“Werkgevers mogen de crisis niet misbruiken”

De bediendevakbonden blijven zich verzetten tegen een uitbreiding van de tijdelijke werkloosheid naar bedienden. Volgens de vakbonden zijn er voldoende andere instrumenten om de dalende vraag zonder ontslagen op te vangen. Ze vrezen dat de werkgevers deze crisis als breekijzer willen hanteren om het bediendestatuut uit te hollen.

Het was VBO-directeur Pieter Timmermans die de kat de bel aanbond: om te vermijden dat bedrijven in deze economisch barre tijden tot ontslagen moeten overgaan zou het systeem van tijdelijke werkloosheid best uitgebreid worden tot de bedienden. Momenteel kunnen werkgevers dat flexi-biliseringinstrument alleen op arbeiders toepassen. Timmermans werd in zijn pleidooi snel gevolgd door sectorale werkgeversorganisaties. Die zijn op zijn minst gewonnen voor een tijdelijke uitbreiding van het stelsel. Ook de federale regering had er oren naar en het zag ernaar uit dat de sociale partners via de Groep van Tien een oplossing zouden uitdokteren.

Maar dat was buiten de bediendevakbonden gerekend: de socialistische BBTK en de christelijke LBC-NVK willen de tijdelijke werkloosheid enkel bespreken als het dossier in een bredere discussie rond een harmonisering van het arbeiders- en bediendestatuut wordt meegenomen. Ferre Wyckmans (algemeen secretaris LBC-NVK) en Erwin De Deyn (voorzitter BBTK) zien in de voorstellen van de werkgevers een poging om aan het bediendestatuut te morrelen. “Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de werkgevers de crisis misbruiken om een essentieel onderdeel van het bediendestatuut onderuit te halen”, zegt Erwin De Deyn.

“Bij het interprofessioneel akkoord van eind vorig jaar is impliciet afgesproken dat het debat over de harmonisering van het statuut van arbeiders en bedienden naar 2009 wordt verschoven”, legt Wyckmans uit. “Ook minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) heeft dat onderschreven. Die principiële omkadering maakt dat er niet snel-snel een deel uit het te onderhandelen totaalpakket wordt gelicht. De uitbreiding van tijdelijke werkloosheid is een van de moeilijke onderdelen van het dossier. Het is niet dat wij niet willen praten over dit onderwerp. Maar je moet met verschillende factoren rekening houden.”

FERRE WYCKMANS (LBC-NVK). “We hebben zowel strategische, inhoudelijke als principiële bezwaren. Er is bijvoorbeeld het inkomensprobleem. Tijdelijke werklozen vallen terug op een werkloos-heidsuitkering. Het gebeurt niet in alle sectoren, maar arbeiders ontvangen meestal een aanvulling bovenop die werkloosheidsuitkering. Bij een uitbreiding naar bedienden moeten de sociale partners daarover nieuwe afspraken maken.

“En dat is niet alles. Tijdelijke werkloosheid kan niet worden ingevoerd als er nog overuren moeten worden gecompenseerd. Iedereen weet dat in tal van bedrijven het aantal niet-geregisteerde overuren van bedienden bijzonder groot is. Beide bediendevakbonden proberen al jaren om tijdsregistratie in te voeren maar de werkgevers willen dat niet.”

ERWIN DE DEYN (BBTK): “Studies tonen aan dat gemiddeld drie tot vier gepresteerde uren per week niet worden betaald.”

WYCKMANS. “Ofwel spreek je over tijdsregistratie en kun je eventueel economische werkloosheid invoeren. Ofwel wil je niet praten en blijft het probleem bestaan.

“Ander voorbeeld: bedienden hebben in geval van ziekte recht op het gewaarborgd maandloon. Hoe regel je dat op het moment dat je economisch werkloos bent? Dan combineer je het recht op een gewaarborgd maandloon en werkloosheidsuitkering. Dat is een situatie die zich bij arbeiders niet voordoet. Een eenvoudige snelle uitbreiding van tijdelijke werkloosheid is dus onmogelijk.”

