Wie is bang van de groeilanden?

Tot voor kort werden de groeilanden beschouwd als de economische locomotief van de wereld. Maar het spookbeeld van een nieuwe bankencrisis, zoals die in de Verenigde Staten in 2008 en in de eurozone in 2011, doemt weer op.

2013 was een uitstekend beursjaar. Ook 2014 was goed begonnen, maar de voorbije weken hebben de beurzen forse klappen gekregen door de vrees die is ontstaan over de opkomende markten. Die bezorgdheid werd in de hand gewerkt door de scherpe daling van de valuta’s in die landen. De Turkse lira, de Argentijnse peso, de Indiase roepie en de Braziliaanse real hebben sinds april 2013 al meer dan 20 procent moeten prijsgeven tegenover de euro.

Volgens Roland Gillet, hoogleraar financiën aan de ULB (Solvay) en de Sorbonne (Paris 1), ondervinden de groeilanden een terugslag, na een periode van snelle groei die zelfs niet werd gestuit tijdens de financiële en economische crisis. Zo zijn de opkomende economieën volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gegroeid met 3,1 procent in 2009, terwijl de ontwikkelde economieën krompen met 3,4 procent.

Patrick Legland, global head of research van Société Générale CIB, wijst erop dat heel wat landen een gecumuleerd tekort hebben op hun lopende rekening en op hun begroting. Ook de schuldenlast in de privésector — de gezinnen en de bedrijven — is toegenomen met 30 à 40 procent.

Ook de verslechtering van de Chinese economische indicatoren heeft bijgedragen aan de malaise. Bill Gross — de oprichter en beheerder van Pimco, de grootste obligatiebeheerder ter wereld — noemt China het belangrijkste risico voor de wereldeconomie en de markten. Hij is vooral beducht voor de ondoorzichtigheid van de Chinese economie. Hij vreest dat we van de ene onaangename verrassing in de andere kunnen vallen.

De recentste indicatoren waren teleurstellend. De productiesector vertraagt opnieuw en zit weer op het niveau van vorige zomer, voordat de overheid een minirelanceplan opzette dat vooral bestond uit investeringen in infrastructuur (zie grafiek DeChinese productie vertraagt weer). Nog verontrustender is dat de diensten, die normaal gesproken moeten worden ondersteund door de economische transitie van export naar de binnenlandse consumptie, eveneens tekenen van zwakte vertonen. De officiële indicator is in januari gedaald tot 53,4, het laagste niveau sinds december 2008.

De tapering begint

Pascal Heurtault — de algemeen directeur van Aviva Investors France, dat de fondsen van Afer beheert — zegt dat de problemen van de opkomende landen zijn toegenomen sinds de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) zijn monetaire stimuleringsprogramma is beginnen af te bouwen. Dat proces kan nog het hele jaar duren. De Fed streeft naar een normalisering van de rente, wat de aantrekkelijkheid van de opkomende markten voor obligatiebeleggers doet afnemen. De Bank for International Settlements vindt dat de groeilanden daardoor kwetsbaarder dan ooit zijn voor de rente-evolutie in de ontwikkelde landen — meer nog dan tijdens de jongste crisis van de opkomende landen in 1997-1998. De vele opkomende landen met een tekort op hun lopende rekening zien de waarde van hun munt dalen door de terugval — en zelfs de omkering — van de investeringsstromen, die hun monetaire balans volledig destabiliseert. Het snelle waardeverlies van valuta’s leidt op zijn beurt tot een sterke stijging van de inflatie, die in India is opgelopen tot 11 procent en in Argentinië tot 28 procent. Die twee landen importeren een groot deel van hun primaire goederen.

Hogere rente

De centrale banken in de opkomende landen proberen zich daartegen te wapenen. In India trekt de overheid vooral ten strijde tegen de goudimport. Volgens Etienne de Callataÿ, de hoofdeconoom van Bank Degroof, is die invoer verantwoordelijk voor meer dan een derde van het handelstekort. Ook de Turkse centrale bank heeft een deel van haar valutareserves gebruikt om te interveniëren op de markten, maar dat had geen echte impact. Ook Argentinië heeft de handdoek in de ring geworpen na de forse daling van zijn valutareserves.

Turkije heeft de spectaculairste maatregel genomen door zijn basisrente in één keer op te trekken van 4,5 tot 10 procent. In Brazilië is de basisrente al opgelopen tot 10,5 procent. Maar Patrick Legland vreest dat zo’n forse renteverhoging samen met de toename van de schulden in de privésector, in een kwetsbaar land als Brazilië, dat afhankelijk is van de Chinese vraag naar grondstoffen, kan leiden tot wanbetalingen, en daardoor tot een bankencrisis.

De sterke stijging van de schulden maakte de Chinese banksector kwetsbaar, en sommige economen vrezen voor een vastgoedzeepbel. Daarnaast is er de snelle ontwikkeling van het schaduwbankieren in China (kredieten buiten de balans van de banken), dat momenteel 4800 miljard dollar vertegenwoordigt. BNP Paribas Investment Partners wijst ook op de stijging met 60 procent van de schulden van de lokale overheden sinds 2008. Het bevestigt wel dat het risico nog geen dramatische proporties heeft aangenomen, maar het gevaar is de jongste jaren groter geworden.

Risico’s voor de rijke landen

Asoka Wöhrmann, de co-CIO van Deutsche Asset & Wealth Management, denkt dat de gevolgen van de zwakte van de opkomende landen beperkt blijven voor de Verenigde Staten en Europa, die momenteel kunnen rekenen op een gunstige dynamiek. De rendabiliteit van bedrijven die hun inkomsten vooral uit die landen halen, dreigt wel af te nemen. Dat kan een negatieve impact hebben op de grote internationale indicatoren, die vooral bestaan uit multinationals. Roland Gillet waarschuwt dat een te sterk waardeverlies van de valuta’s van de opkomende landen hun concurrentiepositie nog verder zou versterken tegenover westerse bedrijven.

CÉDRIC BOITTE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content