Werkgevers tussen hoop en vrees

De banen sneuvelen bij bosjes en het aantal faillissementen zal nog geruime tijd records breken. Maar de werkgevers in onze industrie houden er krampachtig de moed in.

De ellende bij de Vlaamse industriële bedrijven als gevolg van de economische crisis duurt onverminderd voort. Getuige daarvan de recente faillissementscijfers. “De trend is duidelijk stijgend, en zal nog heel lang stijgend blijven”, zegt Eric Van den Broele van het handelsinformatiekantoor Graydon, dat de faillissementsstatistieken opstelt. Het aantal banen dat op de tocht staat door faillissementen, zal dit jaar 21.000 à 22.000 bedragen. “Het hoogste aantal in onze geschiedenis, op het rampzalige Sabena-jaar 2001 na”, zegt Van den Broele.

“Hoe hard dat ook klinkt: er gaan er nog een aantal tussenuit”, voorspelt Jos Stalmans, directeur van VKW Limburg. “Het ergste is misschien voorbij, maar er zullen nog slachtoffers vallen. Bedrijven zullen zwaar herstructureren of sluiten, want de vaste kosten lopen gewoon door.”

Heel wat bedrijven zitten dan ook aan de limiet van kostenbesparingen. “Veel bedrijven waren de voorbije jaren goed gekapitaliseerd, maar zijn een heel stuk van hun eigen vermogen kwijt”, zegt Karel Van Eetvelt, de gedelegeerd bestuurder van de zelfstandigenorganisatie Unizo. “Stilaan raken hun reserves uitgeput, en in de mate dat er geen herstel komt, blijven we mogelijk de komende maanden met hoge faillissementscijfers geconfronteerd worden”, aldus Van Eetvelt. “Nog meer besparen, is een uitgesteld doodvonnis”, klinkt het bij Fa Quix, directeur-generaal van de textielfederatie Fedustria.

Maar toch sijpelt bij de werkgevers her en der een zweempje broos optimisme door de zwartgalligheid van de jongste maanden. “Ik wil zeker geen doemdenker zijn. Ik hoop dat we aan het uitbodemen zijn”, zegt Luc De Bruyckere, de voorzitter van Voka. “De toestand is ernstig, maar niet hopeloos”, vindt Wilson De Pril, de directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. “De patiënt is kritiek maar ademt nog”, voegt Quix eraan toe.

Crisismaatregelen verlengen

De meeste werkgevers hoopten voor de zomer nog op een herneming van de activiteiten. Maar die is uitgebleven. “De toestand is ook niet verder verslechterd, maar toch voel ik dat het nog altijd precair is. Daardoor is de kans op faillissementen, vooral bij kmo’s, nog altijd heel groot, net als de kans op nieuwe herstructureringen bij grotere bedrijven”, legt Quix uit. Een goede graadmeter voor de textielsector wordt de maand januari, waarin drie belangrijke beurzen worden gehouden.

Van Eetvelt ziet wel een eerste herstel op een aantal internationale markten, “hoewel het in de VS nog huilen met de pet op is”. De Unizo-topman wijst erop dat sectoren als textiel en hout, die het traditioneel al moeilijk hebben door de hoge loonkosten, nu ook worden geconfronteerd met wisselkoersproblemen op de Europese markt.

De werkgevers roepen de overheid op om de industrie in Vlaanderen verder te stutten door eerder genomen crisismaatregelen te verlengen, liefst tot eind volgend jaar. “Uiteraard heeft dat een zekere budgettaire impact, maar het is veel beter voor de overheid om nu die inspanning te doen en ondernemingen te redden, want een sluiting levert niet bepaald een fiscaal of parafiscaal voordeel op”, zegt Wilson De Pril.

Zo moet de tijdelijke werkloosheid voor bedienden absoluut behouden blijven. Heel wat bedrijven hebben ook gebruikgemaakt van de maatregel om de bedrijfsvoorheffing uit te stellen, wat nu leidt tot dubbele betalingen. “Bedrijven zijn daar naar verluidt redelijk massaal op ingegaan. Dat kan ze in nog grotere liquiditeitsproblemen brengen”, vreest Quix, die ook voorstelt om de bedrijfsvoorheffing volgend jaar te verlagen met 1 of 2 procent extra.