Maar de werkgevers zeggen dan: zonder tijdelijke werkloosheid zijn meer ontslagen onvermijdelijk.

WYCKMANS. “Een foute redenering want tijdelijke werkloosheid belet niet dat arbeiders worden ontslagen. Ik twijfel aan het temperend effect op ontslagen.”

DE DEYN. “Als tijdelijke werkloosheid voor bedienden wordt ingevoerd om ontslag te vermijden, dan komt het ontslagrecht op de proppen. Wat doe je met de langere opzegtermijnen van bedienden? Zijn werkgevers bereid te praten over een gelijkschakeling van de opzegtermijnen van arbeiders met die van bedienden?

“Over de sociale omkadering en het kostenplaatje hoor ik ondertussen niets. Paul Soete, de topman van Agoria, pleit ervoor om de kosten van de uitbreiding van het stelsel voor 2009 ten laste van de overheid te laten. We zien eind dit jaar dan wel of er moet worden gepraat over de financiering, is de redenering. Dat is te kort door de bocht. In het huidige stelsel zijn de uitgaven verdubbeld van 400 naar 800 miljoen euro op jaarbasis. Als er morgen een pak bedienden bijkomt, zullen de uitgaven voor tijdelijke werkloosheid nog meer stijgen.”

In verschillende bedrijven maken werknemers de overstap naar halftijds of vier vijfde via tijdskrediet omdat er minder werk is. Een goed idee?

WYCKMANS. “Tijdskrediet had uitdrukkelijk niet de bedoeling om economische problemen op te lossen. Het is ingevoerd om de zogenaamde tijdssoevereiniteit van de werknemers te verhogen. Bedrijven halen dat nu wel als alternatief aan omdat je daarmee een flexibel kader gebruikt zonder de wet te moeten wijzigen.

“Ik pleit er wel voor om bepaalde beperkingen op het tijdskrediet te versoepelen. Momenteel kan slechts 5 procent van de werknemers in een bedrijf een beroep doen op tijdskrediet. Waarom kunnen we niet praten over een verhoging van die drempel?”

DE DEYN. “Werknemers stappen nu in viervijfdetijdskrediet, maar vergeten dat ze in hun hele loopbaan in totaal maar vijf jaar een beroep mogen doen op deze vorm van tijdskrediet als ze nog geen 50 jaar zijn. Ze souperen hun marge op en zullen er dus misschien geen gebruik meer van kunnen maken als ze er echt nood aan hebben, wanneer ze in een bepaalde periode tot een betere work-lifebalans willen komen. Trouwens, in sommige bedrijven kiezen mensen zogezegd vrijwillig voor arbeidsduurvermindering, maar achteraf blijkt dat wie niet wil meestappen de eerste is die in aanmerking zal komen voor ontslag. Het gaat eerder om Chinese vrijwilligers.”

WYCKMANS. “We zouden crisistijdskrediet kunnen invoeren waarbij ook de periode van inactiviteit meetelt voor de opbouw van pensioenrechten. Het huidige tijdskrediet telt niet volledig mee bij de berekening van gelijkgestelde periodes. Nu, er bestaat naast tijdskrediet nog een arsenaal aan mogelijkheden om de economische crisis op de werkvloer op te vangen.”

Zoals?

WYCKMANS. “Op Vlaams niveau bestaan sinds een aantal jaren premies voor arbeidsduurvermindering om ontslagen te vermijden. Maar er wordt geen gebruik van gemaakt. De vakbonden hebben dat dossier in een aantal ondernemingen van onder het stof gehaald. Het toont aan met welk simplisme de werkgevers over dit dossier praten.”

