bij Adam Smith, zodoende wierf hij ook geen volgelingen, geen moordenaars die hem liefhadden.”

Adam Smith, zegt de algemeen aanvaarde traditie, leidde tot de uitbuiting in Manchester, in Leeds, in Bradford, in het Vlaamse Gent en Aalst. Deirdre McCloskey : “Je mag de armoede in het mid-negentiende-eeuwse Manchester niet op de drempel deponeren van Adam Smith. Ik herhaal dat hij een man is van twee belangrijke draden en die moeten verweven blijven, hij pleitte voor een vrije economie en een menselijke omgang tussen alle marktpartijen, ook die van de bazen en de arbeiders. De horribele verhalen over de proletarisering zijn trouwens overdreven, dat bewijst het meer nuchtere en rustige geschiedenisonderzoek van de jongste jaren. De ongenadige kapitalist is een mythe die Marx en Engels goed uitkwam.”

Arjo Klamer van Erasmus Universiteit en Deirdre McCloskey publiceerden vorig jaar in American Economic Review het artikel One quarter of Gross Domestic Product is persuasion. Een vierde van de nationale productie moet toegeschreven worden aan mensen in de rol van pleitbezorger, informator, predikant, tribuun. Deirdre McCloskey : “Adam Smith plaatst de economie op het marktplein en de markt is dé plek voor sweet talk. Relaties en conversaties, daarover is een zakenman het eens, die doen de handel en de economie draaien, een econoom denkt daar niet aan. Bij Bentham is er geen plaats voor overtuiging. Hij werkte zijn hele leven lang aan het ontwerpen van de ideale gevangenis. Daar waren de bewakers niet aanwezig om te overreden, om te overtuigen, maar om te zwijgen en de gevangenen als insecten te bespieden.”

VERLICHTING.

In de Europese Verlichting staan twee tradities lijnrecht tegenover mekaar : Les Lumières in Frankrijk en de Enlightenment in Engeland en Schotland. Les Lumières wil van de samenleving een tabula rasa maken, er is verbeterbaarheid mogelijk, maakbaarheid. Met het uitoefenen van de rede kunnen we de toekomst bepalen. Social engineering is dus een haalbare kaart. De Enlightenment staat daarmee in sterk contrast, zij is pragmatischer, realistischer. Er zijn vaste elementen in het menselijke bestaan, behandel deze dus met omzichtigheid. Deirdre McCloskey : “De Schotten waren de uitvinders van de economie, tegelijkertijd waren ze de uitvinders van de aardrijkskunde. Beide wetenschappen zijn waarnemende wetenschappen, geen interveniërende wetenschappen. In het Schotse denken zit een wazigheidsfactor en die herken ik ook in het Hollandse en het Vlaamse denken. Stop met de Cartesiaanse aanpak, word nuchter en werkelijkheidsbewust en ontdek de liefde in het menselijke verkeer.”

FRANS CROLS

1 MEI Wie neemt de militanten bij de neus ?

DEIRDRE McCLOSKEY (ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM) Adam Smith is 200 jaar onder ons, hij wordt intrigerender voor veel onderzoekers. Deze geniale humanist is op een groteske wijze misbegrepen.

MAURITS COPPIETERS (VU) Wat hij poogt te vertellen, staat beter bij Adam Smith.

NORBERT DE BATSELIER (SP) Romantische huiver voor vrije mensen, ze moeten gestuurd worden, ingeperkt. Hoe pessimistisch is hij over u ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content