De werkgevers betreuren ook dat de impact van de crisis ondanks de vele herstructureringen vaak nog altijd niet doordringt. “Er is te weinig bewustzijn bij de overheid en de publieke opinie dat deze crisis eigenlijk zeer diep snijdt”, zegt Quix. “Al wat van industrie verloren gaat, is ten eeuwigen dage verloren”, voegt De Pril eraan toe. Toch vindt De Bruyckere niet dat de overheid de crisis te licht heeft opgenomen.

Geen visie

Voor Van Eetvelt slaat de regering de bal gewoon mis. “Nieuwe lasten opleggen, kan dodelijk zijn. En als ik dan de regeerverklaring lees, ben ik zeer ontgoocheld dat men eigenlijk alleen ondernemers belast. Ik vind dat schandalig. Het bewijst nog maar eens hoe weinig ondernemersspirit er in ons land is, politiek dan. Dan moet men nadien niet komen janken dat er problemen zijn.”

“Men beseft niet dat wat we verliezen een structurele verarming van onze economie betekent, en als gevolg ook voor samenleving want industrie via export zorg-en voor veel inkomsten in het land”, voegt Quix eraan toe.

De Pril en Quix berispen de Vlaamse overheid ook omdat die innovatie te weinig ondersteunt. “Ze snijdt waar ze best niet snijdt, met name in innovatie. “Je mag niet de poten afzagen van de stoel waar je op zit”, vindt De Pril. “De Vlaamse toekomst ligt in innovatie, en we moeten daarin goedkoper zijn dan onze concurrenten.”

Naast de overheid krijgen vooral ook de kredietverzekeraars een veeg uit de pan. “Zij hebben bijgedragen tot het verergeren van de crisis door in het vierde kwartaal van vorig jaar zeer brutaal de kredietlimieten te annuleren of reduceren”, stelt Quix. “De kredietverzekeraars zouden wat minder streng mogen zijn.” De overheid zou dat volgens Quix voor een stuk remediëren met Belgacap, het systeem van aanvullende openbare kredietverzekering dat in augustus werd geactiveerd, maar voorlopig geldt dat alleen voor Belgische klanten.

Stalmans merkt echter op dat VKW toch ook hoopvolle berichten uit de markt ontvangt, dat bedrijven opnieuw gehoor vinden bij hun traditionele bankiers. Een positief signaal is volgens Stalmans ook dat families wier privévermogens zwaar werden aangetast door de bankencrisis, nu weer geld beginnen te pompen in hun bedrijf.

Dat uit Limburg meer optimistische geluiden komen, heeft ook veel te maken met de ondersteunende rol van de Limburgse investeringsmaatschappij LRM. “Een fenomeen dat heel veel mogelijkheden geeft en waar we heel blij mee zijn”, zegt Stalmans. Dat LRM wordt geleid door Hugo Leroi, de gewezen topman van Carglass, en Stijn Bijnens (ex-Ubizen) is daar de oorzaak van. “Meer ambtelijke types zouden geen euro durven te investeren. Maar door het feit dat deze twee uit de kluiten gewassen ondernemers zijn, nemen zij veel participaties en zijn bedrijven gered die er anders niet meer zouden zijn.”

De werkgevers wijzen erop dat de ondernemers zich weren als een duivel in een wijwatervat. “Ik ben onder de indruk van de weerbaarheid van onze ondernemers, die knokken voor de continuïteit van het bedrijf”, zegt De Bruyckere. “Ondernemers zijn een speciaal ras. Ze doen er alles aan om te overleven, ongeacht wat er gebeurt.” “We geraken er wel uit”, voorspelt Van Eetvelt. Quix merkt op dat bedrijven nu veel meer commerciële inspanningen doen, en vooral veel meer marktprospectie.

Door Bert Lauwers

“Al wat van industrie verloren gaat, is ten eeuwigen dage verloren”

(Wilson De Pril, Agoria)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content