DE DEYN. “Zo is er een federale maatregel die toelaat dat bij een arbeidsduurvermindering de sociale bijdragen voor werkgevers per trimester dalen met 400 euro. Als dat gekoppeld wordt aan een vierdagenweek kan de lastenverlaging oplopen tot 1000 euro per trimester gedurende vier trimesters. Daarna kan de bijdrage nog gedurende drie jaar met 400 euro worden verlaagd. Als je dat afspreekt via een cao, kan dat zelfs met behoud van loon voor de werknemer worden ingevoerd zonder extra loonkosten voor de werkgever.”

De sociale partners willen tegen het einde van het jaar een oplossing vinden voor het dossier arbeiders-bedienden. Is dat realistisch?

WYCKMANS. “Het dossier is op te lossen, maar het zal moeilijk zijn. De sociale partners moeten kiezen. Ofwel worden ze ingehaald door de rechtspraak, ofwel dokteren ze samen een oplossing uit. Ik weet niet wat er gebeurt als vandaag een arbeider met een beperkte opzeggingstermijn naar de rechtbank stapt en stelt dat hij gediscrimineerd wordt ten opzichte van een bediende. De juridische druk is groter dan ooit en de sociale partners moeten dus hun verantwoordelijkheid nemen. Anders gaat de politiek er zich mee bemoeien. En het simplisme van die kant getuigt van weinig dossierkennis.

“Bovendien wordt er enkel gesproken over de opzegtermijnen, terwijl het onderscheid arbeiders-bedienden veel complexer is. Als er geen onderscheid meer mag bestaan in de opzegtermijnen, dan geldt hetzelfde voor bijvoorbeeld de berekening en uitbetaling van het vakantiegeld. Ook daarin verschillen het arbeiders- en bediendestatuut van elkaar. En gaan we het uurloon voor arbeiders veralgemenen naar bedienden die een maandloon hebben als basisberekening? Gaan we de carensdag voor de bedienden invoeren of die voor de arbeider afschaffen? De proefperiode voor bedienden kan tot 12 maanden duren, voor arbeiders is dat 7 dagen. Het wordt een evenwichtsoefening. Dat is ook een argument om ons te verzetten tegen die tijdelijke werkloosheid. We gaan nu toch geen systeem invoeren dat de werkgevers niets kost, maar waar de publieke financiën voor opdraaien.”

Lukt dat al dit jaar of zijn jaren nodig voor we tot een harmonisering van de statuten komen?

DE DEYN. “In 2009 moeten we een ka-derakkoord kunnen vastleggen over de richting waarin het dossier arbeiders-bedienden moet evolueren. De twee statuten zullen nog jaren naast elkaar bestaan, maar we moeten komen tot een evenwaardigheid van de bestanddelen. Dan heb ik het over de opzegtermijnen, tijdelijke werkloosheid, het onderscheid uurloon-maandloon, het gewaarborgd loon, proefperiode, enzovoort.”

Werkgevers zeggen dan: maatregelen als een uitbreiding van de opzegtermijnen voor arbeiders gaan ons veel geld kosten.

DE DEYN. “Met welke cijfers werken zij? Ze hanteren clichés als termijnen van 36 maanden. De gemiddelde opzegtermijn voor bedienden bedraagt 6 maanden. En dat zal in de toekomst niet hoger liggen omdat er veel meer rotatie is van personeel.

“Wanneer wordt iemand ontslagen? Bij een herstructurering gaat dat gepaard met een onderhandeling waarbij de opzegvergoedingen van de arbeiders gelijke tred houden met die van de bedienden. Er wordt een sociale enveloppe verdeeld bij collectief ontslag. Daarnaast heb je individuele ontslagen waarbij er trouwens nog altijd opzegtermijnen worden gepresteerd. Wat is het aandeel van arbeiders en bedienden die ontslagen zijn in het kader van een herstructurering? Wat is het aandeel van individuele ontslagen? Wat is het aandeel van ontslagen werknemers die hun opzegtermijn hebben uitgedaan? Wij hebben ooit in de Nationale Arbeidsraad gevraagd naar cijfers daarover, maar ze bestaan blijkbaar niet.” (T)

Door Alain Mouton & Boudewijn Vanpeteghem/Foto’s: P. Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content