WETTELIJK KEURSLIJF

AANGESPANNEN.

De formule van het brugpensioen is binnenkort 21 jaar oud (KAO nr.17 van 19 december 1974). Het laat bedrijven toe werknemers vervroegd met pensioen te sturen. Tot de pensioengerechtigde leeftijd krijgen zij een werkloosheidsuitkering en van de werkgever een toeslag gelijk aan de helft van het verschil tussen die uitkering en het laatste nettoloon.

Ingevoerd om de eerste zware naoorlogse krisis van begin de jaren zeventig te verzachten, nam het stelsel vooral in de jaren tachtig een hoge vlucht. Begin de jaren negentig werd het wettelijk keurslijf rond het brugpensioen strakker aangespannen. Wegens het enorme sukses begon het stelsel wat te zwaar te wegen op de sociale zekerheid. Eind 1992 werd de minimale brugpensioenleeftijd opgetrokken van 55 naar 58 jaar. Lopende KAO’s genieten van een overgangsregeling, tot 1997 (voor de ex-nationale sektoren als staal en textiel tot 1999).

Het uitzonderingsregime voor ondernemingen in moeilijkheden en in herstrukturering werd behouden. Deze ondernemingen kunnen brugpensioen toekennen vanaf 52 jaar, in bepaalde gevallen zelfs vanaf 50 jaar. Wel kreeg de minister van Arbeid, die vroeger eigenmachtig besliste, een brugpensioenkommissie naast zich die over de afwijkingen moet advizeren.

Om erkend te worden als onderneming in moeilijkheden, moet het bedrijf minstens twee jaar verlies maken. Een onderneming is in herstrukturering bij een omvangrijke personeelsvermindering, in principe van minstens 10 %. De brugpensioenkommissie moet advizeren of de leefdtijd op 50 kan worden gebracht. De kommissie is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers. Hebben zij er geen gezamenlijk belang bij om soepel te zijn ? Paul Soete, direkteur van het sociaal departement van Fabrimetal en lid van de kommissie : “We hanteren strikte regels. Er moet sprake zijn van massale personeelsinkrimping. Maar we pinnen daar geen cijfer op om bedrijven niet op gedachten te brengen. “

Soete gaat ervan uit dat Union Minière (UM) aan de voorwaarden voldoet om als onderneming in herstrukturering brugpensioen op 50 te kunnen gebruiken (het personeelsbestand wordt maar liefst met een derde ingekrompen). Ook op het kabinet van minister van Arbeid Miet Smet ziet men geen problemen.

U vraagt, wij draaien ? Direkteur Soete van Fabrimetal, waar UM-topman Karel Vinck nota bene voorzitter is, weerlegt : “Wij durven ook dossiers weigeren. Zo hebben we recentelijk de aanvraag van Volkswagen voor brugpensioen op 52 geweigerd, en iets langer geleden eenzelfde vraag van Alcatel. GIB kreegt wel toelating voor brugpensioen op 52, maar niet de gevraagde 50. “

Ondernemingen in moeilijkheden of herstrukturering moeten hun bruggepensioneerden niet vervangen. Anderen in principe wel, maar ook hier kan de brugpensioenkommissie een afwijking geven. Het is overigens vooral met deze dossiers dat de kommissie de handen vol heeft. Volgens het kabinet-Smet worden bruggepensioneerden toch in twee derde van de gevallen vervangen.

In het jongste interprofessioneel akkoord werd de brugpensioenleeftijd voor een uitzonderingsperiode 1995-1996 verlaagd tot 55 jaar. De vakbonden hadden daarop aangedrongen, als terwerkstellingsmaatregel. “Een blunder, ” zegt Soete. “Daarmee werd het verkeerde signaal gegeven, tegen de trend van een verstrenging van het brugpensioenregime. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content